Ik vroeg me laatst af of deze band überhaupt nog wel bestond. Het is al weer acht jaar geleden dat deze neo-prog formatie uit het mooie Luxemburg de laatste schijf uitbracht. Dit album “The Other Side” uit 1998 vond ik behoorlijk tegenvallen. Dan was het uit 1995 stammende “The Secret Garden” toch echt vele malen beter.
En nu is daar het vierde album met de simpele titel “4”. Volgens de bijgeleverde promosheet is dit hun beste album tot nu toe. Dat lees ik wel vaker in zo’n begeleidend schrijven, maar na een flink aantal luisterbeurten moet ik ze echt gelijk geven. Maar wat maakt dit album nu tot hun beste?
Ten eerste is dat het geheel. Het album is namelijk over de gehele linie sterk. Op de vorige No Name albums stonden naast uitstekende nummers ook enkele draken. De vorige albums gaven me het gevoel dat de band nog wat op zoek was naar eigen geluid en stijl. Dat is op dit album echt gelukt. Er is geen zwakke broeder te horen. De nummers zijn allemaal aan de lange kant en daarbinnen weet de band moeiteloos de composities tot zijn recht te laten komen. Uptempo, fris en ingetogen of sober, de band weet het overtuigend te brengen. Ook de tempowisselingen zijn goed uitgewerkt en zorgen ervoor dat je je nergens verveelt. De band mag dan wel een ‘eigen geluid’ hebben, maar het moge duidelijk zijn waar deze Luxemburgers de mosterd vandaan halen. Namen als Marillion (Fish periode), Pendragon, Jadis, Clepsydra, IQ en Moria Falls (da’s lang geleden!) hoor je overduidelijk terug komen in hun muziek.
Ten tweede is daar het vakmanschap van de individuele muzikanten. Jongen, jongen wat een solo’s krijg je op dit album te horen! Yves Di Prospero (gitaar) en Alex Rukavina (toetsen) vervullen de meest dominante rol. Luister maar eens naar de heerlijk lange toetsensolo in The Curse die opvallend laag wordt ingezet, maar als snel dat typische neo-prog randje krijgt (hoog en zweverig). Of de minuten lange gitaarsolo in Fountains Of Dreams. In het eerste deel wordt er nog doorheen gezongen (mooi!), maar later krijgt hij alle ruimte. Ook zijn solo in Visions is geweldig en met heel veel gevoel gespeeld, hij had zo op een Jadis album kunnen staan. Regelmatig gaan de twee heren ook het duel met elkaar aan, wat garant staat voor spektakel zoals in het lange en afwisselende Thoughts Pay No Toll.
Ten derde de sfeer die het album uitademt. De nummers zijn veelzijdig en vooral avontuurlijk. Elk nummer heeft zo zijn eigen sfeer. Elementen als spanning en dynamiek weten ze perfect in de muziek te verpakken waardoor elk nummer een belevenis op zich wordt. Dit is echt op en top neo-prog. Ben je dus niet zo in dat genre, dan moet je deze plaat heel snel vergeten. Ben je echter een liefhebber dan zal je hier heel veel plezier aan beleven.
Maarten Goossensen