Marillion

Weekend 2015

Locatie
Center Parcs-vakantiepark, Port Zélande
Zie verslag
Zie verslag

Tekst: Wouter Bessels
Foto’s: Ron Kraaijkamp & Wouter Bessels

Om de twee jaar zetten we koers via de N57 naar de grens tussen Zuid-Holland en Zeeland. Daar, aan het Grevelingenmeer, ligt Port Zélande, het Center Parcs-vakantiepark waar duizenden Marillion-fans samenkomen om met elkaar iets te beleven dat je moeilijk kan uitleggen aan het thuisfront. Waarom niet? Het antwoord is simpel: het gevoel dat heerst tijdens het Marillion Weekend is niet in woorden uit te drukken.

We komen dit keer rond half vier aan op het park. Ondergetekende is al sinds het eerste weekend op Nederlandse bodem in 2007 in het gezelschap van Maurice Dam en Christian Bekhuis, en ook ‘Mister Xymphonia’ Herman Beunk is er – net als in 2007 en 2013 – weer bij. Herman kon twee jaar geleden op het laatste moment mee en sindsdien riep hij geen Marillion Weekend meer te willen missen. Verder hebben we dit jaar net als in 2013 ook weer Regina Geleijnse in ‘da house’, ditmaal samen met goede vriend Robert Jan Wagenaar. AOR-fan Marc Otte en mede-Almeloër René Reuvekamp completeren de ‘crew of 689’. Acht personen, niet de allergrootste Marillion-fans (we houden het bescheiden), maar wel klaar voor een feestje. Net als al die andere groepjes, afkomstig dit jaar uit 52 landen. Het lijkt wel één grote familie, die Marillion-aanhang.

Op papier biedt het programma dit jaar niet direct ‘anniversary albums’. Dat wil zeggen: platen die in 2015 een lustrum vieren. “Anoraknophobia” verscheen in 2001 en “Marbles” in 2004. Wie een beetje kan rekenen weet dat dit wel het geval is met “Misplaced Childhood” (1985) en “Afraid Of Sunlight” (1995). Het maakt de nieuwsgierigheid naar het derde en laatste concert van dit jaar alleen maar groter, want die staat als ‘secret gig’ in het programmaboekje. Om van een vast ritueel maar weer een gewoonte te maken: direct na aankomst bed opmaken en op naar de merchandise. Daar is naast de wagonlading aan oude releases en weekend T-shirts het fraaie fotoboek “A Million Photo Flashes” te koop, met sfeerimpressies van het Marillion Weekend in 2013 in Nederland, Groot Brittannië en Canada. Verder “Glass Half Full”, drie cd’s gevuld met demo’s uit de periode dat “Marbles” is ontstaan en een Blu-ray met onder meer de ‘world records’ uit 2003 en 2013. Toen lukte het de band om binnen no time een dvd uit te brengen van een concert tijdens een fan-weekend. Allemaal leuk en aardig, maar ook de vinyl-releases van diverse albums vinden dit jaar gretig aftrek, evenals de muts (uitverkocht op zondag). Die laatste is af en toe wel nodig, want hoewel het overdag redelijk zacht te noemen is, koelt het ’s avonds buiten flink af. De afkoeling is overigens na de drie concerten hard nodig.

VRIJDAGAVOND: ANORAKNOPHOBIA

Het “Anoraknophobia” concert op vrijdagavond wordt voorafgegaan door drie kwartier muziek van The Steve Rothery Band. Geheel instrumentaal en gevuld met vijf nummers van het album “The Ghosts Of Pripyat” krijgt Rothery met zijn vier maatjes veel bijval. Toetsenist Riccardo Romano beleeft sowieso het weekend van zijn leven, want hij staat een dag later ook nog op het podium met zijn eigen band Ranestrane. Rothery overkomt dat al na een half uurtje pauze, als Marillion begint aan de eerste, integrale uitvoering van “Anoraknophonia” ooit.

