Bij elk album stuurt een platenlabel altijd een factsheet mee. Hierop lees je meer informatie over de band en vertelt het label vooral hoe ongelofelijk goed en uniek de muziek is. Ik heb er honderden gelezen en ze zijn vrijwel allemaal te saai voor woorden. Je kunt ze prima lezen voor het slapen gaan. Halverwege de pagina ben je vertrokken. Bij dit album van Mesa Verde is dat anders. Hoe is volgens de factsheet deze band ontstaan? “Twee boeren, een darmonderzoeker en een gefrustreerde leraar gaven gehoor aan een oproep en stonden op als Mesa Verde.” Mijn interesse is meteen gewekt. De eigenwijsheid die ik in de factsheet lees, hoor ik ook in de muziek terug.
Die nieuwsgierigheid bereikte een hoogtepunt toen ik las dat de band met een been in de prog staat en met het andere in de popmuziek uit de jaren 80. Een combinatie waar je mij, mits goed uitgevoerd, ’s nachts voor mag wakker maken. En gelukkig, dit viertal maakt er echt iets bijzonders van.
Ten eerste, blinken ze uit in creativiteit en originaliteit. Vakkundig smeden ze progrock, 80’s pop, indie en nog wat andere stijlen samen tot een heerlijk geheel. Daarbij zit er in elk nummer wel iets dat weet te verrassen. Een toffe overgang, een pakkende zanglijn of een instrumentaal huzarenstukje.
Ten tweede, weet dit viertal hoe je goede muziek schrijft. Alle nummers hebben een eigen smoel en zijn vaak niet met elkaar te vergelijken. En toch wordt het nergens een ratjetoe. Neem het gedragen Eva. Het kabbelt prachtig voort en trekt je bijna onbewust helemaal in hun muzikale wondere wereld. Of die heerlijk frisse gitaarsolo in Endurance, daar word ik blij van. Een nummer als Moments bevat sterk toetsenspel en is net zo meeslepend. De stem van Jonas Lundekvam is vrij hoog en doet denken aan die van Jonas Bjerre (Mew).
Het aantal referenties is bijna eindeloos. Ik hoor invloeden van Yes, Mew, Tame Impala, The Buggles en hun landgenoten van Trojka. Ik krijg geen genoeg van Pickings for the Beast. Het zou zo een nummer van The Buggles kunnen zijn. Heerlijk die synthesizer en wat aangezette drums. Het snorrende basspel bezorgt mij een grote glimlach, net als het belachelijk lekkere refrein. Ik ben weer helemaal terug in de tijd van pastelkleuren, schoudervullingen en Miami Vice.
Op het eerste gehoor vond ik het album wat simplistisch overkomen. Maar schijn bedriegt. Dit album blijkt na meerdere luisterbeurten meer gelaagd én gewaagd dan je zou denken. Een dikke aanrader.