Nitewalk is een uit Duitsland afkomstige band, samengesteld uit vrienden die allen min of meer professioneel muzikant zijn. Het ontstaan van de band dateert uit 2009, wanneer grondlegger van de band Christian Junglebluth een aantal vrienden vraagt samen te werken aan een cd, wat in zijn ogen een progressief album moet worden. Gedurende de laatste drie jaar werken de heren gestaag aan het debuutalbum en in het laatste stadium wordt zanger Daniel Fisher van de band No Inner Limits toegevoegd aan de club.
De band schotelt ons een mix van (classic)rock, blues, metal en jazz voor met nummers die netjes tussen de drie-en-een-halve en vijf-en-een-halve minuut blijven. De muziek wordt sterk gedomineerd door de gitaren met een zanger die in de basis een lekkere theatrale strot heeft, maar nergens op het album echt indruk achterlaat. Zijn stem heeft in de verte iets van Geoff Tate (Queensrÿche), maar dan met een licht accent. De nummers zijn niet echt complex, eerder monotoon en missen een sfeer die je nieuwsgierig houdt. De zang van Fisher is niet veel spannender, dus daar wordt dan ook niet veel meer mee bereikt.
Het probleem van Nitewalk is dat ze telkens lekker op weg zijn, maar net niet die vonk overbrengen die er zou moeten zijn om een cd telkens weer te draaien. Na elke draaibeurt blijft een leeg gevoel over die… een beetje gaat zuigen. Zie het als een bezoek aan een wereldwijd bekend fastfoodketen. Tijdens het verorberen van je maaltijd denk je nog lekker te eten, vijf minuten later heb je er al weer spijt van, want enige finesse ontbrak in de gerechten en heb je al weer honger. Het is moeilijk aan te geven waar de grote hiaten in de muziek zitten, maar dat de heren geen mooie spanning in de composities weten te brengen, is na een paar nummers snel duidelijk. Muzikaal lijken de heren hun uiterste best te doen, maar vergeten daarbij dat het in de beleving van muziek ook om een stukje ziel gaat. De gitaarriffs zijn redelijk, maar vaak ook voorspelbaar. Hoewel er zo hier en daar een stukje toetsen te horen is, ontbreekt te vaak dat instrument, terwijl juist dat de muziek wat meer frivoliteit zou geven. Wellicht krijg ik over een aantal jaren mijn ongelijk, maar ik kan hier niets vooruitstrevends in vinden waar de heren muzikanten aan refereren.
Ik kan u vermoeien met een lange recensie waarin ik uitvoerig de tracks stuk voor stuk uitzet, maar dat doe ik maar niet. Ik zou mijzelf, maar vooral ook u daar geen plezier mee doen.
Ruard Veltmaat