Nine Stones Close komt vier jaar na het verschijnen van “One Eye On The Sunrise” met zijn langverwachte nieuwe album: “Leaves”. Langverwacht, omdat oprichter Adrian Jones in zijn laatste interview met Progwereld 2014 al als releasejaar noemde. Als je kijkt wat er tot dusver door de band is gepresteerd, is het dan ook niet zo verwonderlijk dat tijdens dit uitstel de hoge verwachting is gegroeid en de lat inmiddels erg hoog is komen te liggen.
Zelf hoor ik inmiddels ook tot die groep, die reikhalzend uitkeek naar de release van dit album. Ik werd op vorige albums met name blij verrast door de goed verzorgde productie en de geweldige gitaarpartijen met schitterende toetsen (luister maar eens naar parels als A Door Opens of Faceless Angel). Tel hierbij op de zeer prettig klinkende vocalen van Marc Atkinson en ook merkbare invloeden van David Gilmour en Steven Wilson, en je krijgt een streling voor het oor. Het zit gegoten als een vaak gedragen jeans, voelt als een warm bad…
En nu is daar dus “Leaves”, dat met slechts vijf tracks op het eerste gezicht als een ep oogt, doch een totaal een kleine zestig minuten klokt: een paar lekker lange tracks dus, waarvan Spoils met ruim 16 minuten de kroon spant. Een blik vooraf op de line-up leert dat Marc Atkinson is vervangen door een andere zanger: Adrian (Aio) o’ Shaughnessy, basveteraan Peter Vink door Peter Groen en de toetsen worden beroerd door Christiaan Bruin, die Brendan Eyre opvolgt. Dat is dus eigenlijk heel wat; het is dan spannend hoe zich dat manifesteert in het totale klankbeeld van de band.
Vol verwachting begin ik dus aan de luisterbeurten van deze nieuwe schepping van Adrian Jones c.s.
Er zijn een paar dingen, die dan ook direct opvallen bij de eerste luisterbeurt: het totale klankbeeld is wat scherper geworden, gruiziger, het ‘schuurt’ wat meer (bijvoorbeeld met de zang in Complicated en harmonies in Goldfish). De zang is sowieso een stuk meer aanwezig en of je die dominantie en het toch wel heel andere timbre van Adrian o’Shaughnessy weet te appreciëren is natuurlijk altijd een kwestie van persoonlijke smaak.
Het zal dus even wennen worden voor de luisteraars die Nine Stones Close al wat langer volgen en aanvoelen als nieuwe jeans, die je wellicht wat langer moet dragen voordat hij wat lekkerder zit. Dat hoort er nu eenmaal bij als een band zich ontwikkelt. Wat in elk geval blijft, is het briljante gitaarspel van Adrian Jones, dat bijvoorbeeld in Lie weer sterk aan Porcupine Tree doet denken.
Bij het eerder genoemde Spoils hoor je ook duidelijke Porcupine Tree invloeden en komt bij het Kashmir-achtige motief Led Zeppelin om de hoek kijken. Die mix van Led Zeppelin en Porcupine Tree is ook in de zang terug te vinden, al vind ik persoonlijk het onwillekeurige vergelijk in het voordeel van Robert Plant uitvallen, maar da’s natuurlijk geen schande… Wat sommige luisteraars in deze fase van het album wellicht wat zal gaan tegenstaan is de manier waarop de zang hier domineert; hier zou het mij niet verwonderen als hierover onder de Nine Stones Close liefhebbers tweespalt ontstaat.
Het titelnummer Leaves is wederom een staal van Jones’ compositiekwaliteiten. Je hoort de schitterende opbouw, alleen…hier ligt naar mijn gevoel toch een gemiste kans. Het nummer is op zich prima geproduceerd, maar toch blijft er bij mij iets onbevredigends hangen. Ik mis de spanning / bevlogenheid, die productioneel(?) in vorige albumedities voelbaar was. Of is het toch ook het gemis van Marc Atkinson en Brendan Eyre? Het is een vraag die waarschijnlijk onbeantwoord zal blijven.
Conclusie: Nine Stones Close bestaat ook in de nieuwe line-up uit een stel prima muzikanten, al zal het voor sommigen wat lastig zijn om aan het nieuwe geluid te wennen. Nine Stones Close laat met “Leaves” in elk geval een ander geluid horen, waarbinnen de briljante gitaarpartijen van Adrian Jones gehandhaafd bleven. Of dit andere geluid zal landen? Dat oordeel, geachte proglezer, ligt geheel bij u.
Clemens Leunisse