“Borrowing from the characters in northern fairy tales bears the metaphysical comparison to Mindflower, a creature that, understanding the existence of something more than physical reality starts searching for enlightenment.”
Toegegeven, ik heb deze passage ook met enige gefronste wenkbrauwen gelezen. Ik vermoed dan ook dat het drietal zichzelf hiermee in beide voeten tegelijk schiet. Ik vraag me werkelijk af wie er tegenwoordig nog zit te wachten op een band die zich op tekstueel gebied inlaat met sprookjes met toverfeeën, kabouters en soortgelijke schepsels. Omdat ik weinig tot niets met dergelijke verzinsels heb, kan ik de grootste sprookjeshater evenwel meteen geruststellen. Het is namelijk niet helemaal toevallig dat deze cd uitgerekend in mijn speler belandt, maar daar kom ik later op terug…
Het Italiaanse Mindflower wordt in 1994 opgericht door gitarist Fabio Antonelli, bassist Alberto Callegari en toetsenist Fabrizio Defacqz. De drie debuteren in 1995 met “Purelake”, dat zes jaar later wordt gevolgd door “Mindfloater”. Ofschoon beide platen bij het bekende Italiaanse proglabel Mellow Records worden uitgebracht, betekent “Little Enchanted Void” niettemin mijn kennismaking met dit gezelschap.
Op zijn derde langspeler probeert Mindflower een verbinding te leggen tussen moderne en klassieke invloeden. Met de hulp van een klein legertje gastmuzikanten (waaronder de definitief tot de band toegetreden achtergrondzangeres Francesca Bianco) husselt het trio allerlei elementen uit ambient, elektronica, folk(lore), jazzrock, progressieve rock en neoklassiek door elkaar. Klassieke, doorgaans akoestische instrumenten als altviool, cello, hobo, piano, saxhoorn en viool worden op deze plaat herhaaldelijk ingezet om de moderne, veelal elektronische instrumenten enig tegenwicht te bieden. Deze benadering resulteert in een aangename melange van electro-akoestische, zwaar symfonische kamermuziek.
Ofschoon deze mengeling een zeer eigen karakter heeft, doet “Little Enchanted Void” mij af en toe denken aan het werk van een band als Isildurs Bane en dan in het bijzonder aan de gerenommeerde “MIND”-serie van dit opmerkelijke Zweedse gezelschap. Daarnaast hoor ik hier en daar verwijzingen naar de latere albums van Peter Gabriel en dat komt niet alleen omdat de zang op deze plaat vaak aan de voormalige Genesis-zanger doet denken. Tenslotte bespeur ik soms wat referenties naar het Hongaarse After Crying. Met maar liefst zesentwintig nummers klinkt het nieuwe album soms ietwat fragmentarisch en langdradig, maar het Italiaanse gezelschap weet – ondanks een totale speelduur van bijna tachtig (!) minuten – mijn aandacht toch redelijk goed vast te houden.
Mede om die reden kan ik “Litte Enchanted Void” zonder meer aanprijzen bij liefhebbers van ietwat avontuurlijke progressieve (rock)muziek in het algemeen en fans van genoemde referenties in het bijzonder. Ondanks mijn, door het stompzinnige sprookjesachtige fabeltje veroorzaakte, gefronste wenkbrauwen is de muziek zelf een zeer behoedzaam uitgedachte potpourri, zodat de nieuwe plaat absoluut de moeite waard is.
Frans Schmidt