NEARfest X

20, 21 en 22 juni, Bethlehem, Pennsylvan

Info
Websites:
Locatie
Zoellner Arts Center, Bethlehem, Pennsylvania (VS)
Zie verslag voor de bezetting per band.
Zie verslag voor alle setlists.

Deel I (klik hier voor deel II)
Door:
Christian Bekhuis 

Line-up: Banco Del Mutuo Soccorso, Liquid Tension Experiment, Fish, Peter Hammill, echolyn, Synergy®, Discipline, Radio Massacre International, Mörglbl, Koenji Hyakkei.


Juni 2008 betekende dat ik, samen met mede progliefhebber Maurice Dam, voor de zesde keer op vakantie zou gaan naar Amerika en wel specifiek naar Baltimore (Maryland), een grote stad iets ten noorden van Washington. Op zich geen stad die boven aan ieders lijstje staat van ‘must-see’ steden, maar voor ons een bijzondere plek omdat daar een erg goede vriend van ons, Dan Mullin, woont die al vanaf onze allereerste trip over de plas zijn huis heeft opengesteld voor ons. Een vriendschap die midden jaren ’90 ontstond uit een briefwisseling en telefonisch contact en uiteindelijk in 1996 met ons eerste bezoek werd bezegeld. En dat alles omdat we heel erg graag het bandje van zijn oudere broer Dennis live wilden zien: Iluvatar.

Geschiedenis

Sindsdien zijn we er dus nog vaker naar teruggekeerd en altijd hebben we dit weten te combineren met het bezoek aan een progfestival. In 1997 was dat ProgFest in Los Angeles waar we voor het eerst Spock’s Beard zagen, maar ook één van mijn allerbeste concerten ooit: de Italiaanse band Le Orme. Vanaf 2000 werd het North East Art Rock Festival ons einddoel. Dat jaar zagen we daar onze vrienden van Iluvatar weer en ook het eerste optreden van TransAtlantic en de glorieuze terugkeer van Happy The Man. In 2002 was het festival verhuisd naar een grotere zaal in de plaats Trenton. Hoogtepunten dat jaar voor mij waren de optredens van Miriodor, Echolyn (de première van het album “Mei”), Nektar, Caravan en Steve Hackett. Na nog een jaar in Trenton was men in 2004 weer terug in Bethlehem en waren wij weer van de partij in 2005. Het waren weer de Italianen die onze aandacht trokken, PFM en Le Orme, maar het was de aankondiging dat het Japanse Kenso er zou gaan spelen dat ons over de streep trok. Ook zagen we dat jaar de eerste Nederlandse band het podium betreden aldaar: Knight Area.

Twee jaar gaan voorbij en in juli 2007 komt er een bericht dat we nooit hadden verwacht: de Amerikaanse band Discipline zal op NEARfest X – 2008 zijn opwachting gaan maken. Zanger Matthew Parmenter zagen we in 2005 al solo aan het werk en het nieuws dat hij met zijn voormalige band weer herenigd is, is voor ons al belangwekkend genoeg om te besluiten in 2008 weer naar de VS te gaan. Als dan in de maanden die volgen bekend word dat o.a. Echolyn, RMI en Banco aan de line-up zijn toegevoegd, is het duidelijk dat we deze editie niet aan ons voorbij willen laten gaan. Maar ja, we moeten nog wel kaartjes zien te bemachtigen en dat is niet zo’n makkelijke opgave. Nou ja, op zich is het dat wel want je gaat gewoon op het moment dat de voorverkoop begint naar de website, logt in en je bestelt kaarten. Maar dat willen met ons nog zo’n 1000 man en dat zorgt ervoor dat het op 5 april jl. een paar minuten nagelbijten is terwijl we proberen om er door te komen. Na een paar angstige minuten heb ik dan eindelijk kaarten: rij Q. Gelukkig niet op het balkon want dat was ons in 2005 niet zo goed bevallen. En dan kan het plannen van de rest van de trip beginnen. Dezelfde dag nog naar het reisbureau gestapt (want dat is voor normale lijnvluchten nog altijd goedkoper dan via internet rechtstreeks boeken) dat we verlaten met een bevestiging voor twee retourtickets naar Baltimore / Washington International Airport.