Een album uit 2001 dat de eerste is geweest waarvoor de groep, naar een idee van Mark Kelly, een beroep op de fans deed om het zelf volledig te bekostigen met ‘crowdfunding’. De plaat zelf werd destijds behoorlijk goed ontvangen, maar hinkte toch op twee gedachten: een aantal uitstekende liedjes en een paar stukken die nét even te lang duren om de aandacht volledig vast te houden, zoals Quartz, Seperated Out en If My Heart Were A Ball It Would Roll Uphill. Zo ook tijdens dit optreden: de uitschieters zijn opener Between You And Me, Map Of The World en vooral When I Meet God, terwijl ook This Is The 21st Century fantastisch klinkt en nog immer actueel is. Het bijna nooit live gespeelde Fruit Of The Wild Rose imponeert eveneens.

Toch valt het op de vaste plek voor de mengtafel op dat het publiek zeer rumoerig is. Daarnaast is het geluid soms te schel en bombastisch en is de bevlogenheid bij de bandleden op bepaalde momenten tijdens de uitvoering van het album niet honderd procent. Zelfs een beetje routinematig, het is bijna merkbaar dat ze niet hun favoriete stukken staan te spelen. De groep heeft na bijna vijf kwartier en een korte pauze veel meer zin in de resterende drie stukken, de toegiften van vanavond, zo blijkt. Dat is gelijk merkbaar bij This Strange Engine, dat net als tijdens het weekend in 2007, in een overtuigende en strakke versie wordt gespeeld. De solo’s van Kelly en Rothery kunnen niet lang genoeg duren en krijgen beide een zeer lang applaus. Verrassend genoeg volgt daarna Gaza; de lichtshow daarbij licht al een tipje van de sluier op van wat ons tijdens de volgende twee optredens staat te wachten. En over verrassingen gesproken: Three Minute Boy is na een kleine twee uur de afsluiter. De traditionele schreeuw van het publiek in het nummer heeft nog nooit zo lang geduurd. Dan is het optreden voorbij en kan je je afvragen waarom? De groep laat tijdens de toegiften van deze opvallende ‘opening night’ pas horen dat men écht goed in vorm is. Dat belooft nog wat voor de andere twee optredens.

Na de frisse duik in het zwembad wordt de zaterdagmiddag gevuld met de traditionele Marillion Quiz, waarbij ons team Mick And The Pointer Sisters het zowaar schopt tot de 19e plek in het eindklassement, van in totaal 32 teams. We eindigen hoger dan de harde kern van The Web Holland (de Nederlandse fanclub). Voor ons al een overwinning op zich. Aansluitend even kijken in de Market Dome om op zoek te gaan naar de stand van het boek van Leo Manintveld. “Marillion’s Fans: Stories From All Over The World”. Een aanschaf om geen spijt van te hebben. Anderen zien onder meer Luke Jackson (die afgelopen december Marillion al ondersteunde bij de Europese tournee) in de Adventure Factory spelen of kunnen we het niet laten om toch nog even langs de merchandise te lopen. Daar is het desondanks nog steeds flink druk met een meterslange rij.

ZATERDAGAVOND: MARBLES

Een paar uur later en een buikje vol van kiwi’s, bananen, hamburgers, nasi, bami, smeuïge pasta en twister friet gaan we ons opmaken voor de “Marbles”-night. Eerst is het de beurt aan Ranestrane, een Italiaanse progband met een zingende drummer die vooral veel bijval krijgt van het Italiaanse legioen dat vanavond opvallend ver vooraan staat. Om half negen dimt het licht andermaal en gaan de drie projectoren aan om de eerste complete uitvoering van Marillions alom bejubelde album sinds 2005 te ondersteunen. Meteen blijkt dat wat er vrijdagavond deels aan ontbrak er vandaag ruimschoots wel is: beleving en bevlogenheid. “Marbles” wordt in de originele, lange versie gespeeld, waarbij de projecties elk nummer een geweldige lading meegeven. Zo wordt het gezicht van Hogarth tijdens het eerste deel van The Invisible Man extra groot op het achterdoek geprojecteerd. De piano van de zanger staat op een halve riser achterop het podium en maakt het totaalaanzicht nog wat meer ruimtelijk, terwijl Hogarth ook regelmatig, evenals op vrijdag, de gelegenheid aanpakt om het voorpodium tussen de eerste rijen van het publiek op te klimmen en zijn moment te pakken.

