Nucleus TornAlbum

Met “Travellers” krijgen de fans van de Zwitserse band Nucleus Torn waar voor hun geld. Dit in een schitterende milieuvriendelijke verpakking op A5-formaat stekende album is immers een drietrapsraket met bonus. Het album bestaat uit het in 2004 alleen op vinyl uitgebrachte “Krähenkönigin”, de in 2001 uitgebrachte ep “Silver” en tot slot de demo “Submission”, die in 2002 op cd-r het levenslicht zag. Als bonus zijn twee nummers toegevoegd die stammen uit de periode “Nihil” en die om een voor mij duistere reden niet op dat album van slechts 37 minuten terecht zijn gekomen. Deze compilatie moet dan ook helemaal los worden gezien van de bij elkaar horende albums “Nihil”, “Knell” en “Andromeda Awaiting”. Het hier voorliggende werk is feitelijk een bonte verzameling die stamt uit de beginperiode van de groep toen men aan het zoeken was naar een eigen geluid. Zo dateren de vier delen van Krähenkönigin uit 1998, toen de groep pas was opgericht en eigenlijk alleen nog maar bestond uit Fredy Schnyder.

Het vierluik Krähenkönigin is van een ongekende schoonheid met alleen het klassieke rustgevende gitaarspel van Fredy Schnyder. Doen de vier stukken niet voor elkaar onder, mijn persoonlijke voorkeur gaat uit naar het zeer subtiel gespeelde deel IV met lichte Spaanse invloeden. Destijds is dit werk in een genummerde oplage van slechts 300 exemplaren op vinyl uitgebracht. Als in één beweging vloeien de fraaie akoestische gitaarakkoorden over in Silver, het titelstuk van de enkele jaren later uitgebrachte ep. Nucleus Torn was inmiddels uitgegroeid tot een trio bestaande uit Schnyder, zanger Patrick Schaad en Christoph Steiner op drums. Voor het eerst doen dan ook drums en zang hun intrede en krijgt de muziek meer volume, al schiet men nog nergens uit de slof. Pas op het zesde nummer Witness na pakweg een klein half uur horen we de melancholieke stem van Schaad en krijgt de muziek een donkere tint. Vervormde gitaarakkoorden vallen bij en begeleiden de bezwerende zang. Diepe treurnis wordt het op Beggar. Hier sombert men een stevig partijtje weg. Dat deze verzamelaar niet verzwelgt in somberheid laat Nucleus Torn in dit naar henzelf genoemde nummer horen. Lichte folkinvloeden doen hun intrede en de muzikale lucht lijkt wat op te klaren. Met elektrisch gitaarspel als vonk ontbrandt de muziek en zorgt daarmee voor een verrassende wending.

De twee instrumentale nummers tellende demo-single Submission markeert duidelijk een overgang naar meer avant-gardeachtige muziek met onverwachte oprispingen. Traveller’s Rest is later in een ingekorte versie op “Nihil” terecht gekomen. De twee nummers waar deze prachtige verzamelaar mee besluit haalde dit album zoals eerder gememoreerd niet.

“Travellers” is dankzij zijn opbouw en rijke variatie een sieraad geworden dat met zorg is samengesteld. Ik leerde deze groep voor het eerst met “Knell” kennen en heb sindsdien grote waardering voor deze bijzondere muziek. Deze bewondering is met dit schijfje alleen nog maar gegroeid.

Hans Ravensbergen