Mr Brown

Mellan Tre Ögon

Info
Uitgekomen in: 1977 (heruitgave: 2005)
Label: Record Heaven
Website: -
Tracklist
Suicide (6:53)
Recall The Future (9:25)
Resan Till Ixtan (3:18)
Universe (3:38)
Kharma 74 (5:45)
Liv I Stad Utan Liv (6:58)
Tornet (0:54)
I'll Arise (2:34)
Hakan Andersson: gitaar, mandoline, zang
Bo Carlberg: gitaar
Kjell Johnsson: percussie
Lars Meding: gitaar
Anders Nilsson: toetsen
Jan Peter Strahle: fluit
Robert Svensson: basgitaar

Met medewerking van:

Mats Bengtsson: conga's
Bengt Karlsson: saxofoon
Bruno Nilsson: saxofoon
Lennart Schander: harmonizer
Marie Swantezon: zang
Mellan Tre Ögon (1977)

Platenlabel Record Heaven doet mij altijd denken aan het televisieprogramma “Tussen Kunst En Kitsch”. Ik heb bij de releases van het label altijd een groot oud herenhuis voor ogen, een huis dat uiteraard voorzien is van een grote donkere zolder vol onontgonnen rijkdommen en mysteries die vragen om opheldering. Bij het opruimen van zulke zolders komen uit alle hoeken en gaten interessante snuisterijen tevoorschijn en uiteraard staat er op een dergelijke zolder altijd een grote oude eikenhouten zeeroverskist. Bij het openen hiervan komen allerlei fraaie ornamenten tevoorschijn die echter bij professionele inspectie niets anders dan kitsch blijken te zijn. Een met kleurige vlekken besmeurde plank fungerend als podeksel echter blijkt niet tot de prullaria te behoren waarvoor het gehouden wordt, maar juist een verloren gewaand meesterwerk uit de abstracte periode van Rembrandt van Rijn. Zo is het mijns inziens ook met het re-releasemateriaal dat dit label uitbrengt. De uitgaven die het meest uitbundig worden aangeprezen blijken vaak een beetje teleurstellend te zijn, terwijl ik nu een Brueghel(De Oude)-schilderij ontdekt meen te hebben. Het is niet in optimale staat maar desondanks een heus pronkstuk…

Het plaatje waarover ik het heb is de heruitgave van “Mellan Tre Ögon” van het onbekende Zweedse collectief Mr Brown, dat medio jaren ’70 actief was. Gedurende het bestaan heeft de groep slechts één album uitgebracht en dat nog wel in 1977, een waar rampjaar voor de progressieve muziek want een huldejaar van de punk. Het mag dan ook niet verwonderlijk heten dat deze alleraardigste uitgave aan de aandacht van pers en publiek is ontsnapt om vervolgens onder te gaan in de draaikolk des tijds en pas dertig jaar later weer op te duiken, daar het een typisch album betreft dat de voornaamste kenmerken van zijn tijd draagt. Het materiaal namelijk hier geboden is een schijfje gevuld met symfonische progressieve rock in de beste traditie van bijvoorbeeld Genesis, Camel en England. Het instrumentarium voldoet dan ook grotendeels aan het klassieke paradigma, hoewel het hier aan een authentieke Mellotron ontbreekt. Wel is er voorzien in een andersoortig elektronisch strijkerensemble. Opvallend aan de muziek in vergelijking met haar tijdgenoten is dat de composities van Mr Brown grotendeels gedomineerd worden door de vleugelpiano van Anders Nilsson. Alleen in de laatste nummers krijgt het Hammondorgel een grotere rol toebedeeld dan de ‘snarenhameraar’.