Marillion is bezig een onvergetelijke avond neer te zetten, ware het niet dat de techniek bij Ocean Cloud roet in het eten gooit: één van de projectoren begeeft het en bijna tegelijkertijd gebeurt hetzelfde met Kelly’s computersysteem. Een pijnlijker moment kan je je niet voorstellen, zo tijdens één van de absolute live favorieten van de groep. Zeer professioneel baant het vijftal én zijn technici door het stuk heen, petje af! Vlak voor Marbles 3 is er even kort overleg op het podium, maar de heren vervolgen met The Damage en besluiten daarna toch om de techniek te fixen. In opperste concentratie om er een onvergetelijke avond van te maken (die door een cameraploeg vanuit diverse posities wordt vastgelegd) verliest Hogarth opeens zijn geduld. Na een korte, ‘Thanks Mark’, beent H. ietwat geïrriteerd het podium af. De anderen én het publiek verbijsterend achterlatend.

Na een reboot van Kelly’s systeem én de projector komt Hogarth na een kleine minuut het podium weer op voor Don’t Hurt Yourself. Daarna is het tijd voor een publiekelijk excuus van zijn kant (“I’ ve taken my medication”) en vlak voor Drilling Holes vetel t hij zelfs nog een grappige anekdote over de tijd dat hij net bij de groep zat en ze in Hooks End “Seasons End” opnamen. Een behoorlijke wiedergutmachung, die de sfeer op het podium herstelt en daarna volgt de majestueuze afsluiter in de vorm van Neverland. Alsof er niets is gebeurd… Je kan maar één ding concluderen: dit was ondanks de tegenslagen toch wel dé uitvoering van “Marbles” waarop we hebben gewacht. Twee uur die veel te kort hebben geduurd en tezamen, net als in 2013 tijdens de fameuze uitvoering van “Brave”, de zaterdagavond opnieuw tot een hoogtepunt in hun live-oeuvre maken.

De toegiften zijn gereserveerd voor twee nummers van “Afraid Of Sunlight”, het lustrumalbum uit 1995. Opnieuw laat de techniek de groep in de steek. Kelly moet wederom zijn systeem opstarten en als dat is gebeurd, blijkt dat Ian Mosley geen click-track heeft voor een juiste inzet van Out Of This World. Die click-track stuurt namelijk ook de begeleidende film over het overlijden van Donald Campbell aan. Het nummer klinkt te aarzelend en niet feilloos ‘zoals het hoort’. Daarna is King de goedmaker: weer zijn het de projecties die zorgen voor extra kracht. Naast Elvis, John Lennon en Kurt Cobain zijn ook recente ‘falling stars’ zoals Robin Williams, Whitney Houston en Amy Winehouse te zien. De derde toegift, Sounds That Can’t Be Made, is de kers op de taart en maakt de avond helemaal af. De piano van Hogarth wordt op het voorpodium gezet, het publiek zingt woord voor woord mee en kan er na afloop geen genoeg van krijgen. De band besluit het laatste deel in de herhaling te gooien en daarna: house lights.

Zaterdagavond wisselden ontspanning  en nervositeit elkaar in Marillion af, maar de zaal was volledig in de ban, luisterde zeer goed en stond ook de sfeer als een huis, mede dankzij de prachtige lichtshow en projecties. Het maakt het twisten over de inhoud van het concert van zondagavond alleen maar leuker. Wie een beetje de sets van vrijdag en zaterdag bespeurt, kan het niet zijn ontgaan dat zo’n beetje alle lange nummers wel zijn gespeeld en de nadruk met name ligt op het werk van na 1994. Hoog tijd dus voor het oude werk. Het zal toch niet…

ZONDAGMIDDAG: SWAP THE BAND

Die gedachte is niet verkeerd. Bij het binnenlopen van de tent zondagmiddag om de finale van de quiz, het interview met de groep en de tweede ‘Swap The Band’ op Nederlandse grond te aanschouwen, valt op dat op de bass drum van Mosley het oude, tot 1989 gebruikte Marillion-logo prijkt; een indicatie van wat komen gaat. Tijdens ‘Swap The Band’ wordt al een tipje van de sluier opgelicht. Terwijl wij grapjes maken over een mogelijke deelname van ene Mick Pointer op drums en Derek William Dick op zang, wisselen bandleden drie kwartier af met muzikale fans. Zo bast een jonge Brit zich uitstekend door Gazpacho, speelt een andere jonge Brit de sterren van de hemel tijdens Splintering Heart en drumt een Italiaan Power best lekker.

