In gelederen waarin regelmatig aan zware muzikale metaalbewerking wordt gedaan vormt Opeth eigenlijk de spreekwoordelijke vreemde eend in de bijt. Wie deze band reeds enige jaren intensief volgt, weet immers dat de groep van gitarist / zanger Mikael Åkerfeldt meer affiniteit heeft met progrock dan met deathmetal. Net als bij het Engelse Anathema maakt een welhaast voortdurende zoektocht naar nieuwe muzikale uitdagingen een belangrijk deel uit van het creatieve proces van de groep. Echter, in tegenstelling tot datzelfde Anathema verloochent het van oorsprong Zweedse collectief tot op heden nimmer zijn metalen verleden.
Dit resulteert in buitengewoon fascinerende albums waarop de muziek een continue tweestrijd ten toon spreidt tussen progressieve rock en deathmetal. Deze unieke integratie bereikt op het samen met Steven Wilson geproduceerde “Blackwater Park”, genoemd naar een vrij onbekende progband uit het toenmalige West-Duitsland, haar voorlopige hoogtepunt. Na dit album komt Opeth met zijn eigen Yin en Yang op de proppen: het temperamentvolle “Deliverance” (2002) en het melancholieke “Damnation” (2003). Het laatste album van dit tweeluik brengt veel progliefhebbers in opperste staat van vervoering, waardoor de band vooral in deze kringen veel nieuwe fans aanboort.
Dit album fungeert dan ook als hoofdgerecht tijdens de concerten in Europa. Naast een integrale vertolking van “Damnation” staan gelukkig ook enkele nummers uit het rijke verleden op de setlist. Hierbij richt de groep zich voornamelijk op de fijnzinnigere, progressievere tracks van deze albums. De fans op het vaste land van Europa worden op deze manier getuige van een wel zeer intieme kant van deze van origine deathmetalband.
Voor het concert in Shepherd’s Bush Empire op 25 september 2003 hebben Åkerfeldt en consorten echter andere plannen. Het optreden in dit cameravriendelijk, voormalig BBC theater in de Engelse hoofdstad is verdeeld in twee afzonderlijke sets. De eerste staat geheel in het teken van de rustige, akoestische Opeth, terwijl de tweede gereserveerd is voor de stevige kant van de band. Juist deze gedaantewisseling maakt de band zo uniek en dit optreden zo fascinerend. In tegenstelling tot de concerten op het vaste land van Europa bedient Opeth op deze manier de fans van het zachte vooral progressieve materiaal, de liefhebbers van de harde deathmetal en diegenen die, zoals ik, vooral de wisseling van de band tussen beide muziekstromingen waarderen.
Zoals de titel van deze dvd reeds doet vermoeden, is “Lamentations – Live At Shepherd’s Bush Empire 2003” een registratie van dit uitzonderlijke optreden. In chronologische volgorde passeren in Londen The Leper Affinity, Harvest en The Drapery Falls van “Blackwater Park”, Deliverance, A Fair Judgement en Master’s Apprentices van “Deliverance” en Windowpane, In My Time Of Need, Death Whispered A Lullaby, Closure, Hope Leaves, To Rid The Disease, Ending Credits en Weakness van “Damnation” de revue.
De binaire opzet van het concert vereist uiteraard een registratie die deze minutieus volgt. Gelukkig levert regisseur Joe Dyer een puike prestatie af. Met zijn informele en onopvallende regie en slechts enkele invalshoeken creëert hij voor elke set een afzonderlijke, geheel eigen sfeer, waardoor de kijker als het ware wordt meegezogen in het fenomeen Opeth live. Hierbij maakt hij veelvuldig gebruik van verschillende overzichtsbeelden alsmede enkele close-ups, die wat mij betreft wel erg dichtbij zijn.
Niettegenstaande enige kleine onvolkomenheden door enige nervositeit, waarschijnlijk ten gevolge van de aanwezigheid van een filmploeg, is het viertal plus toetsenist al snel in absolute topvorm, getuige de soms prachtige vertolkingen van enkele stukken. Ondanks het gegeven dat Åkerfeldt een begenadigd gitarist is, wil ik hierbij speciale aandacht vragen voor zijn zangpartijen. Met schijnbaar moeiteloze souplesse wisselt hij namelijk van heldere en zuivere normale zang naar zware en harde grunt en vice versa. Bovendien is hij een buitengewoon amusante frontman, die op natuurlijke wijze de nummers van toelichting voorziet.
Video:
“Lamentations – Live At Shepherd’s Bush Empire 2003” wordt uitgegeven in anamorfisch breedbeeld met een beeldverhouding van 1.78:1. Vanwege een uitstekende resolutie en schaduwdetaillering is het beeld in de regel zeer scherp en helder te noemen. Dit is een zeer behoorlijke transfer met nagenoeg geen in het oog springende gebreken. Nagenoeg geen, want evenals talrijke andere concerttitels is spijtig genoeg ook nu de beeldkwaliteit niet voor de volle honderd procent in orde.