Niet alleen het geluid wordt door de piano bepaald, ook de composities kennen dankzij deze enting een sterke klassieke ondertoon. Hoewel het niet onbekend mag zijn dat veel symfonische en andere progressieve rockmuziek zich inspireren op klassieke componisten uit veelal de barok, de Romantiek maar ook uit het begin van de twintigste eeuw, valt het bij de muziek van “Mellan Tre Ögon” op dat deze invloeden zich direct vertalen in de muziek. Zo hoor ik onmiskenbare sporen terug van met name J. S. Bach en Chopin, terwijl ook Beethoven en zelfs Jean-Baptiste Lully de plaat tot hun bühne maken. Het meest voor de hand liggend zijn deze invloedsbronnen in het nummer Resan Till Extan, dat feitelijk slechts een pianosolo is waarin echter ook loopjes gespeeld worden die typisch zijn voor klavecimbel.

De prominente rol van de piano in combinatie met het redelijk eenvoudige drumwerk zorgt er af en toe voor dat de muziek een wat popie-jopie Rondo Veneziano-gehalte krijgt, gelukkig ervaar ik dit nergens als storend, wel doet het mij bij bepaalde passages afvragen of ik wel daadwerkelijk naar progressieve róck zit te luisteren. De gezongen gedeelten echter, evenals noemenswaardige delen van de instrumentale invullingen, nemen alle twijfel weg: vooral in Suicide doen de zangpartijen en de daarbij behorende instrumentale harmonieën mij denken aan het werk van England, nog zo’n interessante exponent van die tijd, terwijl met name het gitaarwerk en de saxofoon refereren aan Pink Floyd ten tijde van “Dark Side Of The Moon” en “Wish You Were Here”. Overigens is Pink Floyd ook een noemer voor de algehele sfeer van het album, dat een redelijk ontspannen geheel zonder al te veel tempowisselingen vormt, waarbij het drumwerk van Kjell Johnsson functioneel is op de wijze van het spel van Nick Mason. Op andere momenten doet het licht verteerbare geluid denken aan Supertramp ten tijde van “Crime Of The Century” en wanneer de fluit meespeelt is Camel eerste gegadigde voor een vermelding, op de voet gevolgd door Jethro Tull (met name in het instrumentale Recall The Future, wanneer de gitaar na de fluitpartijen een solo inzet dat zo op “Aqualung” past).

In Liv I Stad Utan Liv worden de hoofdrollen gespeeld door het Hammondorgel en rustige akoestische en elektrische gitaar. Dit nummer doet mij, mede dankzij de Zweedse zang, denken aan Mr Brown’s land- en tijdsgenoten Trettioariga Kriget, een ensemble dat wél een redelijke mate van bekendheid heeft weten te bereiken met haar muziek. Ook weer kenmerkend voor dit nummer is Jethro Tull, wederom wanneer de fluit zijn intrede doet. Ook het laatste nummer, I’ll Arise, is een erg aangenaam en rustig nummer dat mij qua zang lichtelijk doet denken aan Mark Knopfler.

Qua productie is het jammer dat de heruitgavepolitiek van Record Heaven niet voorziet in uitgebreide remaster-projecten. Ik denk wel eens dat het het label veel voordeliger zou uitkomen wanneer de helft van het materiaal dat nu uitgebracht wordt ondanks onvoldoende kwaliteit níet wordt uitgebracht, zodat het aldus ontstane overschot in de begroting besteed kan worden aan het oppoetsen van de ‘juweeltjes uit de Zweedse archieven’. Zo wordt ten eerste de doorsnee kwaliteit van de releases van Record Heaven hoger en ten tweede krijgen de tóch uitgebrachte platen een extra injectie die hun kwaliteit eer aandoet.

De vriendelijke natuur van “Mellan Tre Ögon” maakt dat deze plaat eenvoudig weg luistert. De relatief bescheiden muziek voorziet gelukkig niet in een moemakend surplus aan virtuositeit of, erger nog, loze noten, want daardoor zou de typische sfeer van dit album al gauw kunnen doorslaan naar de wat decadentere hoek die destijds binnen de prog te ontwaren was bij bijvoorbeeld ELP en Yes. Nu is deze plaat niets meer en niets minder dan een goede, aangename exponent van zijn tijd en derhalve een aanrader voor mensen die graag de authentieke jaren ’70 sfeer willen terugvinden in nog onbekende platen.

Christopher Cusack

Send this to a friend