De Amerikaanse multi-instrumentalist Mike Keneally is een veelgevraagd muzikant. Bijna net zoveel gevraagd als drummer Marco Minnemann, met wie hij regelmatig samenwerkt. Af en toe dan is het tijd voor een eigen album, meestal met songs die al gaande ontstaan, soms al jaren terug. Want gewoon naar de studio gaan, en van scratch een plaat maken, dat zul je Keneally niet snel zien doen. Domweg geen tijd voor.
Toch levert Keneally met “You Must Be That Tall” alweer zijn zestiende soloalbum af. Het is een lichtvoetige, bijna blije plaat geworden. Het lijkt wel of hij dat nodig heeft naast zijn live-werk met Dethklok, een virtuele death metal band (maar toch ook een echte band, verwarrend, maar Wikipedia kan het beter uitleggen dan ik). Het tekent de veelzijdigheid van deze muzikant die ook werkt en gewerkt heeft met illustere namen als Frank Zappa, Joe Satriani, Steve Vai en Andy Partridge (XTC).
Anyway, de lichtvoetigheid ten spijt, is ‘You Must Be This Tall’ niet meteen een toegankelijke plaat geworden. Keneally laat hierop meer de jazzy kant van de prog spreken, niet iedereens kopje thee. Meer Zappa dan Camel, meer jazzrock dan neoprog. Maar als er één ding duidelijk naar voren komt, dan is het ’s mans vakmanschap en virtuositeit. En dat op gitaar én toetsen. Gelukkig maakt Keneally niet de vergissing om op elk nummer alles te willen spelen, en hij huurt dan ook terecht grootheden in als Minnemann (daar is ie weer) en Joe Travers op drums, Bryan Beller op basgitaar en nog zo wat namen.
Alle songs bespreken is overbodig, daarvoor is het teveel een toevallig bij elkaar op één album belande verzameling. We pikken er even een paar uit. Het titelnummer heeft een Nederlands tintje. Het is namelijk de studioversie van een demo die Keneally schreef voor het Metropole Orkest en ging in 2006 in première in de Oosterpoort in Groningen. De vier stukken The Rider, een luchtig prog-epos, Kidzapunk, een manisch en chaotisch thema voor een niet-bestaande film, Cavanaugh, een stemmige rocksong, en Pitch Pipe, een pittig gitaarstuk, begonnen hun leven als stukjes ingezongen door Keneally in zijn telefoon terwijl hij op tour was met Dethklok en Satriani. Op wat drums (Minnemann) en beetjes gitaar (Musallam) na, speelt Keneally op deze vier alles zelf.
Tenslotte nog iets over Indicator. Dit nummer is een overblijfsel van Keneally’s samenwerking met Andy Partridge van XTC op “Wing Beat Fantastic”. Vraag je je toch af of die 1 minuut 26 daar dan écht niet meer op paste. Voor dit album maakt het nauwelijks iets uit, dat is met zijn 44 minuten toch al aan de krappe kant, anno 2013. Geen wereldplaat, maar wie van Zappa houdt, komt niet bedrogen uit.
Marcel Debets
Bestel deze cd rechtstreeks bij Discorder