Neoprog liefhebbers verheugt u! De nieuwe Martigan is een zalig werkje dat je keer op keer wilt beluisteren. Dit Duitse gezelschap brengt niet heel vaak nieuw werk uit. Zo’n beetje om de zes jaar komen ze met een vers album. Na het voorlaatste album “Vision” had ik de band een beetje afgeschreven. Op dat album hoor je een band die te graag en teveel indruk wil maken. Het album opent bijvoorbeeld met een epic die zo propvol zit dat het bijna op de lachspieren werkt. Maar dat de band potentie heeft, dat was vanaf het eerste album al duidelijk. Martigan is zo’n band waarbij je rekening houdt dat ze zomaar eens een parel kunnen uitbrengen. Dit nieuwe album is er overduidelijk een.
Ten opzichte van het vorige album heeft de band twee belangrijke elementen aangepast. Er is meer aandacht voor melodie en zanglijnen en er is binnen de composities voor meer rust gekozen. Pakkende refreinen en zanglijnen die je zo mee kunt zingen, dat schotelt de band ons op dit schijfje veelvuldig voor. Elk nummer heeft zo zijn eigen charme en nergens krijg je het gevoel dat ze in herhaling vallen. Op dit album is alleen de zang van Kai Marckwordt te horen. Mirko Bäumer die op de vorige twee albums nog te horen was, lijkt definitief van het toneel verdwenen. Geen nood, want Kai Marckwordt heeft een uitstekende stem met een zeer eigen geluid.
Gelukkig heeft de band ook meer rust ingebouwd. Het voelt allemaal veel minder volgepropt aan. Dat betekent niet dat de muziek gezapig klinkt of iets van die strekking. Mensen, dit is eerder een achtbaanervaring dan een ritje in de droomvlucht. Alleen Simplicius is een echte ballad en ook hier klopt alles. Mooie ingetogen zang, spaarzame pianoklanken en een oorstrelende gitaarsolo van ruim twee minuten die de hele ballad als het ware openscheurt. Schitterend!
Gitarist Björn Bisch is sowieso een grote smaakmaker op dit album. Zijn heerlijk slepende solo’s duiken veelvuldig op waarbij de ene nog mooier is dan de ander. Maar het zou echt niet gepast zijn als ik alleen zijn naam zou noemen. De ritmesectie bestaande uit nieuwkomer Marco Koch op basgitaar en drummer Alex Bisch is rete strak. Die drums klinken lekker inventief en Bisch maakt veel gebruik van percussie-instrumenten. Een nummer als Complicius wordt bijvoorbeeld extra swingend door zijn bongo’s. Toetsenist Oliver Rebhan vlecht zijn spel overal uitstekend doorheen en kiest af en toe brutaal de voorgrond met vette solo’s.
Eigenlijk stelt alleen het wat zoutloze On Tiptoe wat teleur. Voor de rest is het stuivertje wisselen om wat nu het beste nummer is. De ene keer vind ik opener Theodor’s Walls met zijn strakke tempowisselingen en catchy refrein het beste nummer en even later vind ik weer dat Fire On The Pier die titel verdient. Gewoon omdat het zulke goede neoprog is. De keuze voor wat het beste nummer zou moeten zijn, laat ik graag aan jou over. Feit blijft dat dit in het neoprog genre een uitstekende plaat is, waar je veel plezier aan gaat beleven. Het album kwam eind december 2015 uit, natuurlijk net nadat ik mijn top 10 van dat jaar had samengesteld. Achteraf zou dit album in de top 5 van die lijst thuishoren.
Maarten Goossensen