Orion

La Face Visible

Info
Uitgekomen in: 2015
Land van herkomst: Frankrijk
Label: Musea
Website: www.groupeorion.fr
Luistermogelijkheid: https://orion11.bandcamp.com/album/la-face-visible
Tracklist
La Face Visible (9:36)
Quelque Part En 1989 (6:41)
La Dernière Dans In Berlin (3:39)
De L'Autre Côté Du Rideau De Fer (5:17)
Puis Un Jour On M'a Dit (7:00)
Résistance, Nous Sommes Charlie (3:59)
Stèle Blanche (3:30)
Le Singe De La Vie (5:12)
Alain Pierre: gitaar, drums
Michel Taran: toetsen, drums
Janusz Tokarz: zang, toetsen
Patrick Wyrembsk: basgitaar, gitaar

Met medewerking van:
Pierre-Jean Horville: gitaar, basgitaar
La Face Visible (2015)
Memoires Du Temps (2013)
La Nature Vit, L'Homme Lui, Critique... (1979)

9 november 1989 hoort tot de meest memorabele datums van de moderne geschiedenis. Als tienjarige was ik destijds politiek totaal onbewust, maar dat de val van Berlijnse Muur een gebeurtenis van monumentale omvang was, had zelfs ik toen al wel door. Samen met de vrijlating van Nelson Mandela enkele maanden later en de overwinning op het EK het jaar ervoor, zijn dit de nieuwsfeiten die me zijn bijgebleven van mijn lagere schooltijd. Vele jaren later bezocht ik Berlijn, inclusief een restant van de muur, en las er de nodige boeken over (waarvan ik de roman “Quadriga” van F. Springer overigens iedereen kan aanraden). Met “La Face Visible” hoor ik dan nu ook voor het eerst een album over de val van de muur.

De uitvoerende, het Franse Orion, was voor mij, hoewel toch een liefhebber van de Franse progressieve rock, een onbekende. De band blijkt echter al meer dan veertig jaar geleden te zijn opgericht en in de nadagen van de eerste proggolf reeds een album te hebben uitgebracht. De opnames voor de opvolger zagen evenwel pas in 2013 het licht en werden vergezeld van enkele nieuwe tracks van de inmiddels gereïncarneerde groep, waarvan dan overigens enkel zanger/toetsenist Janusz Tokarz, basgitarist Patrick Wyrembsk en toetsenist Jean-Philippe Mamosa nog originele leden zijn. Mamosa heeft de band inmiddels ook verlaten, waardoor met gitarist/drummer Alain Pierre en toetsenist/drummer Michel Taran een viertal is overgebleven dat verantwoordelijk is voor het hier besproken album.

De titel La Face Visible verwijst naar de westelijke deel van de Berlijnse Muur, ‘de zichtbare kant’, waarmee de tegenstelling tussen de zwaarbewaakte oostelijke zijde waar burgers ver van de muur werden weggehouden en de westzijde, waar publieke verrekijkers op de muur waren gericht, scherp wordt aangezet. In de liner notes geven de uit Polen afkomstige Tokarz en Wyrembsk, die in hun tienerjaren naar het Westen vluchtten, hun visie op het leven in een totalitair oostblokregime en hierbij proberen ze tevens een link te leggen met de actualiteit, in casu de aanslag begin 2015 op de redactie van het satirische weekblad Charlie Hebdo. De geschreven teksten bepalen zodoende in belangrijker mate het concept dan de muziek zelf, want slechts twee van de zeven nummers bevatten zang.

Het instrumentale titelnummer is meteen een mooie showcase voor de band. Een open gitaargeluid, dat mij erg aan dat van Gary Chandler van Jadis doet denken, domineert minutenlang zonder ook maar het minst te vervelen. Een ouverture wordt het genoemd en dat lijkt me een treffende omschrijving voor het stuk, dat dienst doet als thematische inleiding tot het volgende half uur. Quelque Part En 1989 vervolgt aanvankelijk in hetzelfde stramien, maar voegt uiteindelijk ook vocalen toe, die voor Franse progbegrippen weinig expressief zijn, maar wellicht daardoor juist des te effectiever. In La Dernière Dans In Berlin geven de toetsen meer tegenwicht aan de gitaarpassages, en daarnaast bevat dit nummer twee wel wat obligate fragmentjes van de historische toespraak die John F. Kennedy in Berlijn hield.

De L’Autre Côté Du Rideau De Fer (‘andere kant van het ijzeren gordijn’) is het meest merkwaardige nummer op dit album. Het wisselt jaren ’80 synthpop-klanken af met het eerder genoemde neoprog geluid, en vaak op een dusdanige manier dat het lijkt alsof de band hier een contrast probeert te creëren. Nu is dat in het licht van de gekozen thematiek vrij voor de hand liggend, maar de concrete uitwerking laat mij toch in het duister achter. Puis Un Jour On M’a Dit is wederom een nummer met zang, maar ditmaal klinkt deze wat dynamischer.
Met Résistance, Nous Sommes Charlie, wordt de eerder vermelde brug geslagen naar het heden, daarbij uiteraard verwijzend naar de vlak na de aanslag op Charlie Hebdo massaal geuite vereenzelviging met de medewerkers van dat tijdschrift. Stèle Blanche is – volgens de liner notes – bedoeld als eerbetoon aan de slachtoffers van zowel het ijzeren gordijn als van voornoemde aanslagen. Het laatste nummer, Le Singe De La Vie, staat expliciet benoemd als bonustrack en is geschreven door Laurent Delenne, bandlid in de eerste incarnatie, wat doet vermoeden dat het hier een (opnieuw opgenomen?) ouder nummer betreft. Helaas blinkt het tekstboekje bepaald niet uit in duidelijkheid.

Orion heeft een prettig in het gehoor liggend album afgeleverd, al zal het vermoedelijk eerder een neoprog publiek aanspreken dan de liefhebbers van symfonische rock in de Franse (theatrale) traditie van Ange of Mona Lisa. Dat laatste is in Nederland ongetwijfeld een pluspunt, lange lappen in het Frans gezongen tekst zijn hier in de regel een garantie voor een rolletje in de marge.
Persoonlijk vind ik het overigens wel een gemiste kans dat dit album zo weinig zang bevat. Tokarz en Wyrembsk blijken voldoende te melden te hebben over de tegenstellingen tussen oost en west en over de val van de muur, maar prefereren dit over het voetlicht te brengen via het tekstboekje, waardoor “La Face Visible” als conceptalbum naar mijn mening toch een dimensie mist. Het definitieve progalbum over (de val van) de Berlijnse Muur is dit helaas niet geworden, een fijne plaat zeer zeker wel.

Wouter Brunner

Send this to a friend