30 mei vertrekken we en zullen we eerst bijna drie weken doorbrengen bij Dan in Baltimore. Dat houdt dus in dat we veelvuldig er op uit zullen gaan om diverse grote en kleine cd-zaken te bezoeken op zoek naar aantrekkelijke koopjes. Het mooie aan de muziekwinkels in de VS is dat ze bijna allemaal, met uitzondering van de echt grote ketens zoals Best Buy, Sam Goodys, Walmart enz., aan inkoop en verkoop van tweedehands cd’s doen. Iets wat je vreemd genoeg in Nederland niet of nauwelijks ziet en als je het al tegenkomt het aanbod of niet interessant is of gewoon te duur. Maar het zijn dus die winkels die ontzettend interessant zijn om door te spitten. Dit keer had ik mezelf goed voorbereid en een uitgebreide zoeklijst samengesteld en heb me daar ook nog eens heel goed aan kunnen houden. De oogst was als gevolg daarvan niet zo groot deze keer, maar wel van hoge kwaliteit. Een aantal gaten in mijn collectie is weer gedicht.

Natuurlijk werd niet al onze tijd hieraan besteed en hebben we ook de nodige tijd genomen voor wat meer normale ‘vakantie’ activiteiten. Zelfs meer dan tijdens voorgaande trips omdat het er naar uit ziet dat we niet meer zo snel naar Baltimore terug zullen keren aangezien Dan zich eind 2008 in Nederland zal gaan vestigen. En dus hebben we de kans genomen om meerdere keren richting Washington DC te gaan voor een bezoek aan de National Mall, het gebied tussen het Capitool en het Lincoln Monument, daar waar diverse belangrijke monumenten zijn maar ook de diverse Smithsonian Musea en natuurlijk het Witte Huis. Het Smitsonian Air & Space Museum, het splinternieuwe International Spy Museum iets buiten het Mall-gebied en de National Art Gallery waren de moeite waard van het bezoeken waard, zeker op dagen dat het buiten verschrikkelijk warm was.

Reünie

Maar het hoofddoel van onze trip viel helemaal aan het eind in het weekend van vrijdag 20 t/m zondag 22 juni: NEARfest X. Een festival dat voor deze jubileumeditie uitgebreid was met een extra avond. Een festival ook dat juist omdat het zo klein word gehouden door de organisatie een bijzondere sfeer heeft. Voor veel bezoekers is het een jaarlijks weerzien, zeg maar een reünie, waarvoor men uit alle hoeken van het land hier naar toe reist. Ook wij hadden er een drie uur durende autorit op zitten toen we vrijdagmiddag incheckten in het hotel net buiten Bethlehem. Na ons opgefrist te hebben werd het tijd om richting Zoellner Arts Center te begeven, want de deuren gaan deze dag al vroeg open voor de verschillende verkoopruimten. Het is er nog redelijk rustig waardoor we alvast tijd hebben om wat leuke items te scoren.

Al snel ontdek ik de stand van Tom Brislin’s band Spiraling. Voor diegenen die het niet weten: hij was de toetsenist tijdens de Yes Symphonic Tour toen de band op dat moment geen vaste toetsenist in de gelederen had. Spiraling daarentegen is Brislin’s eigen muzikale vehikel met muziek die ligt op het kruisvlak van powerpop, Amerikaanse new-wave en prog. Korte bondige songs gevat in pakkende maar inventieve arrangementen. Het nieuwe album “Time Travel Made Easy” is net uit en aangezien het debuutalbum “Transmitter” me erg beviel is dit één van de weinige blinde aankopen die ik dat weekend zal doen. Verrek, het is Brislin zelf die me de cd’s overhandigt en omdat ik ook een mini-cd erbij koop, krijg ik er ook nog eens een Spiraling t-shirt bij. Hij vertelt me dat ze serieuze plannen hebben om op te treden in Europa. Hmm… een tour met Frost* zie ik wel zitten in het najaar.

