Het Zweedse Mind’s Eye behoorde al jaren tot de sub-top van de progressieve metal en progressieve rock. ‘Behoorde’ is inderdaad verleden tijd, want dit inmiddels tot trio gereduceerd gezelschap mag na “A Gentleman’s Hurricane” gerust tot de top gerekend worden. En dat is een promotie die in dit genre best gevierd mag worden.
Nadat gitarist Frederik Grünberger de groep had verlaten, heeft basgitarist Johan Niemann nu ook de gitaar ter hand genomen, en hoe! De groep gaat sindsdien dus als ‘power trio’ door het muzikale leven. Toch is er één man die de touwtjes strak in handen heeft: Daniel Flores. Er is namelijk vrij weinig wat dit multi-talent op dit album niet heeft gedaan. Inderdaad, hij heeft geen snaren beroerd. In letterlijke zin dan, want de gevoelige snaren weet hij op dit album absoluut te raken.
Op het vijf kwartier durende album wordt een tragisch concept uitgewerkt wat gaat over moord, berouw en religie. Ofschoon Daniel Flores het in zijn enthousiasme doet voorkomen alsof hij alles zelf heeft bedacht, vertoont het plot van het concept overeenkomsten met de roman ‘Het Bernini Mysterie’ van Dan Brown. Toch wil ik in deze recensie niet teveel over het concept uitweiden. Geïnteresseerden kunnen hiervoor beter de website van de groep raadplegen. Interessanter is het om uiteen te zetten waarom Mind’s Eye met dit album muzikaal gezien is gepromoveerd naar de top.
Laten we beginnen met de arrangementen. Deze zijn van een grote schoonheid. Orkestrale passages zijn naadloos verweven in de doorgaans stevige muziek. Meermalen kwam daarbij de naam ‘cinematic progmetal’ bij me op. Ook aan de harmonieuze samenzang is veel zorg besteed. Het is een aspect waaraan bijvoorbeeld ook een groep als Shadow Gallery veel aandacht schenkt.
Voorts hebben alle composities een voor deze muziek ideale lengte van zo’n gemiddeld vijf minuten, het bijna elf minuten durende slotnummer uitgezonderd. Ik heb geen moment het gevoel gekregen dat een nummer te kort of te lang was.
Ook met de afwisseling zit het wel goed. De niet overmatig aanwezige tempowisselingen zijn functioneel en niet onnatuurlijk of geforceerd. Eigenlijk worden de liefhebbers van Dream Theater, Symphony X, maar ook Queensrÿche en Frameshift (een soloproject van Henning Pauly) op hun wenken bediend. Zonder dat deze groepen gekopieerd worden, overigens.
Met het klassiek aandoende Praying For Confession wordt het album erg goed geopend. Je gaat eens goed zitten voor de muziek die komen gaat. En die is niet mals. In volle vaart dendert Seven Days uit je speakerboxen, gevolgd door AssassiNation, een nummer met invloeden van Ayreon (vervormde zang). Beide nummers hebben ook fraaie akoestische tussenstukken.
Hell’s Invitation is een uitstekend voorbeeld wat de groep allemaal te bieden heeft. Knorrende akkoorden op Hammond worden bijgevallen door snelle repeterende gitaarriffs. Vanaf het moment dat de zang van Andreas Novak zijn intrede doet, ontspint zich een zeer afwisselend nummer, waarin (gelukkig) niet ieder gaatje is dichtgemetseld. Iedere twijfel over eerder genoemde promotie wordt weggenomen met Feed My Revolver, een adembenemend en krachtig nummer dat zijn titel zeker eer aan doet.
Met Ashes To Ashes (In Land Lullaby) zijn we stilaan bij een wat rustiger fase aangeland. Kracht en snelheid zijn nog wel aanwezig, getuige enkele bijtende gitaarsolo’s, maar worden subtiel afgebouwd. Op de vrij korte ballad The Hour Of Need levert Mia Coldheart een mooie heldere vocale bijdrage. Wat mij betreft had haar bijdrage op dit album groter mogen zijn dan deze luttele minuten. Haar stem heeft immers een zeer prettig timbre.
Keltische invloeden doen hun intrede op het mid-tempo Graveyard Hands. Via het minste en eigenlijk overbodige Say Goodnight belanden we bij het langste nummer, Pandora’s Musical Box.
Bij het openen van deze muzikale doos blijkt er toch niet zoveel ellende in te zitten als de overlevering doet vermoeden. Integendeel zelfs. In het tweede deel van het nummer is veel ruimte vrijgemaakt voor instrumentale krachtpatserij van het trio.
Met “A Gentleman’s Hurricane” maakt Mind’s Eye duidelijk dat zij de zeker niet slechte mix van progrock en progmetal op hun vorige albums vaarwel hebben gezegd. Men gaat nu voor de volle 100% voor (melodieuze) progmetal, die ook de liefhebbers van AOR zeker zullen aanspreken. Gewaagd, maar wel een duidelijke keuze die ook nog eens voortreffelijk wordt uitgevoerd. Ik ben overigens wel benieuwd hoe ze het live zullen brengen.
Als bewijs dat naast de muziek ook veel zorg aan de verpakking is besteed, is tevens een versie verkrijgbaar met een ‘making of’-DVD waarop ook de video bij Feed My Revolver staat. Er wordt zelfs een heus stripboek meegeleverd, ondanks dat uw recensent het uitsluitend met het zilveren schijfje moet doen. Het zijn toch bijna échte ‘heren’, die van Mind’s Eye.
Hans Ravensbergen