Het leukste aan recenseren is waarschijnlijk dezelfde reden waarom jij recensies leest: het ontdekken van nieuwe muziek. Er is niets zo gaaf dan een album te ontdekken dat je weet te raken, te verrassen en/of te inspireren. Het hier besproken album werd mij door Spotify opgedrongen toen een ander album dat ik had opgezet afgelopen was. Ik was ondertussen druk bezig en had niet echt door dat er iets anders geselecteerd was. Tot ik dus enorm geraakt werd. Wow.
Het bleek te gaan om het uit Auckland, Nieuw Zeeland afkomstige Mice On Stilts. Hun derde album “I Am Proud Of You” werd in maart 2023 uitgebracht na een succesvolle crowdfundcampagne via Kickstarter. Het album sluipt onder je huid en weet je ziel te roeren. De stijl is lastig te omschrijven. Doom folk zou kunnen, een vleugje indie, duidelijk progressief. Ik las op internet dat iemand het omschreef als ‘chamber prog’. Ik denk dat die term de lading het best dekt.
Het album is poëtisch, persoonlijk, introspectief en gaat over thema’s als verslaving, eenzaamheid en verlossing. Voorwaar geen lichte kost. Ik houd er van. Niets zo mooi als muziek die doorleefd, melancholisch en persoonlijk is; muziek (en teksten) die de rafelranden van het leven blootleggen en die gemaakt zijn in zware tijden. Het maakt het album authentiek, oprecht en vol met echte emoties.
De muziek is behoorlijk akoestisch en heeft vaak een pastorale insteek. De basis wordt vaak uitgebouwd met prachtige lagen die subtiel over elkaar heen gelegd worden. De strijkers geven de muziek extra diepgang en de piano weet hier vaak, bijna frivool, doorheen te kruisen. De momenten dat blazers hun intrede doen zijn het meest speciaal. Zoals de prachtige trompetsolo in Edge of the Garden en de lome saxofoonsolo aan het einde van When Will We See the Day?. En ook als de saxofoon meer mag scheuren zoals in National Radio maakt hij indruk. Op spaarzame momenten hoor je een goed geplaatste gitaarsolo zoals in Through the Kauri.
Jigsaw Legs opent mooi met akoestische gitaar en het zalige warme geluid van de akoestische contrabas. Het kabbelt de eerste minuten prettig voort. Je zakt even wat dieper weg in je stoel. De laatste paar minuten zijn instrumentaal met een hoofdrol voor de piano en een subtiele trompetsolo.
Het meest progressieve nummer is National Radio. Het heeft een prachtige opbouw en de dreigende saxofoon en selectieve momenten met de elektrische gitaar stuwen het nummer naar grote hoogte. Maar eigenlijk moet ik er geen nummer uitlichten. Dit album moet je als geheel ondergaan. Dim de lichten, zet je telefoon uit, schenk een goed glas wijn in en geef dit album je onverdeelde aandacht. Het is net zo mooi en schilderachtig als het artwork. Muziek om je in te verliezen. Om alles om je heen te vergeten. Een parel!