Ik ben volledig overrompeld, flabbergasted. En dat door de debuut-cd van een voor mij onbekende band. Ik zweer trouw aan de gewoonte nieuwe promo cd’s direct na ontvangst even een keer een rondje te laten draaien. Niet om een definitieve mening te vormen, maar om te horen wat voor vlees ik in de kuip heb; welke initiële emotie roept het op, is de productie een beetje volwassen, welke referenties schieten je te binnen. Is een cd goed of niet? Dat komt pas later aan de orde, soms veel later.
En dan krijg ik van onze Progwereld voorman zonder enige waarschuwing vooraf een nieuwe Lion Music release toegestuurd. Ook op de verpakking lees ik nergens “caution – handle with care”. Hoe kan ik dan zelfs maar vermoeden dat ik achterover gedrukt in de bank beland, uren later nog steeds luisterend naar “Albedo Adaptation”, mij afvragend of de speler zichzelf in de repeat-stand heeft geschakeld om mij in een ijzeren greep te houden zonder kans op ontsnapping…
Nee, Miosis verloochent zijn invloeden niet en klinkt als TOOL tot en met “Lateralus”. Dit is op zich niet zo heel bijzonder want bands die als TOOL ‘plus een beetje’ klinken hoor ik vaker dan mij soms lief is. Men verwerkt invloeden van Radiohead en Katatonia. Ik hoor tevens Psychotic Waltz, de emotionele lading van Sylvan en de repetitieve sound van Alchemist.
Het in 2005 in Zweden opgerichte Miosis verstaat de kunst complexe muziek te verpakken in songs waar een sterk hypnotiserende kracht vanuit gaat. Hoewel de muziek er verder niets van weg heeft, wil ik het vergelijken met de kracht van goede doom-metal. Opener State Of Lacuna heeft precies één minuut nodig om je er met kracht van te doordringen dat dit geen gewone progplaat is. Zijn het die vette, rollende drums van Mattias Axelsson, a la drummer aller drummers Danny Carey? Zou zomaar kunnen. Maar de verleiding kan evengoed haar onweerstaanbare karakter krijgen door hemelse gitaarklanken ver achterin de mix, waaraan in de jaren ’80 de Cocteau Twins zijn pracht en subtiele melancholie wist te ontlenen. Of doet men – al refererend aan de industriële aanpak van NIN – wellicht die laatste duit in het zakje? Ik moet hier het antwoord schuldig blijven want als ik de zachte, verzoekende achtergrondzang hoor terwijl de song zijn laatste fase ingaat, kan ik er nog steeds de vinger niet achterkrijgen.
Once Divine creëert een perfecte symbiose van bands als Radio Head, Katatonia en Primordial. Our Floods heeft er geen enkele moeite mee ook een beetje REM- en wat Shadow Gallery-toetsen mee te mixen. Een allegaartje zou je denken? Vergeet het maar! De sound is altijd consistent en herkenbaar doch leent zich eenvoudigweg uitstekend voor interventies.
Zacht en donker wordt het met Benandanti. Flow en Red pakken kort een vleugje Riverside mee maar eren TOOL als nooit tevoren. In de zang waart Jeremy Enigk van Sunny Day Real Estate rond en voor mij is dit het suikerlaagje op de taart.
Met “Albedo Adaptation” krijg je van Miosis de beloning waar je als muziekrecensent naar verlangt. En om iets terug te doen, zo ben ik dan ook weer, steek ik niet onder stoelen of banken dat dit een plaat is die iedereen moet gaan beluisteren. Als TOOL straks met een nieuwe plaat komt zorgen ze er beter voor dat het een heel goede is!
Govert Krul