Mike and the Mechanics

Out Of The Blue

Info
Uitgekomen in: 2019
Land van herkomst:  Verenigd Koninkrijk
Label: BMG
Website:  http://mikeandthemechanics.com/
Tracklist
One Way (4:00)
Out of the Blue (3:38)
What Would You Do (3:06)
The Living Years (6:24)
Beggar on a Beach of Gold (4:09)
Get Up (4:20)
Another Cup of Coffee (4:25)
All I Need Is a Miracle (6:38)
Silent Running (4:55)
Over My Shoulder (4:56)
Word of Mouth (4:03)
Bonus tracks:
Don’t Know What Came Over Me (3:59)
The Best Is Yet To Come (4:20)
The Living Years (5:32)
Beggar On A Beach Of Gold (3:54)
Another Cup Of Coffee (4:39)
Over My Shoulder (3:46)
Mike Rutherford: gitaar, basgitaar, zang
Andrew Roachford: toetsen, zang
Tim Howar: zang
Luke Juby: toetsen, basgitaar, saxofoon, zang
Gary Wallis: drums, percussie
Anthony Drennan: gitaar, basgitaar
Out of the Blue (2019)
Let Me Fly (2017)
The Road (2011)
Rewired (2004)
Mike & The Mechanics (1999)
Beggar on a Beach of Gold (1997)
The Hits (1993)
Word of Mouth (1991)
Living Years (1988)
Mike + The Mechanics (1985)

Hoewel we als recensenten bij Progwereld behoorlijk vrij zijn als het gaat om vorm en inhoud van ons werk zijn er toch enkele beperkingen: het besprokene dient duidelijk in de categorie ‘Prog’ thuis te horen en verzamelaars of ‘best of’ albums zijn een grote ‘no go’. Met deze recensie ga ik twee maal over de scheef, u bent gewaarschuwd.

Allereerst het genre, de muziek van Mike + The Mechanics, want daar gaat dit epistel over, kan maar moeilijk tot de progressieve rock muziek gerekend worden, daarover bestaan niet zoveel misverstanden. Op zijn best praten we over goed gemaakte en geproduceerde popmuziek met afwisselend een R&B en een rock-randje. Waarom dan toch een artikel wijden aan deze band? Het antwoord ligt voor de hand: de ‘Mike’ uit de bandnaam staat voor niemand minder dan Mike Rutherford, medeoprichter en bassist/gitarist van Genesis, een band die aan de basis van ons geliefde genre heeft gestaan. Tijdens zijn carrière bij Genesis had Rutherford al een tweetal soloalbums afgeleverd, het zeer symfonische meesterwerkje “Smallcreep’s Day” uit 1980 en het mindere “Acting Very Strange” uit 1982. Toen dat allemaal toch niet zo succesvol bleek richtte hij in 1985 zijn hobbybandje Mike + The Mechanics op, de man en zijn monteurs, toepasselijker kan bijna niet.

Het bijzondere aan de band was het feit dat er twee solozangers aan verbonden waren: Paul Carrack, ex-Ace en ex-Squeeze, en Paul Young, ex-Sad Café. Hoewel niet helemaal nieuw, was de bijzondere combinatie toch zeer succesvol en de band leverde herkenbare hitsuccessen af als Silent Running, All I Need Is a Miracle, The Living Years, Word Of Mouth en Over My Shoulder, die mede door het schrijvers, maar vooral het zangtalent van Paul Carrack de diverse hitlijsten bestormden en tot de dag van vandaag herkenbaar en makkelijk meezingbaar zijn. Met wisselend succes werden op deze manier tussen 1985 en 2010 zeven albums uitgebracht en regelmatig opgetreden met een klein hiaat in 2007 toen Genesis zijn wereldwijde reünie tour beleefde.

In 2004 verliet Carrack definitief de band om volledig voorrang aan zijn solo carrière en projecten te geven. Paul Young was reeds in 2000 op 53-jarige leeftijd overleden. Entree in 2009 voor het duo Andrew Roachford en Tim Howar, de eerste een begenadigd R&B zanger, de tweede een erkend musicalster. In deze bezetting, aangevuld met de trouwe drummer Gary Wallis (onder andere ex-Pink Floyd en Tom Jones), gitarist/bassist Anthony Drennan (Genesis-gitarist tijdens Calling All Stations tour in 1998) en de veelzijdige toetsenist/zanger Luke Juby werd daarna nog een beperkt aantal studioalbums geproduceerd en met enige regelmaat opgetreden in zowel het Verenigd Koninkrijk als Europa. De bekende hits werden door het nieuwe zangduo op een andere manier ingevuld en ook de arrangementen werden gaandeweg anders dan het origineel.

Reden voor Rutherford cs om enkele maanden geleden een ‘nieuw’ album op te nemen, waarbij nieuw tussen haakjes dient te worden geplaatst. Want good-old Mike vond dat het tijd werd om de nieuwe versies van het oude bekende werk aan de plaat toe te vertrouwen. Dus inclusief de al niet meer zo nieuwe zangers en, meer interessant, de nieuwe arrangementen. Die laatste liggen vooral in het verlengde van de live-optredens en hebben daarom een verfrissend karakter. Soms uit zich dat in een andere intro zoals in The Living Years, een andere keer zit het hem in de improvisatie (Get Up) of het einde van de song (Over My Shoulder). Hoewel de geest van met name Paul Carrack blijft rondwaren is de band er toch in geslaagd een ander sausje toe te voegen, dichter bij de band die deze nummers al tien jaar op de planken brengt. Vooral de onvolprezen Andrew Roachford is overtuigend in de rol van Carrack, zijn buigzame en emotievolle R&B stem komt prima tot zijn recht. Hoewel ik persoonlijk minder gecharmeerd ben van Howar mag ook diens bijdrage zeker niet als ‘slecht’ worden gekwalificeerd. Op zijn best klinkt zijn stem enigszins als Michael McDonald (Doobie Brothers), vooral in de harmoniezang, op andere momenten klinkt hij weer als de theatrale musical-zanger die hij ook in werkelijkheid is.

Naast de nieuwe versie van de oude hits zijn er ook drie nieuwe nummers waarvan vooral het titelnummer overtuigt, een prima toevoeging aan het ruime arsenaal van kwaliteitspopsongs dat de band inmiddels heeft opgebouwd. Daarnaast bevat de bonus disc van de ‘special edition’ nog een zestal akoestische versies voor de liefhebber, grotendeels live opgenomen, waarin de groep zijn veelzijdigheid en muzikale capaciteiten ruimschoots kwijt kan. De enige vraag die opdoemt is: waarom niet een volledig live album uitgebracht met de drie nieuwe songs als bonusmateriaal. Misschien komt dat er later alsnog.

Al met al dus helemaal geen slecht album, zeker geen dwarsdoorsnee verzamelaar met de oude hits voor de zoveelste keer opgepoetst, maar een volwassen werkje dat de band in zijn huidige samenstelling meer recht doet. Nog steeds geen prog, zeker niet, maar kwaliteitspop van de man aan wie velen van ons mede het feit danken dat we zo verknocht zijn geraakt aan de symfonische rock muziek: hoofdmonteur Michael Rutherford. Best wel lekker om soms even over de schreef te gaan.

Alex Driessen
Koop bij bol.com

Send this to a friend