En het zou niet de laatste keer zijn dat we op NEARfest tegen oude bekenden en prog-celebrities aan lopen. Roger Dean en Mark Wilkinson staan er al een aantal jaren met hun stands, Gary Green (Gentle Giant) is ook al een paar jaar vaste bezoeker. Iluvatar’s toetsenist en NEARfest keyboard-technicus Jim Rezek zullen we in de loop van het weekend ook een paar keer ontmoeten. Maar ook ex-Happy The Man / Oblivion Sun saxofonist cum toetsenist Frank Wyatt en zijn lieftallige vrouw lopen we tegen het lijf. Ze herinneren zich ons bezoek in 2005 aan de Crafty Hands studio in hun vorige huis nog goed.

Maar hoe gezellig en sfeervol de ambiance ook is in en rond de concertzaal, uiteindelijk gaat het ons om de optredens. En de eerste avond was een uitstekende aftrap voor het gehele weekend.


[Vrijdagavond 20 juni 2008]Wie: Synergy
Bezetting: Larry Fast: toetsen
Setlist:  
Relay Breakdown
Orbit 5
Ancestors
S-scape
Phobos And Deimos Go To Mars
Flight Of The Looking Glass
North River
Steam And Steel Towers
Metropolitan Theme (Main Theme)
Into The Abyss
Warriors
Website: www.synergy-emusic.com

(c) ©2008 Jöe del Tufo, Studio M - www.studiomlive.comOp voorhand hadden we geen grote verwachtingen van het optreden van Larry Fast, ook bekend onder de naam Synergy. Hoewel deze man als toetsenist (o.a. bij Peter Gabriel, Nektar en de Tony Levin Band) meer dan genoeg ervaring heeft en met zijn Synergy albums een ware pioneer is geweest op elektronische muziek gebied, was dit nog maar zijn tweede optreden ooit puur met Synergy muziek. Dat eerste optreden was toevalligerwijs in Nederland en niet geheel ontoevallig was ik daar ook bij en dat was op z’n zachtst gezegd een nog al slaapverwekkende aangelegenheid. Maar dhr. Fast deed zijn naam meer dan recht want hij had overduidelijk geleerd van dit eerste optreden, want het roer was behoorlijk omgegooid. Relay Breakdown donderde de zaal binnen, een fantastisch diepe klank vulde de ruimte. Dit is symfonische elektronische muziek in optima forma die ook nog eens door aantrekkelijke projecties en videobeelden werd ondersteund. Want de hele tijd naar die ene persoon achter zijn toetseninstrumenten te staren wordt natuurlijk na een paar nummers een beetje saai. Hij deed het dus in z’n eentje en de korte uitleg na het zwaar percussieve Phobos maakte duidelijk dat hij het nagenoeg bijna allemaal toch echt zelf speelde. Zoals hij het zelf al treffend zei: “Als ik niet op de toetsen druk gebeurt er ook niks”. Een indrukwekkend staaltje programmeerwerk van zijn synthesizer en aangekoppelde computers. Het is dat werk ook dat hem nu na al die jaren in staat stelt om deze muziek overtuigend live te brengen. Nee, dit was geen optreden waar het podium gevuld was met een nostalgisch toetsenarsenaal, maar een optreden van een muzikant die toegewijd is aan die bijzondere analoge klanken en deze met de nieuwste technieken wil gebruiken. Een fantastisch begin van het weekend.


Wie: Fish
Bezetting:  
Fish: zang
Gavin John Griffiths: drums, percussie
Chris Johnson: gitaar
Foss Paterson: toetsen
Frank Usher: gitaar
Steve Vantsis: bas
Setlist: 
Slainte Mhath
Circle Line
Square Go
Open Water
So Fellini
Manchmal
Hotel Hobbies / Warm Wet Circles / That Time Of The Night
Zoe 25
Arc Of The Curve
Dark Star
Faithhealer
White Russian
Cliché
Incommunicado
Sugar Mice
Last Straw
Website: www.the-company.com
MySpace: www.myspace.com/fishofficial

De laatste keer dat ik Fish live aan het werk heb gezien was tijdens de Internal Exile tour in het Muziekcentrum in Enschede. Een erg sterk optreden dat vooral gedenkwaardig was omdat Fish het optreden begon met het nummer Vigil waarbij hij midden in het publiek stond op een bierkratje. De uitstraling, het charisma van deze lange Schot was toen ook al erg bijzonder te noemen.

