Ik vroeg me al jaren af wat er toch geworden was van het Duitse Ulysses. Nadat ze in 1993 het in mijn ogen fraaie debuut “Neronia” uitbrachten, bleef gek genoeg het vervolg uit. Nu weet ik het. Om juridische problemen met een band met dezelfde naam te voorkomen werd de naam omgedoopt in Neronia, waarvan pas in 2004 een eerste schijf (“Nerotica”) uitkwam. Na “Blue Circles” (2008) duurde het weer zes jaar voor “Limnotapes” het licht zag. Met de uiterst melodieuze klanken van het oude Ulysses nog in gedachten, ga ik er eens goed voor zitten.
De Duitsers van Neronia maken onvervalste Duitse neoprog die net zo goed begin jaren ’90 kon zijn opgenomen. In die zin zitten de wortels behoorlijk diep. De muziek bevat een mengeling van toegankelijke melodieën met een behoorlijk hoog symfonisch gehalte, lange en sfeervolle gitaar- en synthesizersolo’s, stevige riffs en een krachtige ritmesessie in de progmetalsfeer, afgewisseld met akoestische passages, dit alles bij elkaar gehouden door heldere, Amerikaans aandoende zang.
Dat klinkt op zich goed en het klinkt ook inderdaad best lekker. Deze oosterburen hebben erg goed geluisterd naar het werk van Saga uit die tijd. Zeer regelmatig zijn de overeenkomsten met deze Canadese grootmacht treffend. Maar ook Arena en Styx klinken door in de acht melodieuze stukken.
Tussen de twee sferische instrumentale stukken met veel gitaar- en toetsenwerk, zingt Frank Ullman zeker niet slecht in de zes andere werkjes, die nergens dik boven de zes minuten uitgaan. Het meest valt echter te genieten in de instrumentale minuten. Zeker als Ruediger Zaczyk losgaat op zijn gitaar. Zich stuwend en pompend door de zware stukken (metal) heen worstelend krijgt hij voldoende ruimte om te soleren. Zoals in Journey’s End, dat eigenlijk alles van Neronia in zich verenigt. Straffe riffs met stuwend drumspel en puntig basspel zorgen voor bombast, maar regelmatig neemt het gezelschap gas terug om in akoestische sferen te geraken. Michel Stein gooit er een van zijn behoorlijke goede toetsensolo’s tegenaan, waarna Zaczyk het stokje overneemt en zijn snaren anderhalve minuut tot een climax beroert. Dat is ouderwets smullen.
Het gebodene heeft ook een schaduwkant. Wat we horen is verre van vernieuwend, sterker nog, bijna clichématig borduurt het gezelschap voort op de structuren van dik twintig jaar terug. Alle behoorlijke solo’s ten spijt, we hebben het allemaal al eens een keer gehoord. Het verloop van de nummers is redelijk voorspelbaar. Na een stevig of juist rustig intro volgt een middenstuk waarin naast de zang niet heel veel gebeurt. Dan volgt een solo, of vlak voor het eind een moment van rust, om dan weer even los te barsten vaak via een gitaarsolo. Het ontbeert de nummers aan een eigen smoel, iets dat pakt of blijft hangen. Another Year sleept zich bijvoorbeeld vijf minuten lang ogenschijnlijk voort naar Nergenshuizen, totdat –vhoerav- een toetsensolo toch nog voor enige verlossing zorgt. Ullman’s stem mist ook iets aan zeggingskracht om echt het verschil te kunnen maken.
Neronia is een verwijzing naar de door Nero georganiseerde Griekse spelen, een festival met veel aandacht voor muziek, kunst en cultuur, zo rond het jaar 60. Ja, “Limnotapes” kan een groot feest (der herkenning) zijn voor de oerfans van dit genre, met al zijn klassieke elementen. Wie zich qua klanken, opbouw en uitvoering prettig voelt bij een déjà entendu gevoel kan met een gerust hart deze arena betreden en zich overgeven aan deze muzikale sage.
Fred Nieuwesteeg