Elektronica kent een koude klankkleur. Dit wekt al snel het gevoel van de winter, de aanraking van staal en de indruk van abstractie op. Daarentegen heeft de elektrische gitaar een sentimentele warmte. Evenals kou en warmte in elkaar overstromen, voegt de combinatie van deze twee instrumenten spanning en beweging toe. Hierdoor vormt deze muziek welhaast de audioversie van de najaarswind.
“Samliku’ is dan ook een plaat vol met aangename winterlandschappen. De gezamenlijke toetsenstorm van Miguel Noya en Paul Godwin klinkt ijzig en bovendien versterkt hun snijdende geluid de onverbiddelijk strakke ritmiek. Als tegenkracht fungeert het warme gitaarspel van Robert Jürjendal. Het temperatuurverschil creëert een inherente onrust en tragiek, maar doordat de structuren op dit album langgerekt zijn, kan de toehoorder zich zonder problemen laten meevoeren op deze muziek. Het doet qua stijl denken aan de ruimtelijke elektroprog van Ashra of Michael Hoenig. Niettemin voelt deze plaat moderner aan; de koude elektronica van een Ben Frost komt zo eveneens als associatie naar boven.
Hoewel het album deze antarctische spanning consequent vasthoudt, zijn de opvallende nummers slim aan het begin en aan het einde geplaatst. March Of The Goat Machines verblindt van meet af aan het zicht van de luisteraar. Strakke elektronicabeats en ruwe synthesizerstormen bevinden zich op het grensgebied tussen ergerlijk en intrigerend. De gitaarpartijen arriveren derhalve als een verlossing. Moeizaam trekt dit spel door het steeds onherbergzamere sneeuwstorm; ofschoon het uiteindelijk de strijd moet opgeven; de kou wint! Afsluiter The Guardian start met vertwijfelde gitaarklanken die al snel worden weggeblazen door een toetsenwind. De sfeer is fragiel en complementair. Deze muziek bevat daarenboven een prettige beklemming. Een ijlheid die de adem doet stokken. De sequencer forceert echter een sneller tempo, waarna een melancholische gitaarsolo een subtiele solo verzorgt. Langgerekte tonen leiden het album langzaam naar het einde.
Slechts iets minder spannend is het driedelige The Big Slow. Het eerste deel van deze compositie begint met stromend water en bedachtzaam gitaarspel. De hoge synthesizertonen wekken vervolgens kippenvel op. De melodieën zijn haast wiegend. Het tweede en derde deel breien op meer theatrale toon hierop voort. Lange elektronicahalen laten de luisteraar anticiperen op een stroomversnelling en inderdaad het tempo gaat gestaag omhoog. De drums ratelen onvermoeid door; steeds hoger de berg op. Aan de top treffen we een aangenaam symfonische synthesizerwervelwind. Het nummer kent verder een uitstekende climax vol met extatisch gitaarwerk. Het is moeilijk om een negatief punt te vinden bij dit soort uitstekende composities.
“Samliku” is dan ook een parel die drijft op de uitstekende interactie tussen de drie heren. De muziek bevat evocatieve klanken die afwisselen tussen koude en warme tonen. Bepaalde composities zijn net iets indrukwekkender dan andere, maar nochtans laat het album geen steken vallen. Het gevoel een vergeten meesterwerk te hebben ontdekt overheerst. Dit is een verslavende plaat!