Iedereen die de band uit Apeldoorn een béétje kent, weet dat Mangrove live tien keer beter uit de verf komt, dan op een studioplaat. De laatste plaat in deze samenstelling, het fabelachtig mooie “Facing The Sunset” (2005) liet echter ook op studiogebied een groei van jewelste horen, hetgeen werd beloond met een prijs bij onze papieren collega’s iO-Pages, een hoge positie in de Wereldse Tien en volgens mij ook een goeie verkoop voor wat betreft symfonische rock van de Lage Landen. Het is daarom niet meer dan logisch deze succesperiode op te vullen cq. af te sluiten met een live-cd. En, zoals het een goede symfonische rockband betaamt, is het een dubbel-cd.
Mangrove, voor zij die in een symfonisch ei hebben geleefd, maakt ouderwets klinkende symfonische rock in het Genesis-straatje. Hou je van Genesis ten tijde van “Wind And Wuthering”, en ben je niet vies van een goed bedoelde en vooral sympathiek klinkende kopie van dit ‘geluid’, dan moet je in Apeldoorn zijn. Ik hoor ook wat Camel– en Eloy-invloeden, maar de viermansformatie blinkt uit in het zo puur mogelijk vertolken van de stijl symfonische rock waarmee we zijn grootgebracht. De Mellotron-klanken van Chris Jonker komen waarschijnlijk uit een doosje, maar klinken vet en prachtig. De gitaarcapriolen van Roland van der Horst zijn om door een ringetje te halen. Neem bijvoorbeeld zijn beginmelodie van Wizard Of Tunes, waar Roland zijn gitaar prachtig ter hand neemt, onderwijl Chris zijn toetsenpartijen laat uitvouwen.
“Coming Back To Live” neemt ons feitelijk chronologisch mee langs de hoogtepunten van de drie Mangrove-cd’s. Zodoende begint de cd met twee tracks van “Massive Hollowness”, die nog een andere bezetting kende als de huidige. Zone I is een prettige opener en Zone III een kort sfeerstukje, dat overigens verrassend goed overloopt in Cold World, de eerste van de vijf tracks van “Touch Wood”, het feitelijke debuut van deze samenstelling van Mangrove. Alhoewel deze plaat nog niet geheel de hooggespannen verwachtingen van de band tot zijn recht liet komen, zijn de vijf composities die we hier ontvangen, van zeer hoog niveau. Het al genoemde Wizard Of Tunes kent zoals gezegd mooi gitaarspel en een wervelende toetsensolo aan het einde. De toetsen van Chris komen ook in het prachtige Fatal Signs meer dan tot zijn recht, terwijl ik het einde ervan wat lichte Marillion-trekjes zou willen toekennen. Roland’s stem zal nimmer prijzen winnen, maar zijn manier van zingen bevalt me wel en een andere zanger zou de charme van Mangrove ontnemen. De nadruk ligt echter meer op het instrumentale geweld en daarin blinkt de groep uit. Het instrumentale gedeelte van City Of Darkness is van zo’n hoog niveau, dat ik twijfel de groep uit te roepen tot de beste symfonische rockgroep uit Nederland van het moment! Tot zover cd 1, want we hebben nog een tweede cd!
En die tweede cd duurt 44 minuten, maar kent maar drie nummers. Ze komen alledrie van “Facing The Sunset”, dus de oplettende lezer kan al concluderen dat slechts één track daarvan ontbreekt. Uiteraard begint men met het titelnummer, met zijn opmerkelijke oplopende notenschema. Nú al een klassieker en gelijk is duidelijk dat de tweede cd tot de favoriete cd zal gaan behoren voor de schare fans. Gitaar- en toetsensolo’s vliegen je om de oren, niet alleen in deze track, maar vooral ook in het ruim 20 minuten durende Hidden Dreams, dat ondanks de lengte zijn coherentie blijft behouden. De kritiek op de zang van Roland heeft ervoor gezorgd dat ook drummer Joost Hagemeijer meer mag zingen en deze afwisseling is welkom. Eigenlijk zingt Roland beter, maar Joost zingt wat beheerster en zijn stem klinkt prachtig in de vaak rustige gedeeltes. Hij zingt de eerste twee coupletten van Facing The Sunset en zo’n beetje geheel I Fear The Day, een zich rustig ontwikkelende ballade.
Met deze “Coming Back To Live” sluit Mangrove op een passende manier een periode af, klaar om een nieuwe fase in te gaan. Het enige nadeel van de live-plaat is evenwel dat het werkje de rest van de discografie feitelijk overbodig maakt. Immers, met name het materiaal van “Touch Wood” komt live vele malen beter uit de verf dan op de studioplaat zelf. Gelukkig geldt dat wat minder voor “Facing The Sunset”, waar immers nog een sterk nummer opstaat. Hoe het ook zij, Mangrove laat horen dat ze er zin in hebben. Wij juichen dat met deze release alleen maar enorm toe. Meer van dit soort hypersymfonische producten graag! Van dit soort fantastisch uitgevoerde muziek kan ik alleen maar zeggen: gaat dat zien, gaat dat halen, gaat dat genieten. En tegen Mangrove zou ik -samen met iemand uit het publiek helemaal aan het einde – willen afsluiten met die heerlijke dooddoener: we want more!
Markwin Meeuws