Alle Saga-fans zeggen mij na:
Clear is beter dan Network,
Clear is beter dan Network,
Clear is beter dan Network,
Clear is beter dan Network,
Clear is beter dan Network.
Door een rare samenloop van omstandigheden zijn Michael Sadler’s feitelijk eerste solo-cd en Saga’s “Network” min of meer tegelijkertijd uitgekomen. Het is dan natuurlijk verleidelijk beide werken te vergelijken en het verrast enorm te moeten constateren dat Sadler – bevrijd van het Saga-juk – tot een veel beter resultaat komt.
Toegeven, de composities hebben een langere geschiedenis. Van de 12 liedjes komen er 6 van zijn in 1998 verschenen solo-cd “Back Where We Belong”, waarmee “Clear” dus in feite een sterk opgepoetste versie is van dit moeilijk verkrijgbare werkje.
Het materiaal van “Clear” ligt ook mijlenver van de bekende Saga-sound af, al draagt de warme en prettig in het gehoor liggende stem wel bij aan de herkenbaarheid ervan. De productie is een heel stuk helderder dan de laatste plaat van zijn broodheren en de nummers krijgen vooral meer ruimte en rust om tot ontwikkeling te komen. Het geluid van “Clear” is misschien nog het beste te vergelijken met Saga-albums als “Behaviour” (1985) en “Wildest Dreams” (1987), zonder het jaren-tachtig geluidje van beide platen. Vanuit een ander gezichtspunt is het feitelijke gladde AOR, popmuziek voor volwassenen en daarmee wellicht weinig symfonisch. Doch één ding is in elk geval ‘clear’: het materiaal is ijzersterk, met liefde gemaakt en je hebt eindelijk iets in huis om op te zetten als je familie op bezoek komt.
De achtergrondkoren, met onder andere zijn dochter Gwen Sadler, op nummers als Too Much Time On My Hands en Who’s Foolin’ Who geven de plaat een lichtelijk gospelsfeertje en nodigen bijzonder uit tot luid meezingen. Als aan het einde van Too Much Time On My Hands de muziek weg-fade, maar het koor onder handgeklap blijft doorzingen krijg ik warempel kippenvel. Kom op zeg, hoe krijgt die Sadler het voor elkaar?
Ik kan elke song wel noemen als hoogtepunt. I’m Not The Enemy is nog het meest Saga-achtig en heeft ook al zo’n heerlijke drive. Je hoort de stukken waar Jim Gilmour had moeten zingen en je hoort de echo van de gitaar van Ian Crichton haast. Marcus Demi geeft na de rap (!) aan het einde echter een voortreffelijke gitaarsolo, die Crichton niet had kunnen verbeteren.
Ook Lonely heeft het achtergrondkoor, maar tevens het kietelende gitaartje in je linker- en de aarzelende synthesizer in je rechteroor. Surrender Your Heart is al net zo verslavend, vooral het einde waar de band heel eventjes ‘los’ gaat. Maar alle studiomuzikanten staan keurig in dienst van de sterke popsongs die het hele album kenmerken.
“Clear” kent – zoals het goede AOR betaamt – ook een groot aantal ballades, de een nog zoeter dan de ander. Het hoogtepunt (of dieptepunt, zo je wilt) is het door aangenaam percussiewerk voorziene In The Name Of Love. Soms hebben ze verrassingen, zoals het uitstekende drumwerk van Chris Frazier in One Heart en de sterke gitaarsolo van Demi in hetzelfde nummer. Zeer mooi is ook het afsluitende titelnummer, waarin Sadler op zijn mooist zingt en belijdt dat ook hij maar een mens is met fouten.
Het zal duidelijk zijn dat ik zeer onder de indruk ben van dit werkje. Misschien te ‘poppy’ voor veel lezers hier, is dit desalniettemin een product dat ik warm kan aanbevelen. Klasse zanger, klasse melodieën, klasse productie, wat wil je nog meer? Is het nou nog niet ‘clear’?
Markwin Meeuws