Mountaineer werd in 2015 opgericht door gitarist Clayton Bartholomew en zanger Miguel Meza in San Francisco. Verschillende albums zagen in de tussentijd het licht alsmede net zoveel bandleden die kwamen en weer gingen. Met de nieuwe line-up heeft de band naast de mogelijkheid om hun doomgaze muziek met drie gitaristen live te spelen gelijk ook meer songwriters in hun gelederen.
Dit resulteerde in hun nieuwste album “Giving Up The Ghost” dat met een totale tijdsduur van ruim een half uur eigenlijk geen ep is maar ook net geen volwaardig album. En dan heb ik het over kwantiteit, niet kwaliteit. Met deze zeskoppige band komt een etherische muur aan gitaargeluiden op ons af uit de buitencategorie van zware shoegaze, gemixt met sludge en wat verdwaald geschreeuw en grunts dat je van post-metal zou kunnen verwachten. Alcest is het eerste wat hier in me opkomt, maar er is meer.
Luisterend naar het album lijkt het erop dat de nummers ook als een verborgen palindroom kan worden gezien. Met het slotnummer Giving Up en opener The Ghost verwijst het naar de albumnaam wat gelijk het cyclische karakter impliceert. De eerste drie nummers bouwen een spanning op tot Touch The Glass, het middelste van de plaat. Voor progliefhebbers zal dit als doom metal het moeilijkst te verteren nummer zijn. Daarna wordt het geleidelijk harmonischer, tot aan de verstilde outro. Dat laatste gaat weer naadloos over in de intro. Zo hoor je dat deze twee korte instrumentale ambient stukken oorspronkelijk bij elkaar hoorden. Het doormidden snijden van een album is niet nieuw, maar hier wel goed uitgevoerd. Zo neemt Mountaineer je met het standje repeat aan op de cd-player mee op een voortdurende golf van spanning en introspectie.
Elke track heeft een paar riffs en melodieën waarmee je als je de plaat voor het eerst beluistert direkt al mee kunt zingen of neuriën. De harde zang van Miguel Meza is zwaar met een dreigend randje en grunge-achtige melodien die doen denken aan Soundgarden. Soms worden twee zuivere vocale melodieën gecombineerd waardoor prachtige harmonieën ontstaan. Een enkele keer worden grunts en melodieën als dubbelgelaagde zang door elkaar gemixt zodat het vocale aspect van de muziek een interessante dimensie krijgt.
De combinatie van het headbangbare drumritme versus vreedzame intermezzo’s maakt dat deze groep het doel niet mist en elke minuscule nuance die in de muziek wordt gevonden prima is geplaatst. Het zit hem in de details zoals de overgang tussen Mogwai-achtige Twin Flame en Giving Up met dezelfde melodie op verschillende gitaren. Kort samengevat: alles wat ze doen, doen ze goed. Hiermee is dit album 32 minuten niet te lang en niet te kort.