Die gasten van Yes zijn echt niet helemaal fris! Waarom hebben ze afscheid genomen van zanger Benoît David? Mocht het hier besproken album hen ooit onder oren komen, dan trekken ze de (weinige) haren uit hun kop. Het kan niet anders dat ze ten eerste tot de beslissing komen dat ze een verkeerd besluit hebben genomen en ten tweede dat ze destijds niet alles eruit hebben gehaald wat erin zat. Het moge duidelijk zijn dat Benoît David veel meer in zijn mars heeft dan hij op (het geweldige) “Fly From Here” liet horen. Op dit album zingt hij werkelijk de sterren van de hemel. Petje af voor deze man.
Met “The World Is A Game” springt Mystery definitief in het gat dat door een band als Arena werd geslagen. Daar waar Arena weinig consistent bleek te zijn en te grillig, daar wordt Mystery met elk album alleen maar beter. Om bij het voorbeeld te blijven. Ik durf te stellen dat dit album zich kan meten met een album als “The Visitor”.
Op dit album horen we een ijzersterke mix van progrock, neo-prog en van de symfo uit de jaren ’70. Liefhebbers van bands als Arena, IQ, Clepsydra, Yes, Pendragon en Knight Area kunnen dit album blind aanschaffen. Het album bestaat uit zes uitmuntende nummers en uit twee korte instrumentale stukjes (deze doen wat denken aan “Songs From The Lions Cage” en “Pride” van Arena).
Qua bezetting was Mystery niet zo constant, maar nu hebben ze een uitmuntende line-up. Allereerst natuurlijk bandleider, toetsenist en gitarist Michel St. Père. Zijn zalige gitaarsolo’s doen het hart sneller kloppen en ook zijn toetsenspel is erg effectief. Op drums heeft de band Nick D’Virgilio weten te strikken. Een gouden zet. Zijn dynamische spel stuwt de muziek naar hoge hoogtes. Op basgitaar laat Antoine Fafard horen zijn mannetje te kunnen staan. Ga maar eens letten op wat hij allemaal doet, zijn spel doet aan dat van John Jowitt denken. Samen met zanger Benoît David, die ik eerder al roemde om zijn bijdrage, vormen ze een ijzersterk geheel. Een band die het beste in elkaar naar boven weet te halen.
De nummers zijn stuwend, zitten vol erg fijne tempowisselingen en instrumentale passages die maken dat de volumeknop steeds een tikje hoger gaat. Een nummer als Pride is echt zo’n prijspakker. Als in een achtbaan word je door de band meegenomen. Het nummer zit vol muzikale loopings en kurkentrekkers en bezorgt je bakken met adrenaline. Het knappe is dat de ruim elf minuten voorbij vliegen. Dit nummer heeft echt de volle tijd nodig om ontvouwen te worden. Geen aan elkaar geknipte stukken (knutselsymfo noemen wij dat) maar een organisch geheel dat de volle tijd krachtig blijft. De gitaarsolo tegen het einde is waanzinnig en had ook zo van John Mitchell kunnen zijn.
Mijn persoonlijk favoriet is het meeslepende Dear Someone. De opbouw en intensiteit van dit nummer is waanzinnig. Elke keer ben ik weer verbaasd door de kracht van dit nummer. Het heeft een magische mix van emotie, bombast en finesse. De emotie zit hem in de sterke zang van Benoît David en de zalige gitaarsolo’s van Michel St. Père, de bombast in het te gekke drumspel van Nick D’Virgilio en de gitaarfiffs. De finesse zit hem in het feit dat het nummer nergens over de top gaat en het ondanks de bombast toch ingetogen blijft. Werkelijk een bloedmooi nummer.
Ik denk dat ik mijn punt wel gemaakt heb. Dit album behoort een heel speciaal plekje in je muziekcollectie te krijgen en een hoge notering in je jaarlijst.