En dat is dan ook gelijk het enige wat hij wat mij betreft behouden heeft, want van zijn stem is niet zo gek veel meer over. Naar ik heb begrepen valt het bij optredens in Europa niet zo op omdat daar het publiek op een bijna fanatieke manier datgene aanvult wat Fish niet meer kan c.q. doet, maar het NEARfest publiek doet dat dus niet en dan wordt het soms pijnlijk duidelijk dat zijn hoogtijdagen nu toch wel achter hem liggen. Dit alles werd nog eens extra benadrukt door een erg vreemde afstelling van met name zijn zanggeluid, wat het geheel nog al een grauwe klank mee gaf.

Fish
(c) ©2008 Jöe del Tufo, Studio M – www.studiomlive.com

Dit optreden werd gepresenteerd onder de noemer “Clutching At Stars” waarbij de setlist een amalgaam was van nummers van zijn laatste solo-album “13th Star” en zijn meesterwerk samen met Marillion, “Clutching At Straws”. De nummers van “13th Star” klonken op zich niet verkeerd maar bleven ook niet echt lang hangen in m’n geheugen. Datzelfde geheugen echter maakte het me ook niet makkelijk als het ging om de “Clutching At Straws” songs. Want hoe goed Fish’s live-band ook is, zodra het om deze songs gaat blijkt er toch een deel van de magie te missen die er wel is als ik ze gespeeld hoor worden door Marillion. Het wordt helemaal tenenkrommend als ergens in de Hotel Hobbies-suite er een deel zit dat in een lagere toonaard lijkt te worden gespeeld, om Fish het makkelijker te maken, en als gevolg daarvan een gitaarsolo ook ineens erg vreemd klinkt. Brrr….

Maar er ging ook nog wel het nodige goed moet ik zeggen. Fish’s verhalen tussen de nummers door waren meer dan de moeite waard en Faithhealer (Fish klimt over de rijen stoelen de zaal in) en Cliché waren mijn persoonlijke hoogtepunten. Vooral dat laatste nummer was voor mij een grote verrassing in de set. Het was hier dat gitarist Frank Usher aan het slot de aandacht terecht naar zich toe trok met een minutenlang durende gitaarsolo.

Misschien ben ik wel te kritisch of leg ik de lat voor Fish misschien wel wat hoog deze dagen want een groot deel van het publiek kon er geen genoeg van krijgen. Na de twee laatste songs van “Clutching At Straws” kwam er echter aan dit optreden een eind. Al met al geen slecht begin van het NEARfest weekend.


[Zaterdag 21 juni 2008]Wie: Koenji Hyakkei (Japan)
Bezetting: 
Kubota Aki: zang
Komori Keiko: blaasinstrumenten
Sakamoto Kengo: bas, stem
Yabuki Taku: toetsen
Yoshida Tatsuya: drums, zang
Setlist: 
Angherr Shisspa
Axall Hasck
Rattums Friezz
Visqaguel
Fettim Paillu
Bectem Pollt
Arramida Horba
Avedunmma
Wamilica Iffirom

Na een korte maar erg aangename nachtrust zaten we ’s morgens om 11:00 in onze stoelen voor het optreden van Koenji Hyakkei. Ik had tot op deze morgen nog geen noot van ze gehoord, maar wist op basis van de nodige beschrijvingen wel ongeveer wat ik kon verwachten. Deze band heeft zijn muziek gebaseerd op de muziek van de Franse band Magma en in het bijzonder op de muziek zoals die op Magma’s album “Live/Hhai” is te horen. Een explosief mengsel van bijna modern klassieke zang en jazzrock a la Miles Davis’ Bitches Brew. Muziek met een hoog repetitief karakter die je als het ware in een soort van muzikale trance moet brengen maar dan afgeleverd met de impact van een heimachine. Donderende drums, zware basklanken, druk pianowerk, saxofoonuitbarstingen en damesvocalen die qua toonhoogte soms de stratosfeer proberen te bereiken.

