Hoe vaak krijg je de kans om binnen een maand twee van je favoriete albums aller tijden integraal live uitgevoerd te zien worden? Op 31 oktober 2015 speelde Steve Rothery met zijn band de Marillion-klassieker ‘Misplaced Childhood’ in zijn geheel. Op 27 november 2015 was het de beurt aan Geoff Tate om met zijn project Operation: Mindcrime in een mooi verbouwde 013 in Tilburg de gelijknamige Queensrÿche plaat te spelen.
Fire And Water
Als opwarmertje fungeerde een Iers stelletje, Fire And Water genaamd. Hij gewapend met akoestische gitaar en af en toe een mondharmonica, zij met een saxofoon. Het repertoire bestond voornamelijk uit bluesy uitvoeringen van bekende nummers. Zo kwamen in een half uurtje onder andere Led Zeppelin’s Babe I’m Gonna Leave You en All Along The Watchtower van Bob Dylan voorbij. De dame van dit duo zien we later deze avond nog terug.
Wildfire
Het Nederlandse Wildfire mocht vervolgens het publiek opwarmen voor de hoofdact. Een stelletje jonge honden waarvan met name de zanger buitengewoon enthousiast was om hier te mogen staan. De muziek was lekkere hardrock, met veel bravoure uitgevoerd door een energiek groepje. Aardig als opwarmer, maar verder had het niet veel om het lijf.
Operation: Mindcrime
“ Doctor Davis, telephone please” klinkt het klokslag negen uur door de maar matig gevulde zaal. Je zou toch verwachten dat een live uitvoering van een fantastisch album als ‘Operation: Mindcrime’ de nodige mensen op de been zou brengen, maar blijkbaar waren mijn gedachten daarover wat te optimistisch. Als Geoff Tate vervolgens tijdens Revolution Calling het podium betreedt, lijkt het erop dat mijn eigen verwachtingen over dit optreden misschien ook wel wat hooggespannen waren. Het originele album staat natuurlijk vol met hoge uithalen en het is al snel duidelijk dat Geoff Tate deze niet meer op de oude manier zingt. Dat was mij al wel bekend, maar de manier waarop er in de eerste nummers gezongen wordt, is voor mij toch wel een lichte tegenvaller. Af en toe verzandt zijn zang zelfs in de luide muziek. Tijdens het eerste couplet van The Needle Lies valt zijn microfoon echter uit en als hij vervolgens terugkeert met een ander exemplaar is de zang direct een stuk beter. Zou het dan aan de microfoon hebben gelegen? Je zou het bijna denken, want de hoge uithaal aan het einde van My Empty Room komt er feilloos uit. Kippenvel.
Daar waar Tate vooral aan het begin nog wat steekjes laat vallen, doet zijn band dat absoluut niet. Kelly Gray en Scott Moughton doen niet onder voor de legendarische gitaartandem Wilton/DeGarmo en deze mannen spelen de sterren van de hemel. En ook de behoorlijk complexe drumpartijen op het album worden door Simon Wright prima gereproduceerd. Wright is dan ook alles behalve een prutser, gezien zijn werk in het verleden met AC/DC en Dio.
De dame uit de openingsact zien we tijdens Suite Sister Mary weer verschijnen op het podium om de partijen van Pamela Moore te zingen. Dat gaat haar prima af. Verder valt het op dat de koorpartijen uit dit nummer door toetsenist Randy Gane lijken te worden gespeeld, maar dat ze wel klinken als het koor op de plaat. Het lijkt er bovendien op dat alle achtergrondgeluiden van het album door de toetsenist worden geproduceerd en dus niet van een band komen.
Nadat Tate dus van microfoon heeft gewisseld loopt het allemaal wat lekkerder. Vooral Breaking The Silence en I Don’t Believe In Love kennen geweldige uitvoeringen en het album sluit af met het fantastische Eyes Of A Stranger. Ook hier zijn enkele lichte problemen met de hoge noten. Uiteindelijk zorgt de ervaring van de heren ervoor dat we een goede, maar geen formidabele uitvoering van dit geweldige album hebben gezien en gehoord.
Na ‘Operation: Mindcrime’ is het tijd voor wat nieuwer werk. Van het recente ‘The Key’ krijgen we drie nummers voorgeschoteld. Tate is duidelijk in zijn element met de nummers, maar de reacties uit de zaal zijn wat lauwtjes. Uiteindelijk lijken de meesten toch te zijn gekomen om hem het oude Queensrÿche materiaal te horen zingen. Tate refereert overigens steeds naar deze band met de woorden ‘my former band’. Alsof het een vies woord is.
Het publiek krijgt uiteindelijk wel waar het voor gekomen is. Het Queensrÿche feestje begint voorzichtig met Damaged van het album ‘Promised Land’, maar daarna gaat het los met het oudste nummer in de setlist, Take Hold Of The Flame. Ook hier blijkt dat Tate een ervaren rot is en dat hij de beperkingen van zijn stem wel kent, want tijdens de ijselijke gil aan het begin van het nummer is hij zo slim om zijn microfoon richting het publiek te houden.
Na een korte pauze wordt Silent Lucidity aangekondigd als het nummer wat gedraaid wordt bij de geboorte van kinderen, bij het maken van kinderen (!), bij bruiloften en begrafenissen. Het doet niets af aan de schoonheid van dit nummer. De toegiften komen allemaal van het album “Empire” waarbij The Thin Line een bijzondere uitvoering krijgt, omdat we hier opnieuw Clodagh Kearney op het podium krijgen om met haar saxofoon het nummer in te kleuren. Als na Empire de zaallichten aangaan kan het publiek, waaronder ondergetekende, tevreden naar huis gaan. Het was een prima show met veel oud werk, maar nergens werd het echt memorabel. Zoals gezegd aan het begin van dit verslag; twee topalbums binnen een maand, waarbij ik de overwinning toch aan Rothery laat.
Ralph Uffing