Wereldwijd zijn er ongetwijfeld miljoenen mensen die aan genealogie doen. Dat is een duur woord voor stamboomonderzoek. De familiaire geschiedeniswroeters die een eenmaal gevonden stamboom ook nog op muziek zetten zullen op één hand zijn te tellen. En het zou me niets verbazen als iemand, die aan een dergelijk historisch muzikaal avontuur ook nog eens een vervolg zou geven, daarmee uniek is. Zo iemand is Guy Manning (artiestennaam Manning). In 2006 naam hij de cd “Anser’s Tree” op, waarin hij in de geschiedenis van de familie Anser duikt. Dit jaar doet hij dit nog eens dunnetjes over door hierop in “Margaret’s Children” voort te borduren.
Manning is een druk baasje. Het lijkt bijna een obsessie voor de man te zijn ieder jaar een nieuwe cd uit te ‘moeten’ brengen. In twaalf jaar twaalf cd’s laten verschijnen laat toch een dwangmatig trekje van een muzikant zien. Hij schreef, arrangeerde en produceerde wederom alles, bespeelt veel instrumenten en zingt. Voor de rest van de muzikale invulling heeft hij weer een elftal (met twee reserves) aan muzikanten rond zich verzameld.
Het is bij Manning niet allemaal 100% prog wat de klok slaat. De variëteit aan instrumenten doet dit al vermoeden. Een combinatie van cello, fluit, klarinet, saxofoon, fiddle, viool, bouzouki en mandoline treffen we niet vaak aan bij ‘ons soort’ muziek. De muziek van Manning is een mix van rock, pop, folk, met vleugjes blues, jazz, country en wereldmuziek, met daar doorheen de nodige prog verweven. Zijn muziek wordt ook wel omschreven als folk-prog.
Elk nummer is opgehangen aan een familielid. Bij The Year Of Wonders is dat Flemming Barras. Ik laat die namen verder maar achterwege. Het openingsnummer opent rockend en het geluid komt dicht in de buurt van Jethro Tull. Het lijkt alsof Manning zijn best doet qua zang ook nog eens op Ian Anderson van Tull te lijken. En ja hoor, zelfs de fluit van Ian komt langs! We horen een aanstekelijke melodie met een refreintje dat blijft hangen. Verschillende korte solo’s (Hammond, viool, orgel, saxofoon, piano) volgen elkaar op met variaties op hetzelfde thema.
In Revelation Road komen we in kampvuursferen terecht met handgeklap en gezang waarin de akela oproept in een regel keihard samen ‘GO’ mee te brullen. Het kampvuur bevindt zich op het platteland, want fiddle, steelgitaar en akoestische gitaar zorgen voor een heuse countrysfeer. Dit is zeker niet mijn kopje thee.
A Perfect Childhood is met 17 minuten het langste nummer. Hier zou het moeten gebeuren… maar dat valt een beetje tegen. Manning vindt dat hij een heel verhaal moet vertellen en de tekst van dit nummer beslaat maar liefst vier pagina’s in het cd-boekje. En met de stem van Manning, die al niet geweldig is en als hij dan ook nog tamelijk monotoon zingt, ligt de verveling echt op de loer. Dit nummer heeft wel een aardig sfeertje en is bovendien in vier stukjes geknipt, maar het duurt gewoon te lang om de aandacht vast te houden. Manning is duidelijk niet de man voor het grote epic-werk.
In het middenstuk van de cd toont Manning zijn veelzijdigheid en krijgen we een breed palet aan muzikale stijlen voorgeschoteld. A Night At The Savoy, 1933 roept beelden op van… jawel The Savoy uit 1933. Een aardigheidje, meneer Sonneberg, maar aan mij zijn dit soort fratsen niet besteed. Dan volgt een triest verhaal in An Average Man, met veel toetsen, strings en sax. Na een gitaarsolo in combinatie met fluit neemt de muziek een chaotische, bijna beangstigende wending.
Met een opzwepend ritme wil hij de luisteraar in Black Silk Sheets Of Cairo, niet verrassend, naar het oosten meevoeren. Twee niet al te ingewikkelde toetsensolo’s met strings erachter sluiten dit nummer af.
Manning heeft het lekkerste voor het laatst bewaard. Met vrij weinig tekst (joepie!), kleurt Manning in The Southern Waves het laatste verhaaltje mooi subtiel in. Het samenspel van cello, sax, fluit, klarinet, piano, viool en achterliggende orkestraties zorgt hier voor een pakkend melancholisch geheel. Bij wijze van finale volgt een weergaloze gitaarsolo, die je hier eigenlijk niet meer verwacht, maar waar dit nummer door de opbouw wel om schreeuwt.
Manning is een groot verhalenverteller en hij stopt zijn familie-episodes in een sfeervolle muzikale verpakking. “Margaret’s Children” heeft mij evenwel niet bijzonder weten te bekoren. Het is allemaal een beetje vlak, de cd ontbeert uitschieters en enkele fraaie muzikale passages daargelaten raak ik er niet echt opgewonden van. Verder heb ik moeite met Guy’s stem. De echte fans zullen hier maling aan hebben, want deze schijf sluit naadloos aan bij de rest van het (omvangrijke) oeuvre van deze Brit. Ik hoop niet dat Manning volgend jaar koste wat kost gaat voor de dertien in een dozijn, maar deze keer eens de kwaliteit laat zegevieren. Ik moet het allemaal nog zien.
Fred Nieuwesteeg