Beetje vreemde naam voor een band, als je het mij vraagt: My Name Is Janet. Ik kan er nergens een verklaring voor vinden. In geen velden of wegen is een Janet te bekennen. De muziek past zich overigens naadloos bij de naam aan. Het is geen alledaagse kost wat deze Zweedse band in zijn debuut ten gehore brengt.
My Name Is Janet (MNIJ) schotelt ons met “Red Room Blue” een heus concept voor. De acht nummers stellen de verschillende emoties voor van een man die gevangen zit in een huis met rode kamers. Iedere kamer levert een inkijkje op in zijn ongelukkige verleden. De enige manier voor deze ziel om het geluk te vinden is om al die vergrendelde deuren open te krijgen. Hij weet uit te breken, maar of het hem dan lukt in de nieuwe wereld die hij binnengaat zijn leven opnieuw vorm te geven valt nog te bezien. Geen vrolijk verhaal, zoveel is duidelijk.
Deze Zweden trekken in het openingsnummer Tower Of Babel meteen stevig van leer, ik trek m’n progmetaljasje vast aan. Maar dan gaat Jim Aviva opeens net als Gary Chandler zingen en klinkt de muziek meteen ook een heel klein beetje als diens broodheer Jadis. Gastverteller Evan Vander Schaaf gooit er even een bijbeltekstje tussendoor. De liefhebbers hebben het thema al geraden: de toren van Babel, waarna Andy La Rocque het op zijn heupen krijgt met flitsend, scherp gitaarspel. Rifs volgen, vervormde toetsenklanken, opzwepende ritmes en een jazzy pianostukje. In deze dik tien minuten zien we dus al heel wat verschillende stijlen langskomen.
Deze progrockers steken een andere invloedssfeer overigens ook niet onder stoelen of banken. In de studio staat een grote pot met Zappa. Bij tijd en wijle halen ze er twee dikke vingers doorheen en smeren zich lekker helemaal onder met het goedje.
De soms harde noten die gekraakt worden, met ‘smerig’ gitaarspel, wisselt de band met het grootste gemak ook met ingetogen momenten af. In Cold Heaven spelen de heren op een relaxte wijze die een beetje aan Steely Dan doet denken.
Ze schuwen zelfs de rap niet, in World’s Still Tragic babbelen ze met op de achtergrond uptempo drumwerk. De ritmesectie doet trouwens toch van zich spreken. Met name van drummer Lexx kan gezegd worden dat hij ze aardig raakt.
Dan heb ik de toetsenist Jim Aviva (hij vindt zelf AvivA leuker staan) nog niet vermeld. Hij geeft met zijn ijle, soms wat vervreemdende spel de muziek aparte en voortdurend wisselende accenten mee. Verwacht van Aviva geen klassieke symfo loopjes. Het is over het algemeen wat moderner, al draait hij er zijn hand ook niet voor om verrassende uitstapjes te maken, zoals pianointermezzo’s met funky elementen.
Jammer dat het papier op was. De teksten in het boekje houden namelijk op na het vijfde nummer. En in de resterende drie nummers wordt nog wel degelijk gezongen en gesproken! In Slave Of Solitude bijvoorbeeld, waarmee MNIJ waarempel ook nog een ballad in huis heeft, een nummer dat na een winderig einde overgaat in het titelnummer. Dat rockt dan weer, om funky te eindigen. Het zal geen verbazing wekken dat in afsluiter Babel weer een kakafonie aan stemmen te horen is, waarna toetsenist AvivA nog één keer alle registers opentrekt.
Niet alle nummers zijn even goed. Van Accidentental Lover en On The Powerful Waves, om er twee te noemen, kan ik niet echt vrolijk worden. Het valt niet mee om door het gepraat (in plaats van zang) van AvivA en andere gekke stemmetjes genietend het einde te halen. Misschien spreken deze nummers Zappa fans juist wel weer aan.
Het is een bijzondere band, en dat is het! My Name Is Janet biedt moderne prog, waarbij uit heel wat verschillende vaatjes wordt getapt. Het is muziek voor de liefhebber, maar ja, de liefhebber waarvan precies? Voor elk wat wils is het niet. Blind op de genoemde referenties afgaan kan zo maar een teleurstelling opleveren. Er zit maar één ding op: gewoon gaan luisteren en zelf oordelen!
Fred Nieuwesteeg