Wat hebben La Maschera di Cera, Finisterre, Eris Pluvia, Arcansiel, Doracor, Hostsonaten en The Ancient Veil met elkaar gemeen? Dat het stuk voor stuk geweldige uit Italië afkomstige progbands zijn? Ja, dat ook. Maar veel van de muzikanten die op dit album van Narrow Pass meedoen, hebben ook aan deze bands meegewerkt.
Je kunt dus gerust stellen dat de crème de la crème van de Italiaanse symfoscene aan dit album meewerkt. En dat is de horen ook! Heerlijke typische Italiaanse symfonische rock met een flinke scheut folk. Die omschrijving dekt denk ik het beste de lading. Narrow Pass doet denken aan de muziek van Genesis (“A Trick Of The Tail”) , Camel en PFM. Maar ook aan bijvoorbeeld La Maschera di Cera, Hostsonaten en Le Orme.
Warm akoestisch gitaarspel opent het album en de prachtige stem van Valeria Caucino (Eris Pluvia) doet zijn intrede. Haar stem is helder en ligt erg prettig in het gehoor. Ze doet me regelmatig aan Joanne Hogg van Iona denken. Wanneer ze samen zingt met Alessandro Corvaglia (La Maschera di Cera) is de combinatie wonderschoon. Op de achtergrond hoor je een mooie gitaarsolo, terwijl het fluitspel van Sandro Marinoni juist meer op de voorgrond te horen is. De spanning wordt enorm opgebouwd en komt tot een climax met een geweldige toetsensolo van Mauro Montobbio (Eris Pluvia). Maar de band heeft meer in petto, de toetsensolo wordt overgenomen door een prachtige gitaarsolo die het hele nummer als het ware doorklieft. Even neemt hij gas terug om de saxofoon de ruimte te geven, om daarna zijn solo weer op te pakken. En dan zijn we pas op de helft van het nummer. Subtiel verstilt het nummer en is het weer de akoestische gitaar en de zang van Valeria Caucino die te horen is. De akoestische gitaar zorgt voor veel sfeer en warmte en zit door het hele album verweven. Het nummer krijgt een meer folky karakter en dat is wel even wat anders dan het eerste deel van het nummer. Het was misschien nog mooier geweest als het thema van het nummer nog een keer terug was gekeerd.
Beyond ligt helemaal in de lijn van het eerste nummer. Het opent meteen met een geweldige toetsensolo waar je helemaal in kan verzuipen. Dit doet sterk denken aan La Maschera di Cera. Dan neemt de gitaar de solo over terwijl de toetsen heel subtiel naar de achtergrond verdwijnen. Ook hier wordt er tijdens het nummer een switch gemaakt en krijgt het nummer een folky karakter. Dat wordt even later weer doorkliefd door weer zo’n felle gitaarsolo met mooi dreigende toetsen op de achtergrond. Jammer van de fade out op het einde, maar dat wil ik ze graag vergeven.
Het thema dat in het eerste nummer gespeeld werd, loopt als een rode draad door het album. Zo duikt het in Somewhere By The Sea / Timeless weer in hele andere vorm op. Dit instrumentale nummer ontpopt zich na een heerlijk rustig intro tot een mooi up-tempo nummer met vingervlug toetsenspel waar menig neo-prog band jaloers op zou kunnen worden. De gitaarsolo doet vervolgens sterk aan Steve Hackett (Genesis) denken. In Heaven’s Crying kan er weer genoten worden van de zangeres en zanger van dit gezelschap. Ook hier weer een hoofdrol voor de gitaarsolo’s van Mauro Montobbio die steeds weer anders klinken en die moeiteloos van ingetogen en slepend naar rauw en fel switchen.
Ik moet zeggen dat dit album mij overdonderd heeft. Steeds weer als ik het hoor ontdek ik nieuwe dingen en steeds weer ben ik onder de indruk van het geheel. Behoren één of meerdere van de in mijn recensie vetgedrukte bands tot je favorieten, dan zal je dit album zeker waarderen. Nog twijfels? Surf naar hun myspace pagina en laat je overtuigen.
Maarten Goossensen