Modest Midget is een Nederlandse band met een gewaagde aanpak. Het onderhavige “Crysis” is namelijk geen katje om zonder handschoenen aan te pakken en vraagt flink wat inlevings- en doorzettingsvermogen. De muziek op dit album is namelijk dusdanig divers dat het vrijwel onmogelijk is elk nummer gelijk te waarderen en varieert van (naar mijn bescheiden mening) lullige deuntjes die lijken te zijn weggelopen uit een stomme film uit de oude doos tot prachtige composities die flink wat diepgang hebben.
Nu ben ik als groot liefhebber van de muziek van Frank Zappa, Beardfish en aanverwanten flink wat gewend en doorgaans pruim ik alles met heel veel plezier. Gek genoeg(?) heb ik met een aantal tracks en passages op “Crysis” wel veel moeite. Als voorbeeld geef ik de gevloerde cover van (Oh) Pretty Woman. Deze op een te hoog aantal toeren ingezette onderbroekenlol slaat wat mij betreft helemaal nergens op. Dit geldt ook voor de flipperkasttune die hierop volgt genaamd Flight Of The Cockroach. Dat deze ongewenste indringer maar lang en ver door mag vliegen. Tenslotte doet ook nummer twee op dit album A Centurion’s Itchy Belly mij helemaal niets, behalve dat ik er inderdaad jeuk van krijg.
Gelukkig valt er ook veel te genieten op dit album. Secret Lies met zijn lome, Gary Moore–achtige gitaarwerk ligt erg lekker op de maag, hoewel de vocale beperkingen van Lonny Ziblat ook wel naar voren komen. Gone Is heeft een melancholische sfeer in mid-tempo die doet denken aan een kruising tussen Crosby, Stills, Nash & Young en Allan Parsons. Erg mooi gedaan!
Van epische proporties is volgeling Crisis(Awake Of The Sheep) met een zeer treffende rode draad, een goed verhaal, schitterend gitaarwerk en afgewisseld met klassieke stukken op blaasinstrumenten en piano. Dit nummer is absoluut een blijver en zou onder de juiste omstandigheden tot een klassieker kunnen uitgroeien. Ik ben zeer onder de indruk van dit deel van het album!
Afsluiter Birth laat me gelukkig niet alsnog in mineur achter (ja, ik vrees gedurende dit album telkens voor muziek uit computerspelletjes, hoewel dit achteraf gezien niet nodig is) en is gewoon een heerlijk toegankelijke song met fraaie details en wederom een heerlijke gitaarlijn.
Hoewel het begin van deze plaat voor mij redelijk dramatisch is met een stortvloed aan overbodige meligheid, wordt deze irritatie steeds meer goedgemaakt en omgezet in stevige waardering voor deze Nederlandse band naarmate de plaat vordert. Mijn advies zou zijn nog veel meer gebruik te maken van het compositorisch vermogen binnen deze band want tjonge, wat kunnen deze heren mooie liedjes schrijven en brengen! Daarbij komt ook de warme zang van Lonny Ziblat op deze stukken veel beter tot zijn recht en doet de composities eer aan in plaats van als zwakke plek te worden beschouwd. Ik ben in retro-perspectief (want in aanvang op z’n best gematigd) zeer enthousiast over deze schijf en kan deze – voorzien van de genoemde kanttekening – van harte aanbevelen.
Govert Krul