Soms verschijnen bij Progwereld dingen ten burele waarbij vraagtekens ontstaan. Zo kan een album te weinig ophebben met progressieve rock om ook daadwerkelijk in het stramien van de site te passen, of is een en ander om andere reden niet direct geschikt om gerecenseerd te worden. Echter, Progwereld gaat er prat op een brede invulling te geven aan het begrip progressieve rock, en bovendien zijn de recensenten nooit te beroerd om (veel)belovende of goed presterende bands uit de obscuriteit proberen te trekken. Met deze korte uitleg over een speerpunt van Progwereld kan het feitelijke onderwerp van deze recensie geïntroduceerd worden: het album “Mirror Snake” van de band jawel Mirror Snake.
De muziek van Mirror Snake heeft meer overeenkomsten met zogeheten “classic” rock of stonerrock dan met de gemiddelde progressieve rockband, en op eerste gehoor zijn er dan ook weinig verzachtende omstandigheden te bespeuren die een toevoeging op Progwereld rechtvaardigen. Echter, het eentonige geluid dat de band laat horen herbergt her en der een aparte wending of een net-niet-standaard-solo, en er wordt ook afgewisseld tussen drijvende rockstukken en wat akoestisch georiënteerdere sfeerpassages. Als zodanig is Mirror Snake zeker niet minder progressief dan een band als, om maar een willekeurig voorbeeld aan te halen, Toto en aangezien deze groep óók op Progwereld staat, mag Mirror Snake ook wel meedoen, toch? Echter, deze redenering neemt niet weg dat “Mirror Snake” toch behoorlijk een objet manqué (ah, toe?) is.
Er lijkt vrij weinig te gebeuren in de muziek. De nummers zijn meestal gebaseerd op een enkele voortstuwende gitaarriff en wat flitsende solo’s, en de vaak scanderende zang van Chris (op een Roger-Waters’-boze-stukken-op-“The Wall”-manier) en de valszingende Rebecca. Hoewel er binnen de nummers wel variatie en dynamiek zit, is het geheel vaak te eentonig om werkelijk interessant te worden, hoewel er zeker zeer interessante passages in de muziek zitten, maar deze zijn slecht geïntegreerd en worden niet uitgewerkt. Zo heeft Carvings from a Dream onder meer een alleraardigst Audioslave-achtig gitaarriffje en een net-niet-spannend middenstuk, maar over het algemeen is het niet zo overtuigend. Ook de paar seconden achteruit afgespeelde muziek aan het begin van “Everything’s Moving” nemen niet weg dat de muziek over het algemeen behoorlijk gezapig is. Niets ten nadele van de muzikanten, maar ook retrobands moeten interessante composities schrijven om goed genoemd te kunnen worden, want met alleen tof gefröbel is er nog geen land in zicht.
“Mirror Snake” is niet alleen maar droog; op momenten is de muziek echt enerverend (met name de tweede helft van het album is in dit opzicht interessant), maar deze passages zijn helaas niet tekenend voor het geheel. Sterker nog, het reeds eerder aangehaalde “Everything’s Moving” is een bricolage die een aantal fraaie stukken kent en een aantal mindere stukken, maar over het algemeen is het geheel niet direct te bestempelen als een samenhangende compositie. Dit is dan ook het tweede euvel dat “Mirror Snake” van twijfelachtige kwaliteit maakt: de stuurloosheid. Er wordt geprobeerd sfeer te scheppen binnen nummers, maar doordat de sfeerscheppende passages, als tegenhanger van de stuwender solo- en zangpassages, geen verbinding tonen met de omliggende muziek, zijn de nummers nogal geneigd een start-stop-start-stop-effect teweeg te brengen; de muziek hinkt op twee gedachten en verliest zichzelf tussen wal en schip.
Hoewel de conclusie ietwat gemeen is, kan de hier geformuleerde kritiek wellicht fungeren als een spiegel, waardoor de band zich kan toeleggen op het stroomlijnen van de muziek door niet stukjes aan elkaar te plakken maar in elkaar te laten verzinken, en daarnaast wat verder uit te werken. Als geluidscollage is “Mirror Snake” best een beetje interessant genoeg om enige aandacht te krijgen, temeer daar het geheel slechts vierendertig minuten duurt. Echter, als geheel genomen is “Mirror Snake” een teleurstellend album, omdat het bij vlagen veelbelovend klinkt maar dan toch de luisteraar weer de weg laat kwijtraken door opeens op een ander spoor voort te zetten.
Christopher Cusack