‘Postprogressive sounds’, onder die noemer wil het populaire Kscope label zich onderscheiden. Als er één band is die aan dat criterium voldoet, dan is het North Atlantic Oscillation (NAO) wel. Fris, pakkend, elektronisch, poppy, progressief, het zit er allemaal in. Geen traditionele progrock, terwijl die elementen diep van binnen weldegelijk te herkennen zijn.
Het vorige album “Fog Electic” wist mij helemaal van mijn sokken te blazen. Een heerlijk album met sterke melodieën en The Beach Boys-achtige zang. Tel daar het afwisselende karakter bij op en je hebt een schijfje die niet snel verveelt. Op “The Third Day” wordt deze lijn verder uitgewerkt. Nummers als Great Plains II, Elsewhere, Wires en Dust weten dezelfde sfeer op te roepen als op het vorige album. Frisse beats, met sterke toetsenlijnen, pittige drums en heerlijke zang. In een track als Dust zitten ook overduidelijke postrock-elementen die voor een mooie gelaagdheid zorgen. Een mooie mix van Pure Reason Revolution, The Beach Boys en The Pineapple Thief.
Dit album weet mij echter minder te verrassen dan zijn voorganger. Er wordt wat te veel door geborduurd op eerder ideeën. Het geheel is wat minder organisch. Zo is de melodie in Do Something Useful uiteindelijk heel mooi, maar ontpopt hij zich pas halverwege en is het eerste deel niet echt spannend. Het album duurt maar 44 minuten, maar het voelt langer.
Nu is het wel zo met albums als dit dat ze veel luisterbeurten nodig hebben voordat je ze helemaal kunt doorgronden. Het kan best zijn dat dit album verder moet groeien. Maar goed, ik zit nu eenmaal met een deadline. Mijn voorlopige conclusie is dan ook dat “The Third Day” een redelijk schijfje is met een flink aantal prachtige nummers, maar dat hij minder overdonderd overkomt dan zijn voorganger.
Maarten Goossensen