‘Long anticipated’ zouden de Britten zeggen. Na dertig jaar ligt er eindelijk een heruitgave van “Neil’s Heavy Concept Album” op tafel. Ogenschijnlijk eentje in de categorie comedy en, zoals vaak gebeurt met én tekstuele muzikale grollen, door zijn tijd ingehaald. Wie beter weet, haalt met dit album een leuk aan prog gerelateerd item in huis. Als lid van The Young Ones speelt Nigel Planer de hippie, de man die veelal in zijn eigen wereld en het verleden leeft en zowaar ‘vecht’ tegen alles wat hedendaags is. Als hij een heus conceptalbum wil maken, loopt dat in 1984 op iets totaal anders uit. Waarmee een leuke practical joke is bedacht.
Het idee voor Neil’s album begint met een idee van Allan MacGowan, Planer’s booker in de tijd dat de komediant werkt als supportact bij optredens van onder andere Dexy’s Midnight Runners en Marillion. Behalve grappenmaker is Planer bovenal een muziekliefhebber en een progkenner bij uitstek. MacGowan ziet wel iets in hem en zo ontstaat Hole In My Shoe, de voorloper van het uiteindelijke album. De muziek komt op het conto van Dave Stewart, een sleutelfiguur in de Canterbury scene en bekend van bands als Egg, Hatfield & The North en National Health. Die neemt lieden als Pip Pyle, Gavin Harrison, Jimmy Hastings, Jakko Jakszyk en Barbara Gaskin mee en zo kan het gebeuren dat er een ware allstar lineup met Neil aan het werk slaat.
Gezien het succes van het melige Hole In My Shoe, mede dankzij het meeliften op het succes van The Young Ones, ontstaat op initiatief van Warner Brothers het idee om in dezelfde sfeer een heel album gevuld met covers te maken. Inclusief hoesparodieën op “Sgt. Pepper…” en “All Things Must Pass”. Planer en Stewart komen onder meer op de proppen met Caravan’s Golf Girl, Pink Floyd’s The Gnome, Donovan’s Hurdy Gurdy Man en Tomorrow’s My White Bicycle. Stuk voor stuk liedjes die eind jaren zestig, begin jaren zeventig en zelfs vanuit de punktijd voorbeeldig zijn voor de betere Britse popmuziek en waarin ook de verandering van het muzikale landschap in die jaren te horen is. De nummers worden door een aardig zingende Planer en Stewart cs. met een behoorlijke dosis invloeden uit de jaren tachtig uitgevoerd. Met dat cheesy geluid (Cosmic Jam!) steekt Planer behoorlijk de draak en daarmee is de insteek van “Neil’s Heavy Concept Album” rond. De plaat loopt uit op een fiasco voor Neil. Alles gaat mis, alles is ‘horrible’ en Neil blijft gedesillusioneerd achter.
Als geheel doet het album een beetje tweeslachtig aan. Wetende dat er zulke musici aan het werk zijn, is het continu een keuze van luisteren naar de muziek of luisteren naar de grappen om Neil’s verhaal te volgen. Uit het verhaal in het boekje van Sid Smith blijkt dat Planer binnen een jaar na uitkomen van de plaat geen uitdaging meer zag in het karakter Neil; hij kon er niet meer diepgang aan geven. Dit album en die hilarische cover van Cliff Richard’s Living Doll (die niet op dit album staat, ook niet als bonustrack), typeren het tijdperk van The Young Ones, maar zijn tegelijkertijd ook odes aan de hoogtijdagen van de Britse popmuziek. Een plaat om af en toe in een melige bui te draaien en vooral op die herfstachtige middag, wetende dat ’this album is designed to ruin your Christmas’. En daar hebben best veel mensen stiekem behoefte aan.
Wouter Bessels