Ik ben gek op Italië. In mijn ogen is bijna alles wat uit dat land komt mooi. Dan heb ik het over de cultuur, het eten, de films, de auto’s, de vrouwen, ja ik kan zelfs genieten van het catenaccio-voetbal wat daar af en toe op de mat wordt gelegd. Ook de Italiaanse prog heeft een speciaal plekje in mijn hart. Van bands als Banco Del Mutuo Soccorso, Premiata Forneria Marconi of Le Orme (alleen de namen al!) kan ik enorm genieten. Groot waren dan ook de verwachtingen toen er weer een schijf van een Italiaans gezelschap in huize Uffing op de deurmat viel. Een bij mij volstrekt onbekend Italiaans gezelschap, dat dan weer wel.
Nu is het eerste wat opvalt dat deze band in het geheel niet klinkt als de bands die ik in de introductie noemde. Is dit album daarom een tegenvaller? Zeer zeker niet!
We krijgen eerst een Chopin-achtig intro voorgeschoteld voordat we worden getrakteerd op het eerste lekkere nummer: The Angel Lies Dying. Een heerlijk up-tempo nummer met een zeer catchy refrein, waarbij ik een flinke Moongarden associatie ervaar. Niet geheel toevallig ook een Italiaanse band. Ik vraag me alleen serieus af waarom er tegenwoordig op bijna elk album wel een paar grunts te vinden zijn. Ook in dit nummer komen ze weer voorbij, zonder dat ze ook maar iets toevoegen aan een verder prima liedje.
Het is dat we bij Progwereld alleen albums in onze jaarlijsten zetten, want van het volgende nummer – simpelweg J. getiteld – heb ik sterk de indruk dat het voor mij wel eens één van de beste nummers van 2015 kan worden. Echt een heerlijk nummer dat na een Wishbone Ash achtig intro het beste van Threshold of Fates Warning vooraf laat gaan aan een finale die zo van “The Cross & The Crucible” van Pallas af had kunnen komen. Machtig mooi!
Na de obligate, maar overigens prima ballad komen we aan bij de epic van het album, Caged getiteld. Zoals het een goede progband betaamt, is het nummer onderverdeeld in een viertal subtitels. Ook daar horen we dat deze band zijn pappenheimers kent. Zo lijkt de riff in het begin van het nummer wel erg veel op die van Metropolis Part One van Dream Theater. Ook heeft het dreigende slotstuk in de verte wel wat weg van King Crimson.
Wellicht dat deze recensie door het noemen van al deze inspiratiebronnen de indruk wekt dat hier sprake is van het nodige knip- en plakwerk en dat het allemaal nogal onsamenhangend is. Dit is echter geenszins het geval, het is allemaal erg coherent. En ondanks het feit dat Methodica door veel verschillende namen beïnvloed lijkt, slagen ze er absoluut in een eigen geluid te creëren. De vijf afzonderlijke bandleden verdienen hier allemaal evenveel credits voor. Hoewel iedereen hier afzonderlijk zeker zijn mannetje staat, is er niemand die echt bovenmatig opvalt. Kortom, een echte groepsplaat dus.
Na nog een tweetal uitstekende nummers sluit de plaat ook zeer sterk af met Ukiyo-E (een Japanse vorm van houtsnede) waar iedereen zich nog een keer van zijn beste kant laat zien. En dan heb ik echt dik een uur behoorlijk zitten genieten. Deze plaat kan zich echt meten met het betere werk van de al eerder genoemde Threshold en Fates Warning, want dat zijn in mijn ogen toch de voornaamste inspiratiebronnen.
Wacht even, er komt nog wat! Het moet u bij het lezen van de tracklist toch opgevallen zijn dat daar de titel stond van een wel heel grote progklassieker. Jazeker, deze heren wagen zich nog even aan Firth of Fifth van Genesis, weliswaar als bonustrack. Alsof ik nog niet genoeg referenties heb genoemd! Word ik hier als conservatieve purist nu vrolijk van of niet? Ach, ik ben van menig dat het origineel toch niet te evenaren is en dat gebeurt hier ook zeker niet. Wel wordt er hier middels een toegevoegde eigen gitaarriff een eigen draai aan het nummer gegeven en wordt het nummer dus in de Methodica-stijl uitgevoerd. Ik zou zeker willen aanraden om zelf even te luisteren. Het mooie is namelijk dat je een prachtig album bij deze cover cadeau krijgt. Hulde!
Ralph Uffing