MarchAlbum

In bepaalde kringen is Maarten Scherrenburg wereldberoemd om zijn werk met Mercy Giants en The Use Of Ashes. Onder de noemer March brengt Scherrenburg nu zijn eerste soloalbum uit, dat opgenomen is tussen 2005 en 2010. Op het album dat dezelfde naam draagt staat een negental folksy proggy singer-songwriternummers (iets van dien aard, althans) dat gekenmerkt wordt door een gemeenschappelijke zoet-melancholische sfeer die soms zelfs neigt naar authentieke zwaarmoedigheid. Ofschoon er een uitgebreid scala aan instrumenten gebruikt wordt, heeft Scherrenburg nergens de hulp ingeroepen van gastmuzikanten; het album is volledig door hemzelf ingespeeld.

Hoewel het voor luisteraars die bekend zijn met Mercy Giants en The Use Of Ashes geen verrassing hoeft te heten, toont Scherrenburg zich op “March” een meester in het creëren van subtiele sfeerbeelden en indrukwekkende doch bescheiden opbouwen. Zo is het verloop van Structures And Layers, met de overgang van haperende drumcomputer naar akoestische drums, werkelijk subliem te noemen, en is de zacht in Mellotronklanken ingebedde conclusie van You Left een voorbeeldig stukje verstilde emotie dat nergens naar melodrama neigt. Het blijft telkens ingetogen en ontspoort niet in het soort ‘gevoelige’ gitaarsolo’s waar veel proggitaristen zo verzot op zijn en dat hier door een minder subtiele componist ongetwijfeld aangeplakt zou worden.

De kracht van het album schuilt in de nuance en de details. Het eerste nummer, When I See You, is in essentie een gevoelig popliedje, dat echter versterkt wordt door de banjo die even na het begin van het nummer inzet op de achtergrond en steeds wat prominenter wordt. Een iets gecompliceerdere doch even effectieve opbouw kenmerkt Go To Sleep, waar verschillende instrumenten in lagen over elkaar heen schuiven en op cruciale momenten licht doorlaten of juist een extra accent zetten. Het regelmatige gebruik van vibrafoon, wat sterk bijdraagt aan dit effect, is tevens een belangrijk onderdeel van het succes van de nummers. Omdat het album zo subtiel is opgebouwd is het uitstekend te beluisteren met de hoofdtelefoon, waardoor ook de ruime productie uitstekend tot zijn recht komt.

“March” is een kort doch rijk album, waarmee Maarten Scherrenburg een fraai visitekaartje afgeeft.  Hoewel het minder experimenteel is dan zijn werk met The Use of Ashes en Mercy Giants, is de muziek op deze soloplaat zeer fraai opgebouwd, en liefhebbers van subtiele, melancholische indieprogrockpop (iets van die strekking) moeten dit album dan ook niet aan zich voorbij laten gaan.

Christopher Cusack