Het Canadese Mangeur De Rêves ziet in 2016 het levenslicht als Alex Cégé (zang en akoestische gitaar) de handen ineenslaat met Jici LG (elektrische- en akoestische gitaar en zang), waarna JPhil Major, Raphaël Liberge-Simard en Florent Schmitt op respectievelijk basgitaar, percussie en elektrische piano spoedig de formatie completeren.
De band maakt naar eigen zeggen een legering van pop, folk en prog hoewel je over de term pop discussiëren kan. Het is eigenlijk meer een soort toegankelijke luistermuziek met een rustige inslag dat de band maakt. Het begin 2019 verschenen “Histoires A l’Envers” is hun debuutalbum waarop de band een half uur lang de luisteraar deelgenoot laat zijn van hun mooie sferische klanken.
We horen veel akoestische gitaren, vaak in slagmodus, over elkaar heen vallen en de broeierige zang is bijna altijd meerstemmig. Her en der steekt de elektrische gitaar de kop op of is er dromerig spel op de elektrische piano terwijl de muziek voortgedreven wordt door percussie en basgitaar. Er is dus geen drummer aanwezig. Het past ook wel bij het lome unplugged karakter van de muziek, percussie is toch wat warmer. De heimelijkheid van het repertoire spint er garen bij dat de zang Franstalig is waardoor de vaak poëtische teksten zomaar in het luchtledige lijken te zweven. Er zijn zeven wolken om op weg te drijven.
Nou ja, eigenlijk zijn het er maar zes. Opener Hier is een slechts 38 seconden durende intro vol mysterieuze, achterstevoren klinkende geluiden en dat is iets dat op zich weer refereert aan de albumtitel. “Histoires À l’Envers” betekent zoveel als ‘verhalen achterstevoren’. Met Dernier Hiver gaat het album dan echt van start. Het is een relatief donker nummer dat momenten kent die in elke track van Nemo of Eclat een contrasterende passage hadden kunnen zijn. Met Ainsi Parlait Pinel en Fille De Lune bewijst de band zichzelf een grote dienst en is het de Harmonium-achtige muziek die hier de punten binnenhaalt. Oké, Mangeur De Rêves is weliswaar beduidend minder flamboyant, zinnenprikkelend is hun muziek op z’n minst. Het pakkende refrein van Ainsi Parlait Pinel is met z’n meerstemmige zang bloedmooi, echt wegdraagmateriaal. Het is vooral het subtiele Fille De Lune waar je als luisteraar de zevende hemel in wordt getrokken. De combinatie van dromerige elektrische piano en dito gitaarspel werkt hier zeer goed. Op de een of andere manier roept het nummer qua sfeer een associatie op met de rustige kant van Porcupine Tree, weergaloos. Na het wat gewone Ballade En Haute Mer brengt het instrumentale Refuge de betovering weer terug middels getokkelde akoestische gitaar en een fraaie gitaarsolo op de elektrische.
Als het album afsluit met Enfants De Coeur kan je niet anders dan concluderen dat het schijfje precies lang genoeg is. Hier moet je geen album van hebben dat zeg maar 76 minuten duurt. “Histoires À l’Envers” is een prachtig werkje, juist omdat het zo kort duurt. Koesteren s’il vous plait .