Maar dan verschijnt ineens Martin Jakubski ten tonele, de zanger die vorig jaar de Steve Rothery Band tijdens de tournee heeft ondersteund. Marillion pakt met de Schot (hoe ironisch) goed uit: samen spelen ze Assassi, de eerste keer sinds 1988. Vorig jaar merkte ondergetekende al op dat het niet verkeerd voor de groep zou zijn om dat stuk eens tijdens een weekend te spelen. Nu kan het definitief de boeken in en stelt de groep niet teleur: Jakubski doet het prima en de band speelt de opener van “Fugazi” alsof die al jaren weer op de setlist staat. Daarna volgt Garden Party met Guy Vickers op toetsen. Wie er vanmiddag in de tent niet bij is en buiten van het zonnetje geniet, kan zich wel voor de kop slaan. Dit zijn weer typische Marillion Weekend-momenten die je nooit vergeet.

Tijd om in de zon te zitten is er nog wel na het middagprogramma, zo tussen half vijf en zeven uur. Gebruikmaken dus van het dakterras, maar op het park gebeurt meer. Hogarth wordt weer rap fietsend gespot, terwijl Rothery zich even laat zien in het hamburger-restaurant. De echte die hard-fans krijgen daar allemaal niets van mee: die gaan doodleuk na ‘Swap The Band’ weer in de rij staan voor het laatste concert. Sterker nog, een aantal van hen staat al vanaf twee uur ’s middags in de rij, terwijl de band anderhalf uur later binnen Assassin speelt. Tja, je bent fan of je bent het niet. Maar wat zullen zij toen dat stuk werd ingezet hebben gedacht?

ZONDAGAVOND: SECRET NIGHT

Bij het binnenwandelen van de tent rond een uurtje of half zeven blijkt dat zo lang in de rij staan niet echt nodig is, mits je niet helemaal vooraan wilt staan. Rond die tijd kan men nog makkelijk in het voorste gedeelte staan. Het Britse proggezelschap Lifesigns is vanavond de opwarmer. Dit is een formatie die vorig jaar zijn debuut uitbracht en is gemazeld en gepokt met een prima instrumentenbeheersing van enthousiaste musici, zoals John Young, die een goede staat van dienst hebben (onder andere Cutting Crew en The Cardigans). Wel kabbelen de meeste songs iets te lang door. Het enige instrumentale nummer valt vanwege de spanning in positieve zin op en doet aan Happy The Man denken. Met vier minuten is het veel te kort in vergelijking met andere, langere stukken van deze op zich aardige band.

Maar eerlijk is eerlijk, we staan te trappelen voor wat de ‘Marillo’s’ ons deze avond gaan voorschotelen. Even na half negen komt de groep behoorlijk no nonsense het podium op, behalve Hogarth. Mosley tikt af en plotsklaps zitten we in 1982: Market Square Heroes. Het dak gaat eraf. De vloer moet heel wat verduren en de aantal decibellen op het podium zijn minstens zo groot als in de zaal. Bijna twintig jaar stond dit nummer niet meer op de setlist en nu verrast de band met één van de vlaggenschepen uit de Fish-periode en die hakt er aan het begin lekker in. Hogarth danst de bühne op en gaat helemaal uit zijn plaat. Daarna volgt Garden Party en voor we het weten zitten we in de “Misplaced Childhood”-periode met Kayleigh, Lavender en Heart Of Lothian. Van opvolger “Clutching At Straws” volgen eveneens drie nummers: Warm Wet Circles, Sugar Mice en Incommunicado. Bij het eerstgenoemde stuk wordt aan het einde niet overgegaan in That Time Of The Night en zo wordt langzamerhand aangevoeld wat de band vanavond aan het doen is: een ware chronologische ‘Singles Only’-setlist.

