Mater Thallium

Mirroring Whirlwinds

Info
Uitgekomen in: 2019
Land van herkomst: Noorwegen
Label: LLRecords
Website: https://www.facebook.com/MaterThallium/
Tracklist
Mirrored Whirlwinds (06:44)
Familicide (05:10)
Desolation Throne (06:04)
Fading Faces (05:00)
Womb Raiding (06:30)
Suffer The Undead (05:44)
Regaining Sanity (06:04)
Plaintive Recurrence (04:04)
Erik Andas: basgitaar, zang
Petter Falk: zang
Geir Venom Larzen: drums, percussie, gitaren, zang
Hakon Markussen: toetsten, zang

Met medewerking van:
Bente Marit Ekker: viool
Yngve Hasnes: trombone
Mette Jensen: fluit, zang
Silje Leirvik-Marsch: zang
Mirroring Whirlwinds (2019)
Abandoned By The Sun (2014)
Mater Thallium (2013)

Eén bak doffe ellende! Dat is wat er door de mannen van de progressieve doomband Mater Thallium over de luisteraar wordt uitgestort. Alsof de heren voor de liedteksten op dit album een compilatie hebben gemaakt van de meest gruwelijke nieuwsberichten die de afgelopen jaren tijdens het NOS-journaal aan bod zijn gekomen. Als je momenteel al in een dipje zit zou ik hier dus maar niet aan beginnen.

De ooit als eenmalig project bedoelde Noorse groep Mater Thallium levert met “Mirroring Whirlwinds” zijn derde schijf in zes jaar af. Vooral liefhebbers van de muziek van Opeth, Pain Of Salvation, Anathema en Katatonia zullen met deze plaat wel raad weten. Het concept van het album is sinister en – volgens de band zelf – gebaseerd op gebeurtenissen die zich afspelen in de moderne, hedendaagse samenleving. Zoals al vermeld betreft het hier met name de minder opbeurende gebeurtenissen. Nummers met namen als Desolation Throne en Suffer The Undead doen dit natuurlijk al vermoeden, evenals de albumhoes waarop een geschilderde voorstelling van een brandend dorp staat afgebeeld.

Vijfenveertig minuten muziek verdeeld over totaal acht nummers krijgt de luisteraar voorgeschoteld. Het eerste nummer, Mirrored Whirlwinds, begint met de zoete klanken van een speeldoosje. Na deze misleidende introductie – er valt op deze donkere melancholische plaat immers niets vrolijks te beleven – worden we getrakteerd op lekker drumwerk en een nostalgisch toetsengeluid. Eerlijk gezegd schrok ik bij de eerste luisterbeurt wel van de zang op dit nummer. Die klinkt, naar mijn mening, niet heel erg best. De zanger doet zijn best een rauw geluid te produceren maar eigenlijk klinkt hij veel beter tijdens de stukken waarop hij deze poging staakt en meer ingetogen zingt. Wat de muziek betreft valt er echter veel moois te beleven: veel tempowisselingen, ‘op een goede manier kwistig’ drumwerk, bijzonder sfeervol toetsenspel en lekkere gitaren.
Familicide is een rustiger nummer over, zo doet de titel natuurlijk al vermoeden, een familiedrama. Een prima stukje muziek waarop de zang gelukkig beter uit de verf komt. Dit nummer gaat over in Desolation Throne. Na wanhopig geschreeuw op de achtergrond komt het nummer op gang, King Crimson invloeden klinken door en het heeft er gelukkig de schijn naar dat de zanger alleen op het openingsnummer een uitglijder heeft gemaakt.




Dan volgt een grote overgang naar Fading Faces. Dit nummer met z’n compleet andere sfeer start akoestisch en een zangeres zet dit keer in. Het over het algemeen rustige, sfeervolle duet is voorzien van een mooie fluitsolo. En de laatste minuten is de muziek net iets krachtiger. Een beheerste opbouw: erg mooi gedaan.
Womb Raiding (als je niet weet wat dat is, laat dat dan maar zo) begint met ijselijk gekrijs en gaat over naar Frippiaans gitaarwerk. Af en toe wordt ook een In The Flesh (Pink Floyd) -achtige riff tevoorschijn getoverd.
Suffer The Undead begint traag. Het gitaarspel doet even aan Camel denken. In dit nummer zijn ook folk invloeden aanwezig. Hoewel het er tekstueel nog steeds niet comfortabeler op wordt klinkt de zang hier prima.
Met een zware logge riff wordt het nummer Regaining Sanity ingezet. Met opgewekte stemmen serveert een dameskoortje de luisteraar nog meer narigheid, waarna de zanger, ondersteund door de sfeervolle muziek, de toedracht verder volbrengt.
Plaintive Recurrance begint met de verhalende zang en akoestisch gitaarspel. Ook hier klinkt de muziek uitermate melancholisch. Het voor dit nummer aan het instrumentarium toegevoegde vioolspel doet af en toe aan Kansas denken.

Wat moet je daar nou mee? Een plaat gevuld met alleen maar heerlijke muziek waarvan de teksten van de nummers uitermate slecht te verteren zijn. Ik vind het lastig, maar dat is natuurlijk wel persoonlijk. De acht composities steken prima in elkaar. De zang is slechts sporadisch ‘problematisch’, maar het overige maakt dat echt wel goed. Vooral de bijdragen van zowel de drummer als de toetsenist vind ik een positieve vermelding waard. Wellicht dat liefhebbers met minder zwakke magen dit werkje makkelijker tot zich kunnen nemen. Voor hen valt er veel te genieten.

Send this to a friend