Toch alweer drie jaar na hun opmerkelijke debuut zijn de speelgrage Japanners terug, met opnieuw een cd vol ontspoorde symfonische jazzrock of – zo je wil – jazzachtige progressieve rock. 90% van de lezers klikt nu weg, volgens cijfers van onze poll. Dat geeft niet, want Naikaku maakt de cd niet voor het grote publiek, zélfs niet voor de grootste gemene deler binnen ons piepkleine symfonische wereldje. Naikaku is voor de instrumentale fijnproever, de avontuurlijke parttime muzikant op zoek naar mosterd. En tenslotte voor de muziekliefhebber met avant-gardistische trekjes, die graag wil denken dat hij de enige op aarde is die deze cd draait.
Voor de naar schatting vijf mensen in Nederland die het vorige werkje van deze enthousiaste Japanners kennen, heb ik goed nieuws. Was het ook voortreffelijke “Wheels Of Fortune” op de keeper beschouwd een verzameling thema’s waarop vrolijk werd gejamd en heerlijk werd afgeweken, de opvolger “Shell” zit wat ingewikkelder in elkaar. Bijna alle composities kennen meerdere thema’s en het zeker bij meerdere beluisteringen is de gelaagdheid en de structuur van de plaat veel fijnzinniger.
Een kniesoor zou nu gelijk de conclusie kunnen trekken dat er deze keer helemáál geen touw aan vast te knopen is, maar niets is minder waar. Omdat de thema’s van bijzonder hoog niveau zijn, maar ook de instrumentale verrichtingen de mond regelmatig wagenwijd doen openvallen, raak je ook als ‘casual listener’ de weg niet echt snel kwijt. Natuurlijk, met name in de opening Crisis wordt het zicht op iets van een melodie nogal eens ontnomen door een niet erg verrassende ontsporing (de titel zegt het tenslotte al). Andere composities hebben dat euvel niet. Je kan zeggen dat Naikaku op “Shell” veel beter bij de les blijft. Dientengevolge neemt het fusion-achtige karakter van het debuut ook enigszins af ten faveure van een meer symfonische, soms haast King Crimson-achtige benadering. Toegegeven, ook in het nummer Lethe wil de band de richting heel even verliezen, maar het is zo kort, dat ze het vergeven zij. Bovendien volgt daarna het opus Shell en daarmee is alles goed.
Het jazzy karakter van Naikaku neemt dan weliswaar af, het is nog in hoge mate aanwezig op “Shell”. Met name in het derde nummer, waarvan de titel zo lang is dat je de track feitelijk ook als ‘untitled’ kunt zien, is het jazzgehalte niet van de lucht. Zeker het trompetwerk van gast Mitsuo geeft het werkje direct een hoog Chuck Mangione gehalte. De reden waarom het dan tóch op een website als deze wordt besproken, is dat de structuur van zo’n gehalte is, dat zeer zeker kan worden gesproken van symfonische proporties. Daarnaast zijn we bij Progwereld niet zo dol op ‘hokjesgeest’.
De werkelijke revelatie van de plaat is het ruim 16 minuten durende epos Shell, dat een compositie is die alle overige tracks in de schaduw zet. Het heeft meerdere prachtige thema’s en een loepzuivere structuur. Het doet me soms aan Museo Rosenbach denken. De Mini-Moog klanken van gast Daichi Takagi zijn de welkome afwisseling van het eeuwige en alomtegenwoordige fluitgeweld van vaste kracht Kazumi Suzuki. Het is aan de andere kant een wel heel on-Naikaku-achtige track. Waar de Japanse band normaal een beetje gek doet, zijn ze op deze track bloedserieus en erg bij de les. Ik moet toegeven dat alhoewel ik op “Shell” beide elementen bewonder, ik hoop dat ze op volgende platen meer deze kant optrekken. Deze serieuze kant van Naikaku bevalt me uitstekend en smaakt naar meer.
Het is deze combinatie van ernst en jolijt, maar vooral het spelplezier en het jazzy karakter van de band, dat ik niet zelden aan Karmakanic moet denken. Mochten de Japanners toevallig binnenkort in de buurt zijn, dan zou het geen slecht idee zijn het voorprogramma van de band rond Jonas Reingold te vervullen. Ongetwijfeld zijn we dan aan het einde van de avond helemaal sufgebeukt.
Samengevat kan ik stellen dat Naikaku’s tweede plaat van een zeer hoog niveau is en het debuut bij verre overtreft. De gekheid van de eerste plaat en ook de overduidelijke schatplichtigheid aan Focus behoren voorgoed tot het verleden. Naikaku is volwassen geworden. Dat leidt evenwel tot een topzwaar product en – als de tekenen ons niet bedriegen – zal dat aspect in de toekomst alleen maar erger worden. Prima, want symfonische achtergrondmuziek heb ik zat.
Markwin Meeuws