Ruim twee en een half jaar nadat hij er de “Testimony dvd” (zie recensie) opnam, was Neal Morse weer terug in Lucky & Co. Deze keer in het kader van zijn laatste studioalbum “?”.
Vorig jaar was Morse ook al in Nederland, maar toen deed hij een aantal kerken aan met een intiem en akoestisch optreden. Tijdens die sessies werd hij begeleid door drummer en percussionist Collin Leijenaar. Voor de korte ?-tournee kreeg hij van Neal Morse het verzoek om een begeleidingsband samen te stellen. Voorwaar geen eenvoudige opgave. Muzikanten als Randy George, Jordan Rudess, Rione Stolt en Steve Hackett (die op “?” mee spelen) vervang je niet even. Leijenaar, zelf onder andere actief in het gospelcircuit bracht een indrukwekkende band bij elkaar waarvan de leden allemaal hun sporen dik verdiend hebben als (sessie)muzikant in voornamelijk gospel en praise & whorship. Daarna begon voor ieder bandlid de bijna onmogelijke opgave om de muziek van Morse in korte tijd in te studeren. Slechts vier dagen voor het eerste concert kwam de hele band voor het eerst met Neal Morse bijeen om te oefenen.
En van dat alles was dus niets te merken. De hele band stond als een huis en was opvallend goed op elkaar ingespeeld. Wat een kwaliteit! Het spelplezier spatte er van af en dat werkte aanstekelijk richting de zaal. In de praise & whorship ligt de nadruk toch meer op de begeleiding dan op soleren; nu mochten ze echter naar hartenlust soleren en je kon duidelijk zien dat ze daar erg veel plezier in hadden. Neem het nummer In The Fire, daarin gaan toetsen en gitaar telkens het duel met elkaar aan. Het duel werd indrukwekkend uitgevochten door Henk Doest (toetsen), Elisa Krijgsman op gitaar en Neal Morse (gitaar). Drummer Collin Leijenaar had de moeilijke taak om Mike Portnoy te doen vergeten en daar slaagde hij met vlag en wimpel in. Leijenaar, zelf sessiedrummer en drumleraar, drumde gedreven, strak en vol passie. De ene fill was nog lekkerder dan de andere. Deze man wil ik wel vaker in actie zien. Ook Wilco van Esschoten maakte indruk met zijn solide basspel en zo was de ritmesectie er eentje die stond als een huis.
Neal Morse genoot van zijn ‘Dutch guys’. Heel natuurlijk en soepel nam hij de leiding over het geheel. Hij dirigeerde, stuurde, gaf vertrouwen en haalde zo het beste uit de band en zichzelf naar boven. Hij was bijzonder goed bij stem en genoot van het publiek. Het hele “?” album werd gespeeld, tot groot genoegen van het publiek.
Na een korte pauze was het vorige Neal Morse album “One” aan de beurt. De nummers van dat album had hij nog niet eerder live gebracht. Hij speelde het grootste deel van het album. Bij Cradle To The Grave was het tijd voor een speciale gast. Het zoontje van Neal, Will Morse, beklom het podium en zong het nummer met zijn vader. Voor sommige misschien een typisch Amerikaanse actie of te sentimenteel, ik zelf vond het mooi om een zichtbaar ontroerde Morse daar met zijn zoontje te zien staan. Het applaus dat het jochie kreeg was hartverwarmend. Later bij Reunion mocht ook zijn dochtertje nog een stukje meezingen. Als toegift bediende Morse ook de Spock’s Beard fans op de wenken door een aantal nummer van zijn vorige band ten gehore te brengen.
Al met al een fantastische avond. Een avond met een boodschap, een avond vol overtuiging, een avond stampvol prog van de bovenste plank.
Maarten Goossensen