Een van de moeilijkste zaken als recensent bij een progressieve website als Progwereld is onbevangenheid. Wij proberen altijd kritisch te zijn ten aanzien van nieuwe ontwikkelingen en leggen ogenblikkelijk de vinger op de zere plek als zaken als ‘stilstand’ en ‘achteruitgang’ in het vocabulaire van een artiest of band voorkomt. Wij houden allemaal van vernieuwing en vooruitgang en hebben speciaal iemand bij Progwereld aangesteld om allerlei vaandels hoog te houden. Wij haten betaalde ‘meet&greets’, zoals bij Transatlantic. En wij gruwen uitaard als rechtgeaarde fanatici met name van ’tribute-bands’.
Toch zijn we allemaal naar The Musical Box geweest, en bezochten velen van ons braaf allerlei Pink Floyd-tribute-bands, om maar te zwijgen over alle shows die Roger Waters gaf ten aanzien van “The Wall”. Waarom doen we dan toch zo lacherig over Mick Pointer, die al een tijdje de wereld rondtoert met een all-star-band en de klassieker “Script For A Jesters Tear” van Marillion de eer geeft die het toekomt? Waarschijnlijk omdat het ‘symfonisch correct’ is dit af te zeiken. De webmaster voorzag al een vernietigende recensie en krabbelde zelfs op de promosheet ‘leef je uit!’ Nou, sorry, dat gaat mooi niet door! ;-)
Laten we ons daarom beperken tot de feiten. Wat geeft de live-dubbel-cd “Marillion’s Script Revisited” ons nu eigenlijk? Nou, de eerste cd is gewijd aan een integrale uitvoering van “Script For A Jesters Tear” in de iedereen bekende volgorde. Het is opgenomen in de Boerderij te Zoetermeer en de sfeer is buitengewoon uitgelaten. Het ‘meezing’ en ‘meeklap’-gehalte is zo groot, dat ik met name tijdens het eindgedeelte van The Web spontaan als een nar door de huiskamer huppelde. En ja ik heb ook He Knows You Know meegebruld. Drie keer raden welke uitspraak ik hard uitriep met het publiek tijdens Garden Party. Alle boze tongen en bovenstaande overdenkingen ten spijt: dit is werkelijk fantastisch. Ik ken geen Marillion-plaat waar deze tracks beter worden uitgevoerd.
Dat is op zich ook niet zo gek. Mick Pointer’s band kent een aantal collega’s waar je stuk voor stuk ‘U’ tegen zegt. Mick Varty van Credo, Ian Salmon van Arena en niemand minder dan Nick Barrett van Pendragon geven acte de presence. Belangrijker dan deze constatering is dat de band ondanks al deze ego’s goed op elkaar ingespeeld is. Dit alles gaat duidelijk onder leiding van Mick Pointer, die ‘en dat mag ook weleens gezegd worden’ voortreffelijk drumt. Barrett heeft de heerlijke taak de solo’s van Rothery te mogen vertolken, en met name de solo’s in Script For A Jesters Tear en Chelsea Monday zijn om door een ringetje te halen.
Het allerbelangrijkste moet echter nog komen: Brian Cummins is een ware ontdekking. Zijn stemgeluid ligt zeer dicht bij Fish, maar hij legt er genoeg eigen interpretatie en kleur in, waardoor het interessant blijft voor de argeloze luisteraar. Hij tilt met name Garden Party mijlenver uit boven welke live-uitvoering ik ooit hoorde.
De tweede cd is gewijd aan alle b-kantjes en singles die vooraf gingen of rond de tijd van “Script” verschenen. Dat betekent natuurlijk bijna twintig minuten Grendel, maar uiteraard ook een spetterende uitvoering van Market Square Heroes. Wat mij betreft had Margaret achterwege mogen blijven, en ook de hoes en titel getuigt van weinig fantasie. Maar dat is werkelijk het enige dat ik te klagen heb over deze fabuleuze liveregistratie.
Dus daar gaan mijn ‘credentials’ en de ijzeren discipline die we als hoeders van goede symfonische rock zo krampachtig vasthouden. Dit is zo goed uitgevoerd, dat Fish, Mark Kelly, Steve Rothery en Pete Trewavas zonder enige schaamte deze band met hun kinderen kunnen bezoeken om hen te laten zien hoe Marillion zo’n beetje klonk in de begindagen. Ik weet niet of Cummins, Barrett, Salmon en Varty goed contact hebben met Ian Mosley, maar ik persoonlijk zie een Ian Mosley Band “Marillion’s “Fugazi”Revisited” wel zitten!
Markwin Meeuws