Mystery vond ik niet gelijk indrukwekkend. Rond 2010 was hun muziek weliswaar al aangenaam. maar mijns inziens iets te zweverig en vrijblijvend, waardoor de band niet opviel tussen de stortvloed aan topartiesten. Inmiddels kan men echter niet meer om de heren heen. Al was het maar omdat de afgelopen drie platen een steeds intensievere indruk achterlieten. Dat is hier niet anders. Sterker nog, de band weet nogmaals boven zichzelf uit te stijgen.
Dit album klinkt als een logische opvolger van “Delusion Rain”. De luisteraar mag grandioze muziek vol met weelderige klanken en meeslepende composities verwachten. Het overtollige vet is zowaar nog weggestreept, waardoor elk nummer een indrukwekkende focus en zeggingskracht heeft. Bovendien is de rol van Jean Pagau groter. Naast zijn zang, kleurt ook zijn fluitspel het bandgeluid. Zo brengen de fluitpartijen bij wijlen de Scandinavische progscéne in het geheugen. Voorts vermengt Mystery op deze plaat opnieuw sfeervolle neoprog – zoals Arena en Airbag – met volbloed symfo, zoals Yes. De band slaat dus zijn netten breed uit. Toch klinken ze ook hier opmerkelijk open, toegankelijk en ongedwongen.
Dit levert spectaculaire muziek op. Looking For Something Else is bijvoorbeeld een ijzersterke epic die gedreven wordt door de intense gitaarpartijen met melancholisch klanken die zelfs aan de gloriedagen van Andrew Latimer doen denken. Bovenal klinkt de compositie erg meeslepend en gewichtig. Dat past goed bij de teksten. Een beschrijving van de zoektocht naar definitieve antwoorden op de grote vragen des levens, waarbij het zoekende intermezzo de futiliteit van deze queeste goed overbrengt. Het culmineert in een explosieve conclusie. De spreekwoordelijke kers op de taart.
Ook afsluiter Chrysalis is een compositie waar je u tegen mag zeggen. Een massieve gitaarmuur indiceert al dat het album met een knal wordt uitgeleid. Het nummer heeft een herkenbare opbouw: een hoofdthema wordt geïntroduceerd, waarna een heftig tussenstuk met duwende baspartijen en grommende gitaren, de wolken donker kleurt. Zo wordt een bedrukkende sfeer gecreëerd die gaandeweg meer wordt opengebroken. De climax is een triomfantelijke terugkeer naar het hoofdthema. De opbouw mag dan gangbaar zijn, de gave klanken, mooie melodieën en perfecte timing zijn dat niet. Het is hierdoor een nummer dat bijblijft!
Ingeklemd tussen die twee hoogtepunten vinden we nog verscheidene enerverende composities vol met interessante details. Zo is het prachtige fluitspel in Something To Believe memorabel. Het instrumentale tussenstuk, een heerlijk warme passages die de repeatknop aanlokkelijk maakt, doet zelfs aan Anglagard denken. Op Where Dream Come Alive laat de band vervolgens weidse tonen overvloeien in een heftig ritme waarbij de basgitaar zich de naad uitwerkt. Het resulteert in een hectische maalstroom die mij aan Soundchaser van Yes doet denken. De band laat dus ook op de korte nummers geen steken vallen. Enkel Come To Me valt ten opzichte van de andere composities wellicht ietwat tegen. Het raggende ritme is net te rechtlijnig en voorspelbaar, ofschoon het geen ergernis opwekt. Het is een minuscule smet op een groot meesterwerk.
Deze Canadezen maken hier namelijk toegankelijk doch indrukwekkende symfo die een voorlopig hoogtepunt vormt in het oeuvre van deze band. Hun muzikale kwaliteiten komen hier volledig naar voren. Het bevestigt nogmaals dat Mystery tot het topsegment van de progrock behoort.
Luke Peerdeman