Ik heb heel lang uitgekeken naar dit album. Ik heb Mangrove inmiddels twee keer aan het werk gezien en dat schepte hoge verwachtingen. De band is totaal veranderd en niet meer te vergelijken met zoals ze te horen was op de debuutschijf “Massive Hollowness”. Met name de komst van toetsenist Chris Jonker heeft ervoor gezorgd dat de band definitief het symfopad is ingeslagen.Instrumentaal gezien is “Touch Wood” een dijk van een plaat. Veel nummers hebben passages die de harten van menig symfomaan sneller zal doen laten kloppen. De drum- en basgitaarbasis is een goed verzorgde en de solo’s op gitaar en toetsen zijn lekker. Ook qua structuur en melodie valt dit album in positieve zin op. De geest van Genesis dwaalt overduidelijk door het album. De pijnlijke “maar…” voel je waarschijnlijk al aankomen: de zang van Roland van der Horst. Ik zal er niet omheen draaien, zijn zang komt op alle fronten te kort. Zijn hese stem heeft gewoon niet voldoende kwaliteit en kracht, daarnaast is zijn uitspraak soms tenenkrommend en heeft hij het hele album moeite om de juiste toonhoogte te vinden. Live heeft het me eigenlijk nooit echt gestoord, maar op cd stoort het me des te meer.
Het album opent met het afwisselende Fatal Sign. Het nummer heeft wat lang de tijd nodig om op gang te komen. De band neemt hier de tijd met rustig gitaarspel en mooi zacht toetsenspel terwijl Van der Horst zijn teksten rustig zingt. De meerstemmig gezongen stukken zijn wel erg mooi. Dan gaat middels up-tempo drum- en basspel de versnelling een tandje hoger en laat Chris Jonker direct horen wat een klassetoetsenist hij is, middels een fantastische toetsensolo. Een lekkere gitaarsolo van Roland van der Horst volgt, waarna Jonker moeiteloos weer de teugels overneemt. Dan keert de rust terug met zacht (akoestisch) gitaarspel en rustige toetsenklanken waarna de band het weer over een meer up-tempo boeg gooit. Prachtig, die Mellotron-samples die Jonker tevoorschijn tovert. Het nummer blijft heel goed zijn spanning houden, zodat de dikke negen minuten, dat het nummer duurt, omvliegen.
Cold World opent met een subliem instrumentaal stuk, het toetsenwerk had zo van Tony Banks kunnen zijn. De zang is hier echt storend. Er zitten wat momenten in het nummer waarin Van der Horst flink moet uithalen en dat haalt hij simpelweg gewoon niet. Het instrumentale stuk dat volgt is lekker stuwend met geweldig basspel en dito drums. Chris Jonker weeft er zijn afwisselende toetsenspel doorheen en weer duiken die warme Mellotron-samples op.
Het nummer Help Me had ik inmiddels al twee keer live gehoord. Het begint rustig en kent een aantal mooie instrumentale erupties, waarna de rust weer terug keert. De zang van Roland van der Horst doet met name qua accent wel wat aan Andy Latimer (Camel) denken. De instrumentale stukken vertonen vaak een toonladderachtige structuur. Iets wat je vaker terug hoort op het album, zoals in veel gitaarsolo’s van Van der Horst.
Hoogtepunt van het album is zonder twijfel Wizzard Of Tunes. Na een a-capella intro speelt Van der Horst een bloedstollend mooie gitaarsolo die aan het spel van Andy Latimer doet denken. De meerstemmige passages die het nummer bevatten hebben iets dromerigs. De toetsen van Chris Jonker zijn constant aanwezig: dan hoor je weer een orgeltje, dan weer mooie zachte orkestraties en zachte Mellotron-samples. Halverwege het nummer gaat het tempo omhoog en speelt Jonker een heerlijk zwevende toetsensolo, wat een talent! Dan doet ook Roland van der Horst een flinke duit in het zakje, wat kan hij gitaarspelen! De solo die hij speelt had zo op het Genesis-album “Selling England By The Pound” kunnen staan.
Het album wordt afgesloten met City Of Darkness. De zang is hier nog het meest acceptabel. Het begint mid-tempo met rustige zang. Dan gaat de versnelling erop en speelt Jonker wederom een pracht solo, later haakt ook de gitaar aan en is het dubbel genieten. Een stuk met mooie donkere orkestraties wordt afgewisseld door rustige akoestische gitaar. De afwisseling is perfect, de aandacht blijf je vast houden. Een mooie afsluiter van een, instrumentaal gezien, geweldig album.
Mangrove is echt enorm gegroeid. De band zet zich met dit album heel erg goed op de symfokaart. De band is in staat om pure symfo in de stijl van de jaren ’70 te maken. De nummers zitten vol spanning en afwisseling. Helaas is de zang beneden de maat en brengt deze het hoge cijfer dat de band verdient naar beneden. Mangrove moet de gekozen muziekstijl absoluut vasthouden, maar men zal heel hard op zoek moeten gaan naar een goede zanger of zangeres, alleen dan kan deze Nederlandse band echt doorstoten in de progwereld.
Maarten Goossensen