Naar aanleiding van het vorige album van deze Poolse sombermans kon ik nog verzuchten dat dat een lekkere zwelgplaat voor donkere dagen was. Daar kom ik nu niet meer mee weg, mezelf zo herhalen. Dat is overigens een lesje dat Metus zich ter harte zou moeten nemen.
Metus is vooral Marek Juza, de zanger, schrijver en arrangeur van dit album. Hij maakt zwaargeestige muziek, of zwaarmoedige, zoals je wilt. Gothic rock met teksten vol ellende. Metus is aardig omdat er een bijzonder vakkundige band achter zit, die met lichte toetsen- en lyrische stukjes cello licht verteerbare, fraaie muziek maakt. Metus is verschrikkelijk, omdat Marek Juza er de geestelijke vader van is.
De man schrijft de allerbelabberdste teksten van het type ‘I found my way, my own way in life/If you disagree I won’t care anymore’. Nou en? Niet toevallig gaan zelfs de tÃtels van de eerste vijf stukken over de ik-figuur: de hele wereld draait om het overweldigende leed dat Juza op zijn schouders torst. Zo hoort dat in de doom, maar je kunt het ook overdrijven. Daarbij is Juza geen begenadigd zanger. Ik vermoedde in mijn vorige recensie dat hij zijn teksten apezat had ingelald. Zo klinkt het nog steeds wel, maar ik begin te begrijpen dat het niet veel uitmaakt in welke staat de zanger zich bevindt: hij kan gewoon niet zo goed zingen. Hij kan ook geen liedjes schrijven. Hij kan één liedje schrijven, heeft dat ooit een keer gedaan en herhaalt dat liedje nu in elke mineure toonsoort die er bestaat.
Als je dat – op zich vergeeflijke – gebrek aan talent combineert met de sombere, trage gang van de meeste stukken op deze plaat, krijg je een album dat zelfs de vrolijkste clini-clown nog zou kunnen doen besluiten zich voor de trein te gooien. Wát een zeurderig album! Ik heb sinds Geer & Goor niemand meer zo horen zaniken als Jura op deze plaat. Het nummer All I Need Is You bijvoorbeeld, mogelijk bedoeld om een meisje (of OLH, dat weet je maar nooit) in te palmen, is van een dusdanig droefgeestige drenzerigheid dat het meisje of de Heiland in kwestie zich wel twee keer zal bedenken alvorens dit stuk zelfbeklag in de armen te sluiten. Met ‘I Wanna Fly’, begint een ander liedje, gezongen met een uitgeputte levensmoeheid die de luisteraar ervan overtuigt dat de zanger blij mag zijn als hij niet de hele dag met zijn knokkels over de vloer sleept, om van echt vliegen maar te zwijgen. Bleh!
Die algehele malaise dringt zich onvermijdelijk ook aan de luisteraar op. Na een halve draaibeurt vond ik het al minder mooi weer, na de tweede luisterbeurt zat ik te huilen, na de derde nam ik een abonnement op de Telegraaf. Als het leven dan tóch geen zin heeft…
“In Memory Of My Lost Dreams” is een lamlendige partij aanstelleritus, saai en eentonig, gezongen in het soort Engels dat je in Engelssprekende landen in grote moeilijkheden kan brengen. De band is puik, maar ze hebben te weinig te doen om echt te excelleren. En daarbij verwacht ik dat ze van een bord Brinta nog mooiere muziek zouden kunnen maken dan van deze zeurliedjes.
Erik Groeneweg
Bestel deze cd rechtstreeks bij Discorder