Melanie Mau en Martin Schnella kennen we uit de laatste samenstelling van Frequency Drift, een band die al jaren toch enigszins in de schaduw van Mostly Autumn opereert en wiens muziek een beetje dezelfde mix van progressieve rock met lichte vleugjes folk bevat. Inmiddels lijken ze deze band alweer verlaten te hebben en in 2015 verscheen het eerste soloalbum van het duo, “Gray Matters”, dat vooral gevuld was met covers. Na het akoestisch live-album “Gray Matters – live In Concert” is het nu tijd voor de opvolger, “The Oblivion Tales”.
Op het hier ter bespreking voorliggende album ligt de nadruk aanzienlijk meer op de folk dan bij Frequency Drift. Ik ben daar persoonlijk wel blij mee, maar het zal hierdoor vermoedelijk niet bij alle lezers in de smaak vallen.
The Spire And The Old Bridge is een mooie binnenkomer. Geïnspireerd door hun eigen streek, de Harz-bergen (gesitueerd tussen Hannover en Leipzig), verhaalt het nummer over een lieflijk dorpje dat werd opgeofferd om plaats te maken voor een bergbezinkbassin. Muzikaal begint het al goed, met de low whistles van Jens Kommnick, die later ook de Uilleann Pipes ter hand zal nemen. Voeg hier de percussie (geen drums!) en de mooie driestemmige zang in het refrein aan toe en je hebt een prima nummer in een Keltische folktraditie.
Hierna wordt het wat mij betreft wel wat minder. Treasured Memories kent vooral een mooi instrumentaal middenstuk met fluit en basgitaar en van Words Become A Song kan ik de tekst wel waarderen, maar het nummer zelf is me iets te simpel. Close To The Heart was al bekend van het eerdergenoemde live-album. Een mooi gitaarsolo en dito fluitspel, maar geen nummer dat heel lang blijft hangen.
Met The Horseshoe hebben we gelukkig wel weer een topper te pakken. Net als bij de opener hebben we hier ook te maken met een door de eigen streek geïnspireerd nummer, nu van de Roβlegende die de Bode-rivier zijn naam heeft gegeven. Ook hier is het weer Jens Kommnick die uitblinkt, al is ook de samenzang hier niet te versmaden.
Vanaf My Dear Children komt gelukkig ook de progressieve rock wat meer op de voorgrond. In eerste instantie al door de meespelende artiesten: violiste Rachel Hall van Big Big Train en drummer Jimmy Keegan, die we vooral kennen van zijn jaren bij Spock’s Beard en die eveneens op de volgende twee nummers te horen is, op The Dwars Kings overigens samen met zijn voormalige bandgenoot Dave Meros op basgitaar. Het grootste verschil is echter vooral dat de muziek meer gaat rocken. Zeker het volgende nummer, Die Zwerge Vom Iberg, klinkt bij tijd en wijle behoorlijk fel. Het is het eerste van twee in het Duits gezongen nummers en eigenlijk bevalt dit me nog wel wat beter dan het toch niet helemaal foutloze Engels van met name Mau. Ook The Dwarfs King rockt lekker.
Hierna komt het album weer tot rust. Eerst met Erinnerungen, een in het Duits gezongen ballad met onder andere mooi cellospel. Vocaal vind ik Melanie Mau hier zelfs op haar best. De afsluiter is een instrumentaal nummer, het enkel door Schnella geschreven en ingespeelde Melanie’s Theme, dat naar ik aanneem is opgedragen aan Mau, niet alleen zijn muzikale partner overigens.
“The Oblivion Tales” mag er zeker zijn. Niet alle nummers kunnen mij evenveel bekoren, maar Mau en Schnella laten zeker horen meer dan voldoende in huis te hebben om in de toekomst een topalbum af te leveren. Daarbij zou het dan mooi zijn als ze een manier vinden om progressieve rock en folk écht te combineren, want nu is het toch vooral of het ene of het andere. Ten slotte wil ik nog complimenten maken voor de mooie verzorging van het in eigen beheer uitgegeven album, dat direct bij de band te koop is. Progliefhebbers die ook van folk houden, moeten het album zeker een gaan beluisteren op de Bandcamp-site van de band.
Wouter Brunner