Nou klinkt dit op papier dus als iets dat voor de vroege morgen klinkt als het recept voor een knallende hoofdpijn, maar ik moet zeggen dat ik vanaf de eerste minuut eigenlijk al behoorlijk onder de indruk was. Koenji Hyakkei’s composities zijn opvallend melodieus van karakter, tenminste, een stuk melodieuzer dan het werk van Magma. Toegegeven, net als bij Magma heb ik wat moeite met het zangwerk van de drummer, maar ook net als bij Magma is Yoshida Tatsuya overduidelijk de bandleider en is zijn stuwende drumspel de motor achter de muziek. Saxofoniste Komori Keiko zorgt voor het wat meer vrije geluid binnen de band met haar uitbarstingen, waarbij Sakamoto Kengo z’n bas soms lekker gemeen laat grommen dan wel zoemen. Toetsenist Yabuiki Taku en zangeres Kabota Aki zorgen voor de klassieke klanken binnen het totaalgeluid van deze band. Met name haar zang is fenomenaal te noemen, tenminste als je geen moeite hebt met een zangeres die de extreme hoogten op durft te zoeken. Het maakt ook eigenlijk niet uit dat je weet waar ze over zingt, wat toch al door het taalgebruik niet te volgen is, want ze is als het ware een extra instrumentale lijn binnen het geheel.

Natuurlijk is het behoorlijk extreme muziek en lang niet iedereen kon het hele optreden uitzitten gezien de lege plekken die in de zaal ontstonden. Ik zelf had er geen moeite mee en had nog graag de laatste 30 minuten van het optreden willen zien ware het niet dat de temperatuur in de zaal zo laag was dat ik het behoorlijk koud aan het krijgen was. Pff… het verschil met buiten werd me nu toch echt wel even te veel en het werd tijd om even buiten wat op te warmen en m’n Baltimore Orioles sweatshirt uit de auto te halen voor de rest van de optredens van die dag.


Wie: Discipline (VS)
Bezetting:
Jon Preston Bouda: gitaar
Paul Dzendzel: drums
Mathew Kennedy: bas
Matthew Parmenter: zang, toetsen
Setlist: 
Into The Dream
Rogue
Circuitry
Crutches
Carmilla
Canto IV (Limbo)
Website: www.strungoutrecords.com
MySpace: www.myspace.com/discipline1

Voorafgaand aan dit optreden is te merken dat de spanning wat aan het toenemen is in de zaal. Er hangt een licht elektrische atmosfeer, een verwachtingsvolle stemming. Het is NEARfest weer gelukt om een band opnieuw bij elkaar te krijgen. Nou ja, misschien geef ik de organisatie nu iets teveel eer maar ze zijn overduidelijk wel een katalysator geweest in het geheel.

Zanger / toetsenist Matthew Parmenter betreedt het podium zoals hij altijd al gedaan heeft: volledig geschminkt als een harlekijn. Je zou zeggen dat met het verstrijken van de jaren hij dit toch niet meer nodig heeft, maar het stelt hem naar het schijnt in staat om achter dit masker zijn podiumangst te kunnen verstoppen.