Niet alle singles worden gespeeld. Alhoewel ’s middags Assassin al klonk, ontbreken He Knows You Know, Punch & Judy, maar ook publieksfavorieten Easter, Cover My Eyes en The Hollow Man. Ze worden niet gemist, want het feest kan vanavond niet kapot met zo’n ontlading en het eerste drie kwartier in volle feeststemming. Daarna neemt de groep, logischerwijze, wat gas terug. Na The Uninvited Guest volgen No One Can, Dry Land en vaart de band richting de stukken van “Brave” (met onder andere de alternatieve single-versie van The Great Escape), niet voor Hogarth, Rothery en Trewavas het voorpodium betreden om een werkelijk schitterend ingetogen versie van Sympathy te spelen. Vanaf een afstand begeleidt Kelly de heren subliem met spaarzaam toetsenwerk. Dit ervaar ik als vier minuten die tot de hoogtepunten van het hele weekend kunnen worden gerekend en andermaal valt op in wat voor bloedvorm Hogarth is qua stem. Tijdens de voorgaande avonden liet hij al horen de meest ingewikkelde zanglijnen er prachtig uit te gooien (Map Of The World, The Invisible Man), maar ook in songs als 80 Days en These Chains kan hij niet beter presteren dan hij vanavond doet.

Je zou je halverwege het optreden kunnen afvragen waarom de groep niet met de meest recente single begint en dan terugtelt naar 1982, maar het is slechts een detail. De set van vanavond steekt qua opbouw gewoonweg prachtig in elkaar. Dan wordt in de chronologie een stap gemaakt van 1998 naar 2007 en volgen de twee singles van het ondergewaardeerde “Somewhere Else”: See It Like A Baby en Thank You Wherever You Are. Voor velen een hernieuwde kennismaking met nummers die na het uitkomen van dat album de ijskast in zijn gegaan. Dat geldt ook voor Whatever Is Wrong With You van een jaar later: dit is eveneens een single geweest, het is maar dat u het weet… De set zit er dan op, maar natuurlijk keert de groep nog terug voor de meest recente single uit 2012: Power. En om The Final Edition van de afterparty dit jaar in te luiden: ’this is a miserably played version of a song by a Dutch group’. Na het succes in 2007 keert na acht jaar Hocus Pocus van Focus weer terug, kunnen de grote ballonnen weer het publiek in en is de uitzinnigheid compleet.

Daarna is het echt voorbij en wordt er collectief afscheid genomen van elkaar. Wie nog even wil doorfeesten, kan net als op zaterdagavond in de Adventure Factory meezingen met Rockaoke, met als verschil dat Hogarth nog na middernacht binnenvalt, de microfoon pakt en Led Zeppelin’s Rock And Roll eruit perst, gevolgd door I Saw Her Standing There en Hey Jude van The Beatles. Wie daarna Steve Rothery op de fiets ziet wegfietsen, weet dat het feest voor iedereen – band én publiek – meer dan geslaagd is. Maar, het vijfde weekend op Port Zélande zit er pas op als je maandagochtend de sleutel in de daarvoor bestemde bak hebt gegooid en de Grevelingendam in het zicht komt; op naar huis. Nagenieten. Twee jaar wachten. En dan mogen we weer. ‘De gekte van de sekte die Marillion heet’.

Of het weekend in 2017 in Nederland ook weer op Port Zélande plaatsvindt? Dat is nog niet zeker, want inmiddels is bekend dat Center Parcs na 25 jaar de huisjes op het park – die inderdaad wel een opknapbeurt mogen gebruiken – in de particuliere verkoop wil doen. Of Marillion over twee jaar het lukt om het volledige park weer af te huren zou wat meer voeten in de aarde kunnen hebben, maar laten we van het positieve uitgaan. Happiness Is The Road. De band heeft het andermaal bewezen dit jaar, want het Marillion Weekend 2015 op PZ behoort op alle fronten tot de beste in de reeks van vijf. Elke keer weet de groep zichzelf weer te overtreffen. Dit jaar waren de visuele effecten een geweldige toevoeging; in 2013 werd daar al een voorschotje op gegeven. Al met al drie gewaagde concerten van een zeer goed ingespeelde band, inclusief een paar prachtige verrassingen en ondersteund door de fraaiste lichtshow die Marillion ooit heeft laten zien. De drie concerten gaan overigens op herhaling in Montreal en Wolverhampton, maar dit weekend verdient een dikke pluim voor de organisatie, het sympathieke personeel van het park en aan iedereen die drie dagen voor zo’n geweldige vibe zorgt. De fans zijn nog lang niet Marillion Weekend-moe, dat mag duidelijk zijn.

En die grap van Ian Mosley zullen we nooit meer vergeten:
“How do you know if there’s a lead singer outside your door? You don’t: He can’t find the key and doesn’t know when to come in.”

Send this to a friend