Net als andere concertdvd’s wordt het beeld beurtelings gevuld met felle spotlichten en zwaar contrasterende diepe schaduwen. Dit resulteert echter soms in enkele tekortkomingen in het beeld die mogelijkerwijs te wijten zijn aan de MPEG-2 codering. Vooral bij de overgangen tussen licht en donker is hierdoor wat korrelig beeld zichtbaar, waardoor het beeld wat minder scherp overkomt. Bovendien komen de felle en heldere kleuren vaak iets te oververzadigd over.
Dit zijn echter kleine onvolkomenheden, die niets of nauwelijks af doen aan de algemene kwaliteit van de transfer van deze dvd. Het zijn immers kleine onjuistheden, die eigenlijk amper de moeite van het vermelden waard zijn. Ik spreek daarom dan ook liever van een nagenoeg perfecte transfer.
Audio:
Opeth’s eerste concertdvd biedt maar liefst drie geluidssporen: een Dolby Digital 2.0 stereospoor, een Dolby Digital 5.1 surroundspoor en een DTS 5.1 surroundspoor. Beide surroundsporen bieden een vrijwel perfecte geluidskwaliteit met een stevig en strak laag en een helder en zuiver hoog, zonder enige duidelijke vervorming. De achterkanalen hebben bij deze geluidssporen een ondersteunende taak, waarbij opgemerkt dient te worden dat deze twee kanalen geen andere informatie weergeven dan wat er in de twee voorkanalen te horen is. Het geluid is echter op een dusdanige manier gemixt dat je soms het gevoel krijgt dat je zelf in het theater aanwezig bent.
Bij zowel het Dolby Digital als het DTS spoor ligt de nadruk van de surroundmix voornamelijk op de drie frontspeakers, waarbij dus ook het middenkanaal goed te horen is. Dit gaat evenwel ten koste van het stereobeeld, zoals dat bij een normale stereo-opname te horen is. Getuige enkele extreem lage tonen is, vooral tijdens het tweede gedeelte van het concert, ook het LFE-kanaal bijzonder bedrijvig, waardoor de muziek ook af en toe zelfs ‘voelbaar’ is.
Het Dolby Digital 2.0 stereospoor klinkt zeer behoorlijk, maar valt qua beleving uiteraard in het niet ten opzichte van de twee surroundsporen op “Lamentations”. Het ontbreken van de achter- en LFE-kanalen gaat immers zonder enige aarzeling ten koste van het livegevoel van de dvd. Om die reden gaat mijn voorkeur dan ook uit naar één van de twee surroundsporen, waarbij het DTS geluidsspoor net wat beter klinkt.
Extra’s:
“Lamentations – Live At Shepherd’s Bush Empire 2003” kent eigenlijk maar één bonus in de vorm van een documentaire, getiteld ‘The Making Of Deliverance & Damnation’. Het zal geen verrassing zijn dat deze ruim één uur durende documentaire verhaalt over de, af en toe moeizame, totstandkoming van “Deliverance” en “Damnation”. Door middel van diverse interviews met Mikael Åkerfeldt, Peter Lindgren, Martin Lopez, Martin Mendez en producer Steven Wilson gunt de documentaire de kijker een diepgravende blik achter de schermen van de band aan het werk in de studio, waarbij welhaast alle facetten van het opnameproces aan bod komen.
Naast deze zeer boeiende documentaire van Fredrik Odefjärd wordt de dvd vergezeld door een boekwerkje waarin Dom Lawson onder meer zijn visie geeft op de geschiedenis van Opeth, het concert in Shepherd’s Bush Empire en de alsmaar groeiende populariteit van dit unieke gezelschap.
Conclusie:
“Lamentations – Live At Shepherd’s Bush Empire 2003” is een geweldige registratie van een uniek concert van een uitzonderlijke band. De dvd geeft op welhaast perfecte wijze het interne muzikale dilemma van deze van oorsprong deathmetalband weer, waarbij ik een lichte voorkeur heb voor het materiaal van de tweede set.
Deze muziekdvd kan wel eens uitstekend als eerste kennismaking fungeren voor diegenen die niet of nauwelijks bekend zijn in de belevingswereld van Opeth. Zo worden de liefhebbers van het rustigere werk op “Damnation” tijdens de tweede set op voortreffelijke wijze geïntroduceerd met het wat stevigere materiaal van dit vooruitstrevende kwartet. Voor fans die de groep reeds jaren nauwgezet volgen is deze digitale schijf een schot in de roos met een welhaast perfecte beeldkwaliteit en een uitmuntende geluidskwaliteit. De soms zeer openhartige documentaire ‘The Making Of Deliverance & Damnation’ vormt een magere, doch zeer welkome bonus.
Al met al is “Lamentations” een regelrechte aanrader voor alle fans van Opeth. Omdat de nadruk vooral op het wat bedaarde materiaal van “Damnation” ligt, is deze dvd juist voor progliefhebbers een zeer interessant kleinood. Mijn advies aan deze groep luidt dan ook om de dvd in zijn geheel te draaien, waardoor ook de nummers van de tweede set vanzelf zullen groeien. Fans van het ‘oude’ werk van dit viertal hebben deze dvd waarschijnlijk al lang in huis. Zo niet… op naar de dvd-zaak!
Frans Schmidt