Matthew Parmenter
(c) ©2008 Jöe del Tufo, Studio M – www.studiomlive.com

De band trapt af met Into The Dream en de onheilszwangere akkoorden golven de zaal in. Hmmm… er mist iets lijkt het wel… verrek waar zijn die karakteristieke Mellotron-klanken gebleven? Ik hoor alleen maar van die zweverige strijkersklanken uit Parmenter’s toetsen komen… Kijk, ik ben geen Mellotron-fetishist, maar je kunt er niet om heen dat de klanken uit dat instrument (gesampled dan wel echt) muziek een bepaalde sfeer mee kunnen geven die soms essentieel voor het stuk kunnen zijn. En dat kleine puzzelstukje blijkt nu net vandaag te ontbreken in het totaalplaatje dat Discipline moet heten. Want voor de rest is alles duidelijk wel aanwezig: Parmenter’s sterke piano- en orgelspel en natuurlijk die licht getormenteerde maar toch melodieuze zang, Mathew Kennedy’s solide baswerk en Paul Dzendzel stevige drumwerk en als laatste het natuurlijk tegenwicht voor Parmenter’s capriolen: Jon Preston’s Bouda’s heerlijke gitaarwerk. Hij komt af en toe nog een beetje roestig over maar misschien komt dat ook wel omdat hij altijd zo heerlijk op het randje speelt.

Dat deze reünie niet iets is waarbij ze over één nacht ijs zijn gegaan, bewijst het feit dat het tweede nummer al gelijk een nieuw werkstuk is: Rogue. Het trekt de lijn duidelijk voort van het laatste album “Unfolded Like Staircase” en klinkt als klassiek Discipline materiaal. Wil het echter echt een klassieker worden, dan moet er nog wel het nodige aan gesleuteld worden want het is wat mij betreft zelfs voor hun begrippen nog wel te lang. Ook het nooit eerder opgenomen Circuitry is een aangename verrassing in de set. Maar hoogtepunt van de set is uiteindelijk het 13 minuten durende Crutches. Fantastische wisselwerking tussen de theatrale, zwaar door Peter Hammill beïnvloede, zang van Parmenter en de rest van de band. Het optreden wordt uiteindelijk besloten met één van de beste symfo-stukken die er gemaakt zijn in de jaren 90: Canto IV (Limbo).

Is dit optreden nou uiteindelijk het bijzondere moment geworden waar ik stiekem op had gehoopt? Als ik heel eerlijk ben moet ik toegeven dat er iets van de magie die te horen is op hun beide studio-albums anno 2008 op het podium toch een beetje ontbreekt. Jammer, want we weten van de Live 1995 dvd dat die er in het verleden wel degelijk was. Maar, ik blijf me gelukkig prijzen dat ik deze band toch uiteindelijk een keer live heb mogen aanschouwen.


Wie: Peter Hammill (Engeland)
Bezetting: Peter Hammill: zang, piano, gitaar
Setlist:
Don’t Tell Me
Too Many Of My Yesterdays
Friday Afternoon
A Better Time
Black Room
Amnesiac
Shingle Song
Central Hotel
Driven
Last Frame
Patient
The Lie
A Way Out
Traintime
Still Life
Stranger Still
Website: www.sofasound.com

Dit was het optreden waar ik op voorhand een vermoeden van had dat ik dit niet helemaal zou kunnen gaan uit zitten. Van Der Graaf Generator is een band die me tot nu toe nog nooit echt helemaal heeft kunnen bekoren en ook Hammill’s solo-materiaal heeft me met wat uitzonderingen (de albums “Roaring Forties” en “Everyone You Hold”) ook nooit echt weten te boeien. Maar ik kan er niet om heen dat zijn bijdrage aan de muziekwereld van onschatbare waarde is geweest en nog steeds relevant is.

Peter Hammill
(c) ©2008 Jöe del Tufo, Studio M – www.studiomlive.com

Het deed me deugd om te zien dat NEARfest er voor gezorgd had dat er een echte vleugel op het podium stond en Hammill liet ook gelijk horen wat voor een geluid er uit zo’n instrument kan komen. Ik had al gelijk medelijden met de pianostemmer die het instrument waarschijnlijk na NEARfest onder handen zou moeten gaan nemen want Hammill hamerde er flink op los.

