Necromonkey

Show Me Where It Hertz

Info
Uitgekomen in: 2015
Land van herkomst: Zweden
Label: Roth-Händle
Website: https://www.facebook.com/Necromonkey-109218875773387/
Luistermogelijkheid: https://necromonkey.bandcamp.com
Tracklist
Entering the Sublevels of Necroplex (11:00)
Everybody Likes Hornets But Nobody Likes Hornet Egg (5:00)
The Rage Within the Clouds (10:43)
The Electric Rectum Electroal (7:06)
Like Fun You Are (7:05)
The Current Beneath the Squarewave (5:54)
David Lundberg: synthesizers, drumcomputers
Mattias Olsson: synthesizers, drumcomputers

Met medewerking van:
Kristian Holmgren
Show Me Where It Hertz (2015)
Live at Pianos NYC (2015)
A Glimpse of Possible Endings (2014)
Necroplex (2013)

Ik ben dan wel atheïst, maar als ik gelovig zou zijn zou ik geloven in Noordse goden. Niet dat mijn altaar gewijd zou zijn aan ouderwetse goden als Odin, Thor en Freia, nee nee. Mijn opperwezens zouden Scandinavische muziekgrootheden zijn, bands als Anekdoten, Ängalard, Landberk, White Willow, Dungen, Meshuggah, Shining, of Gösta Berlings Saga. Het Zweedse duo Necromonkey, dat bestaat uit Mattias Olsson en David Lundberg, zou ook een belangrijke rol spelen in mijn pantheon – en niet alleen omdat Lundberg en Olsson beiden (ex-)leden zijn van een aantal hier genoemde groepen. Nee, hun verheven positie hebben de Zweden vooral te danken aan de geniale doch malle albums die ze tot dusver uitgebracht hebben onder deze noemer: “Necroplex”, “A Glimpse of Possible Endings” de officiële bootleg “Live at Pianos NYC”, en meest recentelijk “Show Me Where It Hertz”.

Deze release, het derde studioalbum van het duo, onderstreept andermaal waarom Necromonkey zo opmerkelijk is. Voor Lundberg en Olsson is “Necromonkey” een vehikel voor een voortdurende verkenning van muzikale grenzen en mogelijkheden, met als uitgangspunt de gigantische collectie instrumenten – vooral synthesizers – die Olsson tot zijn beschikking heeft in zijn Roth-Händle Studio net buiten Stockholm. Hoewel dit op de eerste twee albums heeft geleid tot een maximalistische insteek (volgens het mantra ‘niets is te gek’), heeft het duo zich op “Show Me Where It Hertz” bepaalde beperkingen opgelegd. De hele plaat is immers gemaakt met louter synthesizers, Mellotron (en Chamberlin) en vintage drumcomputers. Nu moet daarbij wel aangetekend worden dat Olsson zo’n enorm scala aan ouwe meuk bezit dat dit nog steeds betekent dat de heren tientallen instrumenten hebben kunnen inzetten, maar toch.

Door de keuze voor elektronische instrumenten is “Show Me Where It Hertz” minder typisch ‘prog’ dan de eerste twee albums van Necromonkey. Op deze plaat geven Lundberg en Olsson uiting aan hun voorliefde voor elektronische muziek uit de jaren zeventig en tachtig, waarmee het album dichter bij, bijvoorbeeld, Kraftwerk en de vroege Jean Michel Jarre ligt dan bij, ik noem maar wat, Yes. Ook groepen als Radio Massacre International zouden als referentiepunt gezien kunnen worden, wat overigens niet wil zeggen dat de muziek ook echt klinkt als de voornoemde acts. Daarvoor is Necromonkey simpelweg te eigenzinnig.

Door de vaak drijvende ritmes doet de muziek vaak ook krautrockachtig aan, wat versterkt wordt door de sterk psychedelische teneur. Niettemin blijven ook proginvloeden hoorbaar, bijvoorbeeld in sommige symfonische melodielijnen. Wat alle nummers bovendien kenmerkt, is dat ze bestaan uit klanktapijten die zijn opgebouwd uit verschillende lagen die continu over elkaar schuiven en naar de voorgrond gebracht worden of juist naar de achtergrond verdwijnen, om later weer terug te komen. Een goed voorbeeld dat al deze aspecten combineert is The Rage Within The Clouds, dat een drukke en heerlijk ouderwetse drumcomputerbeat afwisselt met een grootse en breed uitgemeten melodielijn gespeeld met een old school synthesizergeluid.

Een ander kenmerk van “Show Me Where It Hertz” is dat de nummers soms herinterpretaties zijn van eerdere Necromonkey-composities. Olsson en Lundberg hebben een aantal eerdere nummers volledig ontmanteld en slechts af en toe komt er een herkenbare vlaag voorbij. Hiermee toont het duo aan dat ze stilstand willen vermijden en er niet voor schromen om eerder werk kritisch te beschouwen, wat ook de live-opnames op “Live At Pianos NYC” typeert. Deze op vooruitgang gerichte benadering maakt de muziek extra spannend voor luisteraars die al bekend zijn met de eerdere albums van de band.

Met hun uitstekende eerste twee albums hebben Mattias Olsson en David Lundberg al aangetoond dat Necromonkey een markante en eigentijdse band is die een onorthodoxe en uiterst overtuigende kijk op progressieve rock uitdraagt. Met “Show Me Where It Hertz” bekrachtigt het duo eens te meer deze karakterisering door onverschrokken een nieuwe richting te verkennen en bovendien het eigen werk aan kritische herinterpretatie te onderwerpen. Wat mij betreft is dit album, of eigenlijk alles van Necromonkey, dan ook verplichte kost voor iedere ietwat avontuurlijk ingestelde ‘scandigodvruchtige’ ziel.

Christopher Cusack

Send this to a friend