Het maken van geïmproviseerde muziek is in de rock een hachelijke onderneming. Elk bandje kan jammen, soms urenlang, en soms is het resultaat het aanhoren waard, meestal is het dat niet. Je moet als band van goeden huize komen wil je een cd vol interessante geïmproviseerde muziek kunnen maken. Naked Elf komt in dat opzicht niet van goeden huize.Naked Elf is een nevenproject van Solution Science Systems (S3), een driemansband waarvan de leden samen wel tien verschillende muzikale projectjes runnen. S3 is een interessante groep waarvan ik aardige dingen verwacht. Zo nauwgezet gecomponeerd als de muziek van S3 is, zo losjes is de muziek van Naked Elf. In feite geven de mannen hun instrumentarium maar eens een slinger en als het klaar is knippen en plakken ze er in de studio een stukje muziek van. Daardoor lijken de jams veel beter geconstrueerd dan ze in eerste instantie waren, maar het blijven jams. En jams laten zich niet gemakkelijk sturen.
Gelukkig zijn de drie muzikanten goed thuis op hun instrumenten zodat er nooit echt misgekleund wordt (behalve in de gitaarsolo’s) en ze zijn ook zo goed op elkaar ingespeeld dat veel breaks en overgangen soepel gaan, maar ze missen het vermogen goede vondsten te doen. Het blijft teveel bij risicoloos en richtingloos gefröbel. Zo begint Socks, Clocks met een stukje stevige gitaarrock en eindigt het met synthesizergefriemel. Daartussen zit dan een zinloze gitaarsolo en wat ander gedoe dat nergens toe leidt.
Eén van de problemen is dat de heren zich niet willen binden aan één specifieke muziekstijl en niet goed genoeg zijn een eigen stijl te creëren. Het lijkt soms wat op King Crimson uit de tijd van John Wetton maar is minder freakerig, het lijkt soms op de eerste platen van Porcupine Tree maar dan minder spacy, het lijkt soms op Brand X maar dan minder virtuoos, het is Frank Zappa zonder humor, Ozric Tentacles zonder drive, Tortoise zonder beheersing.
Sommige stukken, als Malphus Inaugurated en Electric Bread zijn een soort korte kladjes voor een veel beter nummer, andere zijn uitgebreide studies voor een totaal ongeïnspireerd liedje. Zo is The Dark Cone of Orodium een uitgesponnen oefening in nihilisme, een soort jazzrock voor mensen die niet van jazz houden. Het aardigste nummer komt aan het einde: Orion: New Genesis, een mooie opbouw die aan The Doors doet denken met een lekker pompeus einde.
De muziek maakt verder geen enkele indruk, is al vergeten voordat de plaat afgelopen is, doet niets met de luisteraar, vertelt geen verhaal, schetst geen sfeer, niets. Je kunt ‘m opzetten, maar waarom zou je. Niet het beste uitgangspunt voor een succesvolle plaat. Zoals ik al zei: het maken van geïmproviseerde muziek is een hachelijke onderneming.
Erik Groeneweg