Maar daar waar nagenoeg iedereen om mij heen langzamerhand in een soort van trance raakte en gegrepen leek door zijn spel en vooral zijn bijzondere zang, voelde ik me steeds minder op m’n gemak. Het streek me allemaal net iets te veel tegen de haren in. En terwijl hij nog achter de vleugel zat het door die combinatie van zijn zang en de piano nog wel iets had, moest ik helaas nadat hij zichzelf al een paar nummers al raggend op een akoestische gitaar had begeleid, afhaken.


Wie: Liquid Tension Experiment (VS)
Bezetting: 
Tony Levin: Chapman Stick, bas
John Petrucci: guitar
Mike Portnoy: drums
Jordan Rudess: toetsen
Setlist: 
Acid Rain
Kindred Spirits
Biaxident
Freedom Of Speech
Improv Jam 1 / Another Dimension
State Of Grace
Universal Mind
Improv Jam 2 / Rhapsody In Blue
When The Water Breaks
Osmosis Paradigm Shift

Toen deze gelegenheidsformatie werd aangekondigd als de laatste act voor de zaterdagavond was m’n eerste reactie die van een ongeïnteresseerd schouderophalen. Dream Theater’s muziek heeft me met uitzondering van “Images And Words” en “Falling Into Infinity” nooit echt weten te boeien. Het is me allemaal veel en veel teveel gefreak op de vierkante millimeter en me ook teveel van te voren uitgedachte muziek. Ik knapte helemaal af toen ik ooit Mike Portnoy op tv zag uitleggen hoe een bepaald stuk van hun helemaal als een soort van wiskundige formule was opgebouwd. En aangezien LTE feitelijk een instrumentale zijtak is van Dream Theater is het freak-/wiskundegehalte nog een stuk groter.

Maar ik moet zeggen dat de heren een sterke show wisten neer te zetten. Een optreden dat niet onder een al te best gesternte begon, want een intro-tape met Wagner’s Ridy Of The Valkyries (muziek bekender door de helicopter-scene in de film Apocalypse Now dan uit Wagner’s opera Die Walküre) is al tenenkrommend te noemen, maar als dan de intro ook nog eens halverwege stokt en het podium dan angstvallig leeg blijft, dan krijg je toch even de kriebels. De band dacht namelijk dat de stroom op het podium was uitgevallen en dat terwijl gewoon niemand van te voren had gecheckt of de cd met intro wel goed was. Oeps, stroeve start!

LTE
(c) ©2008 Jöe del Tufo, Studio M – www.studiomlive.com

De band gaat gelijk heftig van start met Acid Rain en nog nooit zouden er zoveel noten per seconde over het NEARfest publiek uitgestort worden dan tijdens dit optreden. En toch was de setlist redelijk tot zeer goed opgebouwd met voor mijn begrippen net genoeg rustpuntjes. Jammer was wel dat met name Tony Levin’s Stick-spel binnen het overige instrumentale geweld leek te verdrinken. En ik snap ook niet zo goed toetsenspelers als Jordan Rudess die met hun solo’s ontzettend hard hun best doen om een gitarist te zijn. Nou heb je een instrument dat feitelijk elk geluid kan produceren wat je kunt bedenken en nog komt er een klank uit die in de buurt probeert te komen van een gitaar. Portnoy is overduidelijk een meer dan begenadigd drummer maar zijn drumpartijen en met name zijn drumfills worden zo langzamerhand wel heel erg voorspelbaar. De enige waar ik zonder enige op- of aanmerkingen van heb kunnen genieten is gitarist John Petrucci.

De muziek die gepresenteerd werd was zoals te verwachten afkomstig van de beide LTE albums waarbij er op twee plekken de ruimte was voor de nodige improvisatie. Nieuw LTE materiaal was er niet echt hoewel LTE’s bewerking van George Gerswhin’s Rhapsody In Blue dat natuurlijk wel was. En wat mij betreft was dit ook echt het hoogtepunt van hun set. Muziek die een hoog ‘Tom And Jerry’ karakter had in deze bewerking en het was duidelijk te zien dat ook de heren zelf op het podium erg veel lol hadden in deze bewerking. LTE’s set was een prettige afsluiting van deze tweede dag van NEARfest.

Klik hier voor deel II

Send this to a friend