Gevoelsmatig klopt er bij mij iets niet. Ik kom er regelrecht voor uit dat ik al jaren fan ben van Osada Vida. Ik kon mij dan ook uitstekend vinden in de recensies van “Three Seats Behind A Triangle” en “The Body Parts Party”, geschreven door respectievelijk Dick van der Heijde en Sander Kok. Maar toen maakte ik nog geen deel uit van het team van Progwereld. Nadat ik tot deze elite was doorgedrongen, was ik er als de wiedeweerga bij om het nieuwe werk van Osada Vida te mogen bespreken. De output daarvan kun je nog terug lezen. En die was gematigd (“Uninvited Dreams” tot en met bagger (“Where The Devils Live”). Het vreemde was dat ik gewoon fan bleef.
Toen Progwereld begin 2013 het bericht bereikte dat er een nieuw Osada Vida album zat aan te komen, was ik er weer als de kippen bij om deze te claimen voor het pennen van een recensie. Voornaamste reden was het feit dat de Poolse band zich de kritieken op het vocale deel kennelijk had aangetrokken. Men had ex-Acute Mind zanger Marek Majewski bereid gevonden om basgitarist Åukasz Lisiak van de zangmicrofoon te verlossen. Niet dat ik de nieuwe zanger kende, maar ik vond alles beter dan een prima basgitarist die niet goed zingt. Toen ik de recensie van het album “Acute Mind” van de hand van Ruard Veltmaat las, was ik op nog erger voorbereid. De man zou immers ‘een beetje klinken als een zangeres…’ Maar beste mensen, zet een streep door al het bovenstaande, want Osada Vida heeft zichzelf heropgericht.
Terug naar de eenvoud moet Rafa Paluszek gedacht hebben. Het minimalistische hoesontwerp van zijn hand bij een nog meer minimalistische albumtitel spreekt wat dat betreft boekdelen. Een partikel is namelijk niets meer en vooral minder dan de kleinste moleculaire eenheid die er bestaat. Gelukkig voor de luisteraar en de fan van Osada Vida is de muziek niet verworden tot een moleculair gebeuren. De Polen zijn in staat gebleken hun herkenbare donkere geluid te behouden. En die meandert van progressieve rock naar progressieve metal naar zeer gemakkelijk te verteren rock (AOR) en weer terug. Kern daarvan is het pittige en bij vlagen technisch tot haast virtuoze gitaarwerk van Bartek Bereska. Zijn spel wordt aangevuld met toetsenwerk dat gaat van ondersteunend tot solistisch en zo nu en dan zelfs pure EM. Osada Vida blijkt nog steeds niet voor een gat te vangen, hetgeen eigenlijk ook het probleem is van de groep en deze schijf.
Maar de openbaring op dit album is de man die de microfoon vasthoudt. Marek Majewski is gewoon een heel goede zanger die ook nog eens accentloos Engels zingt. Je vraagt je af waarom zo’n goede zanger zijn stembanden leent aan een progband als Osada Vida. Een prettige bijkomstigheid voor de band is dat Majewswki ook nog eens de teksten van op twee na alle nummers voor rekening heeft genomen. En daarmee staat uw recensent van dienst gelijk met lege handen. Er is immers weinig tot niets meer overgebleven om over te zeuren. Of toch wel? Als bonusnummer is een versie van een van de meest tot de verbeelding sprekende Metallica nummers toegevoegd: Master Of Puppets. Waar het origineel een iconisch nummer is uit 1986 en uit zijn voegen barst van vuige rock en retestrakke metal, is de versie van Osada Vida niet meer dan een zielige interpretatie waarin tamme pianoriedels centraal staan. Maar vergeef me dat ik gewoon fan blijf van Osda Vida 2.0.
Hans Ravensbergen