De Majestik 12 is een naam die vooral in kringen van UFO-groupies een magische klank heeft: in de jaren ’40 van de vorige eeuw zou een groep van twaalf wetenschappers onder die naam bezig zijn geweest met onderzoeken naar UFO’s. Of de groep daadwerkelijk heeft bestaan is nog maar zeer de vraag, maar het is een goeie naam voor een band. Je zou ook kunnen zeggen: MJ12 is Moses & Jones + 1 of 2, want dat is de oorsprong van dit gezelschap: drummer Stephen Moses en bassist Percy Jones deden optredens en vroegen daar steeds één of twee gasten bij. Maar dat klinkt al weer minder spannend.
Percy Jones is de naam waaraan het album is opgehangen. Dat is niet gek, want hij is de bekendste van de vier muzikanten dankzij zijn werk met Brand X en Soft Machine, naast bijdragen aan platen van onder andere David Sylvian, Brian Eno, Steve Hackett en Richard Barbieri. Zijn kenmerkende fretloze basspel herken je van een kilometer afstand en draagt dit instrumentale album.
MJ12 speelt onversneden jazz-rock waarvan het overgrote deel is ontstaan uit improvisaties. De kenner weet genoeg: dat betekent wat minimale themaatjes en een hoop gepiel. Dat hoeft overigens niet slecht te zijn, als je maar begenadigde of ten minste interessante muzikanten hebt. Dat zit bij MJ12 wel goed, deze vier mannen beheersen hun instrumenten op Olympisch niveau. (100 meter free-jazz met horden? Polsstok hoogtoeteren? Vijfkwarts triathlon?)
In tegenstelling tot de eerste platen van Brand X (en die vergelijking ligt natuurlijk voor de hand, al was het maar omdat Jones er zelf naar verwijst), waar de vrije jazz was ingekapseld in memorabele melodieën, gaat het kwartet op deze plaat in de meeste gevallen los in alle richtingen. Sfeer is belangrijker dan compositie. De ene keer is de sfeer wat vervreemdend, buitenaards, met traag dissonant gefreewheel zoals in Talk Time, de andere keer is er hectiek en staat het bandje furieus te raggen, zoals in opener Call 911. De meeste nummers hebben zeer nadrukkelijk het karakter van losse jams, improvisatie ‘ins blaue hinein’. Dat gaat de mannen zeer gemakkelijk af.
Door de combinatie van fretloze bas en saxofoon moet ik bij beluistering af en toe denken aan Weather Report, maar dat niveau haalt de muziek niet. Belangrijkste factor is wat mij betreft de wat dunne inbreng van gitarist Phelps, die de indruk wekt zo weinig mogelijk in de weg te willen lopen. Hij is bescheiden in de mix geplakt en doet, afgezien van zijn solo’s weinig van substantie. Dat maakt de muziek wel lekker open, maar af en toe ook wat leeg.
Nou ja, ik vind geïmproviseerde jazz helemaal een kwestie van smaak: je vindt het mooi of niet, want andere aanknopingspunten zijn er bijna niet. Jones en zijn vrienden doen in elk geval weinig moeite om het de luisteraar gemakkelijk te maken, toegankelijk is deze plaat zeker niet. Ik vind de stukken die ze wel van tevoren bedacht hebben het mooiste, zoals het thema van The Phantom Maracas en de ritmische gekte van Guns And Pussy. Die stukken zijn echter schaars. Wie dol is op Brand X vindt de aansluiting wel, maar wie zijn muziek meer gestructureerd wil hebben zal hier weinig te zoeken hebben. MJ12 is tamelijk briljant voor een select gezelschap.
Erik Groeneweg