Wakeman, Oliver

Mother s Ruin

Info
Uitgekomen in: 2005
Label: ProgRock Records
Website: www.oliverwakeman.co.uk
Tracklist
Don't Come Running (3:45)
The Agent (8:36)
In The Movies (5:11)
Walk Away (4:25)
Mother's Ruin (6:11)
Calling For You (4:02)
If You're Leaving (4:51)
I Don't Believe In Angels (4:32)
Wall Of Water (10:42)
Oliver Wakeman: toetsen, piano, akoestische gitaar

Met medewerking van:

Tim Buchanan: bas
Moon Kinnaird: zang
David Mark Pearce: gitaren
Dave Wagstaffe: drums, percussie
Mother's Ruin (2005)
Purification By Sound (2003)
The 3 Ages Of Magick (2001)
Heaven's Isle (1997)

Als zoon van een legende, zal je altijd vergeleken worden met je ouwe heer. Dat is vrij logisch zeker als je dan ook nog eens muzikant wordt, dezelfde muziekstroming in gaat en zelfs de instrumenten gaat bespelen die je pa legendarisch hebben gemaakt. Mochten er hier nu lezers zijn die geen enkel idee hebben wie dan zijn vader is, heb ik één advies: misschien is het verstandiger om een andere favoriete site te zoeken. Voor de hardnekkige onder ons zal ik gelijk het verlossende antwoord maar geven: de vader van Oliver is Rick Wakeman (bekend van een symfogroepje genaamd Yes).

“Mother’s Ruin” is het hardste werkje tot nu toe van Oliver, een hoop gitaren en een bombastisch geluid. Dit is ook niet zo vreemd als je weet wie er naast Oliver zelf achter de knoppen zat tijdens de opname van deze plaat. Dit is namelijk ‘Mister bombastic himself’ Karl Groom. Het overbekende geluid van o.a. Threshold en Shadowland is dus op deze schijf goed vertegenwoordigd. Wat kan je dus allemaal verwachten: een progmetalplaat van het zuiverste water, een aantal AOR-achtige ballades en verder alle ingrediënten om van deze release één van de meest voorspelbare cd’s van het jaar 2005 te maken. Clichés komen en gaan en alles maar dan ook echt alles lijk je al eens eerder gehoord te hebben de afgelopen jaren. Onder het motto ‘beter goed gejat dan slecht zelf verzonnen’ heb ik toch een aantal lichtpuntjes gevonden in deze Ruïne.

Een goede ballade is bijvoorbeeld In The Movies. Onder gevoelige pianoklanken kan zanger Moon Kinnaird (kruising tussen John Watts van Fischer Z en Arena’s Rob Sowden) zich lekker laten gaan. Sfeervol gezongen en zelfs aan het einde van dit erg Amerikaans aandoend nummer een mooie Moog solo van Wakeman jr. Het zijn sowieso de ballades die de meeste indruk maken op “Mother’s Ruin”. Een ander voorbeeld daarvan is het fraaie If You’re Leaving. Weer is het zanger Kinnaird die de meeste indruk maakt. Vergelijkbaar met bijvoorbeeld de ballades van Journey is de productie erg glad maar dit nummer kan dat wel hebben, al is het tekstueel helaas wel van een lager schoolniveau: “So if you’re gonna leave me, do it quickly. I can’t take this no more”

De wat ruigere nummers slaan nogal eens de plank mis. Vooral albumopener Don’t Come Running, Walk Away en in mindere mate I Don’t Believe In Angels halen het album gemiddelde flink naar beneden. Gewoon even vier minuten nietszeggend rocken en op naar het volgende liedje moet de gedachte geweest zijn van Oliver Wakeman. Gelukkig zorgt de ruim tien minuten durende albumafsluiter ervoor dat het in totaal tweeënvijftig minuten geklokte album niet als een nachtkaars uitgaat. Tijdens Wall Of Water komt eindelijk het bandgevoel om de hoek kijken en mogen alle instrumentalisten zich in de schijnwerpers spelen. Dit overigens erg naar Arena neigende nummer zit vol met solo’s. Natuurlijk de zoon van de meester zelf maar ook gitarist David Mark Pearce mag zich van zijn beste kant laten zien. Deze epic biedt alles wat er heden ten dage door vrijwel elke succesvolle symfo / prog / metal act op plaat wordt gezet. Ruige gelaagde gitaren (Riverside), variërend toetsenspel (Spock’s Beard), terugkerende muzikale thema’s (Porcupine Tree), minimale begeleiding tijdens sommige gezongen passages (Arena) en een ‘vette’ sound (Threshold). Al met al niet bijster origineel maar toch is Wall Of Water een aardig nummer waarin Wakeman laat zien ook met dit genre mee te kunnen.

Om een alinea uit te gaan wijden welke van de twee Wakemannen de beste is lijkt mij niet nodig. Dit album is voor de liefhebbers van symfonische metal (ik gebruik expres niet het woord progressief) die gewoon lekker willen luisteren zonder al te veel te hoeven na te denken, een kleine aanrader. Maar dat er veel betere progmetal platen zijn gemaakt staat vast.

Sander Kok

Send this to a friend