“Starship Universe”, kan het nog afgezaagder?
Afijn, dat is geen vriendelijk begin. Gelukkig blijkt het meer een soort gimmick te zijn. Ofschoon deze plaat het solodebuut vormt van de Amerikaan Mike Visaggio, heeft hij al sinds 1970 in diverse bands van verschillende signatuur gespeeld. De meest directe link met enige bekendheid is te vinden in de van 1975 tot 1981 actieve Billy Falcon’s Burning Rose, aangezien hierin ook kortstondig Ed Gagliardi (later bassist van Foreigner) speelde. De gitarist van deze BFBR plaagde Visaggio graag met zijn voorliefde voor Emerson, Lake & Palmer en Yes en het uitroepen van de fictieve combinatie “Starship Universe” gebeurde regelmatig in deze plagerijen. Vandaar dus.
En de liefde voor Emerson, Lake & Palmer (en dan met name Emerson) lÃgt er ook duimendik bovenop. Niet alleen staat er een lange uitvoering van Blues Variations (“Pictures At An Exhibition”) op, ook de andere nummers klinken behoorlijk geïnspireerd op de sterk toetsengedomineerde prog van het illustere drietal. Ook Visaggio zit opgesteld achter een stevige keyboardopstelling, waaronder een heuse B-3 Hammond. Helaas komen ook zo ongeveer alle andere denkbare instrumenten uit een toetsenapparaat, behalve de drums op drie nummers, welke ingespeeld zijn door Michael Murray. Dat wil niet zeggen dat we zes nummers met drumcomputer hebben (er zitten ook nog wat korte drumloze intermezzo’s tussen), maar een aantal keer kunnen we er toch niet omheen.
Naast ELP wordt ook de rest van de bekende symfocanon als inspiratie en referentie aangehaald. Daarvan vind ik, qua referentie, eigenlijk alleen Styx nog enige toegevoegde waarde hebben, onder meer omdat In The Nazarene Church het album met een vergelijkbaar momentum opengooit als The Grand Illusion deed op het roemruchte gelijknamige album van deze pomprockers. Het is naar mijn mening ook meteen het sterkste nummer op de plaat.
Want voor het overige weet de muziek toch niet echt boven een minimaal basisniveau uit te stijgen: het is min of meer decente keyboardprog, maar wel érg generiek. Visaggio’s zangkwaliteiten kunnen er nét mee door, maar meer ook niet. Verder doet de muziek, die in eerste instantie nog wel aangenaam klinkt, al snel vrij leeg aan, door de overdaad aan instrumenten uit een doosje. Het is helaas een bekend fenomeen bij artiesten die de bandcompromissen niet (meer) zien zitten en derhalve maar solo gaan, maar het levert evengoed onbevredigende resultaten op. Over ’s mans keyboardkwaliteiten geen kwaad woord, maar voor de rest doet de muziek nogal klinisch aan. Vooral de computerbeat onder Blues Variation is geschikt om horendol van te worden.
Deze infame bluesvariatie wordt direct gevolgd door nog een ‘interpretatie’, namelijk die van Strauss’ Also Sprach Zarathustra. Het thema, vooral bekend geworden door de film “2001: A Space Odyssey”, wordt opgerekt tot bijna tien minuten jammen. Persoonlijk vind ik het een vrij bekoorlijk stukje muziek, maar een andere plaats op het album had het zeker goed gedaan.
De gezongen nummers en de in het cd-boekje aangeboden overtuiging bieden ruim voldoende basis om Visaggio in het hokje ‘gospel’ te plaatsen. De meeste van die liedjes ontberen evengoed spanning: de zanglijnen klinken vaak vermoeid en de vaak nogal lange composities doen wat gezapig aan. Hier en daar springt Visaggio even succesvol boven het maaiveld uit met een fraaie solo op een van zijn keyboards, maar als geheel doen de liedjes weinig interessant aan. Daarnaast hoeft ‘gedateerd’ niet per se een negatief stempel te zijn, maar juist voor een artiest die ook wat ‘eigen’ interpretaties van klassiekers toevoegt, doet het geheel toch wel wat stoffig aan.
“Starship Universe” is al met al niet echt een slechte plaat, maar om de diverse genoemde redenen is hij ook amper interessant te noemen. Mike Visaggio is een getalenteerd toetsenist, maar bij het schrijven en uitvoeren van totaalcomposities komt hij toch het een en ander tekort. Misschien dat nog ergens een bestaande band een toetsenist zoekt?
Casper Middelkamp