Gelijk bij de eerste noten van het derde O.R.k.-album “Ramagehead” kan je spreken van impression time. Dit is zo’n plaat die zonder poespas met de deur in huis valt. De kleurrijke, ietwat donkere progmetal van dit viertal maakte op de voorgaande platen al veel indruk en dat gold ook voor de show in de Melkweg, vorig jaar januari, waar de band tussen de virtuositeit ook nooit de kop en staart van hun repertoire uit het oog/oor verloor. Het kan ook niet anders: zet twee muzikaal ongeremde Italianen naast Porcupine Tree-bassist Colin Edwin en drummer Pat Mastelotto, die in de afgelopen decennia keer op keer liet merken wel van een avontuurtje te houden.
“Ramagehead” duurt krap veertig minuten, maar staat bol van een hoge melodieuze omloopsnelheid. Fornasari steekt met zijn koperen bariton iemand als Matthew Bellamy (Muse) naar de kroon, waarbij hij regelmatig een elektronisch sausje over zijn zang gooit. Je moet ervan houden, maar het past volledig in de productie van de plaat. Onrustig, onheilspellend, soms zelfs tegen de nu-metal aanschurend, maar ook dromerig en wanhopig. Vanaf Beyond Sight begint de muziek steeds meer te ademen en begrijp je ineens waarom deze groep dit voorjaar met The Pineapple Thief op tournee gaat. Ze zijn muzikaal zowel elkaars tegenwicht als evenknieën.
Verrassend is de bijdrage van System Of A Down-zanger Serj Tankian in Black Blooms, een galmende Opeth-achtige ballad vol hoge uithalen. Af en toe verlangen de nummers wel een wat stevigere productie. Met name de drums klinken wat vlak en dat terwijl Mastelotto juist op dynamiek speelt. Ook ontstaat de indruk bij een aantal stukken dat de uitwerking wel wat uitgebreider had gemogen. Zoals in het nummer van Tankian: alsof het niet langer mócht duren. Het drieluik aan het einde van de plaat is de verwachten climax, vol strak gitaarwerk van Pipitone en een door de kamer zwevende Mastelotto. De bijdragen van Edwin zijn uit duizenden herkenbaar: soepel, rond en altijd paraat voor een stevige ondergrond, waarbij zijn affiniteit voor Bill Laswell op de loer ligt.
O.R.k. is een prima voorbeeld van prog anno 2019. Ongeremd, spannend, acommercieel, buiten de lijntjes kleurend en die door de combinatie van diverse stijlen – inclusief de elektronica – nergens op vast te pinnen is. Niemand kan ontkennen dat het DNA van King Crimson, Tool en een vleugje Nine Inch Nails op deze derde plaat rondwaart, maar dat is meer een compliment dan een uitvlucht om dit ambitieuze kwartet toch in een hoekje te plaatsen. Het zou zo maar kunnen dat haar volgende album volledig anders klinkt dan deze. O.R.k. gaat op “Ramagehead”, gestoken in een fraaie hoes ontworpen door Adam Jones, in ieder geval vol aan de bak. Aanrader!
Wouter Bessels