Er gaat niets boven Groningen! In het Noorden is het goed toeven en men heeft zeker het één en ander te bieden. Na Autumn is opnieuw het kenmerkende vlakke land muzikaal ingezaaid en komt bij de recente oogst de bandnaam Orpheo naar boven drijven. En dat is niet zo maar een bandje!
Houd vooral de naam Rutger Vlek in de smiezen, want deze jongen heeft naast zijn bijdrage als muzikant en componist de cd verrassend goed geproduceerd. Het staat buiten kijf dat het een kwaliteit is dat je zoveel afstand kan nemen van je eigen creaties dat je precies weet waar de accenten dienen te liggen. Wel zou er op detailniveau nog wat verbeterd kunnen worden, maar laten we de boel niet overdrijven. Ook David Marquart Scholtz verdient een extra vermelding, overigens niet bedoeld ten nadele van de ingebrachte creativiteit van de andere voortreffelijk presterende musici. Scholtz legde namelijk de fundamenten voor Orpheo samen met (ex-bassist) Alban Tromp in 2001. Voor “Echoes” schreef hij samen met Vlek de muziek en zijn gitaarspel is werkelijk fenomenaal. Al brengt hij soms zware kost – zijn wortels liggen duidelijk in de hardrock – het is en blijft melodieus en voedt ook het verlangen van de meer symfonische rock getinte luisteraar in ruime mate. Wederom een bewijs dat je niet ver hoeft te gaan om wereldse muziek tegen te komen.
Orpheo, dat al eens het ‘Groningse Rode Oortjes Festival’ won en een tweede plaats behaalde bij de ‘Grote Prijs van Groningen’, noemt de uitingen die vastgelegd zijn op het spiegelplaatje zelf progressieve hardrock. Ik probeer om dit van enige inhoud te voorzien: ik bespeur namelijk invloeden die vallen in de retro, het symfonische van Pink Floyd (vooral op gitaargebied), het progmetal randje van het onvermijdelijke Dream Theater of bijvoorbeeld Threshold en een vleugje toegankelijke gothic rock zoals we dat kennen van Within Temptation.
Wendelin Visser is gezegend met een heerlijke stem en heeft er veel controle over in zowel het laag als de bovenste regionen. Al is het door de bank genomen niet zo hoog als bijvoorbeeld de vleermuishoeders uit het gothic-genre laten horen, ze kan het wel. Haar prestatie is wat mij betreft een verademing. Het kan aan mij liggen, ik hoor dus af en toe wat Margriet Eshuijs in haar stem, maar ik moet toegeven, het is marginaal. Het toetsenspel gaat van modern en van daaruit met de teletijdmachine terug in de tijd. Mag ik bijvoorbeeld de jaren tachtig noemen en in mindere mate de zeventiger? Hieruit vloeien vaak zulke boeiende solo’s die vaak de gitaar tot het uiterste drijft. Lekker stoer zijn de duels die uitgevochten worden en heerlijk op de neoprogressieve manier in Shame Culture (waarin Vlek ook nog laat horen bedreven te zijn op de cello. Wat legt dat instrument toch veel warmte in de muziek).
De composities maken een volwassen indruk en bevatten goed in gehoor liggende riffs, snelle aanvallen van zowel toetsen als gitaar, totdat er door de hogere legerleiding ingegrepen wordt om zich even terug te trekken van het strijdtoneel. Dan wordt er een tent opgezet om de volgende tactiek uit te stippelen. En dan is het weer gaan! Juist die afwisseling maakt het allemaal zo spannend en biedt voor iedereen wat wils. Mijn favoriet is het uitgesponnen en orkestrale Shame Culture. Het blijft acht minuten boeien door een toegankelijk toetsenthema en die gitaar, oh grote goedheid, die is aan het eind zo ongelooflijk zwaar en zo lekker vervormd. Het begin van de song is mysterieus, alsof je bent terechtgekomen in de film ‘Underworld’ of ‘Van Helsing’. De akoestische gitaar komt langs en dan doemt de heldere zang van Visser op, gevolgd door de neoprogressieve intonatie van het keyboardwerk, afgewisseld met de tot (prettige) waanzin drijvende cello. Dit is beeldschoon dame en heren! Remorse is een groot gevaarte, dat 17 minuten de tijd krijgt om indruk te maken en waarin weer erg veel gebeurt, evenals dat met de andere reus het geval is, de afsluiter Outside In. Als een sneeuwbal die naar beneden rolt, steeds meer gewicht vergarend. Zo wordt er in het begin fel van leer getrokken door de gitaar, totdat er een keyboardloopje ten gehore wordt gebracht, dat ook zo aan Jim Gilmour van Saga had kunnen toebehoren. Een lekker pompende bas en veel overstuurde instrumenten, duidelijk is dat de heren graag experimenteren en dat levert heel veel moois op. Ook op orkestraal gebied wordt behoorlijk uitgepakt en tovert men wonderschone ‘oorale’ plaatjes tevoorschijn.
Af en toe zijn de teksten erg scherp. Het eerste nummer Ease Is Nowhere Near, met woorden die uit de pennen zijn gedropen van drummer Anne-Krijn Piersma, toetsenist Vlek en zangeres Visser. Zij gebruiken de inkt om een beeld te schetsen van de yuppies die zich arrogant door het leven banen, vertrouwend op de kracht van hun ellebogen en geen blijk geven van een geweten, maar alleen gedreven worden door datgene wat ze aan het eind van de maand kunnen innen. Het lijkt ook een aanklacht tegen het tempo van de tijd. Iedereen is zo druk, maar wat rennen we eigenlijk allemaal voorbij? Het is een valkuil voor ons allen. Nu verwacht je misschien een ‘amen’, maar niets is minder waar, want ik wil nog even wat dieper doorgaan op de toon van het geschreven woord. Met uitzondering van bassist Gerard Wolters (maar die is net toegetreden) draagt ieder groepslid zijn of haar steentje bij en het bouwwerk dat ze samen opgericht hebben is een bloemlezing aan emoties, gedachten en observaties.
Alles is af aan “Echoes” en in dat kader moet ik ook de uiterlijke verzorging noemen. Aan het boekje is namelijk heel wat zorg besteed. Donkere zwanen op de voorkant met een intrigerende roodgele achtergrond. Misschien dat het de reis door de rijke muziekwereld symboliseert? Trouwens op elke pagina in het boekje stuit je op fraai artwork van de mij onbekende Gerben Jorna. Qua sfeer doet het me een beetje denken aan de kunst van Mattias Norén.
Deze cd van Orpheo is een aanrader! De band presteert meer dan behoorlijk en ik zou er niet raar van opkijken als deze getalenteerde pubers ook nog eens te maken krijgen met een groeispurt. En dan kan het ineens zover zijn dat er definitief uitgevlogen wordt om zich te nestelen tussen de toppers. Van mij mogen ze de symfonische elementen nog meer uitbreiden en de grunts achterwege laten. Maar Orpheo moet vooral zichzelf blijven. Ik zal “Echoes” in elk geval nog vaak met plezier opzetten.
Ton Veldhuis